Krysta is 49 en werkt al jaren als schoonmaakster in verschillende sportscholen. Terwijl zij dagelijks met trots haar werk uitvoert, merkt ze dat haar kinderen het daar een stuk moeilijker mee hebben. “Ze schamen zich voor mijn baan,” vertelt Krysta. “Ik snap dat het niet de meest glamoureuze baan is, maar het is eerlijk werk en ik ben er trots op.”
Een baan om trots op te zijn
Krysta is zichtbaar gepassioneerd als ze vertelt over haar werk. “Ik hou van wat ik doe. Het geeft me voldoening om ervoor te zorgen dat alles schoon en hygiënisch is. Mensen beseffen vaak niet hoe belangrijk schoonmaakwerk is, zeker in een sportschool.
Alles moet perfect schoon zijn voor de veiligheid en gezondheid van de sporters. Als ik ’s avonds naar huis ga, weet ik dat ik iets nuttigs heb gedaan.”
Toch lijkt niet iedereen haar trots te delen. “Mijn kinderen, vooral mijn oudste van 16, vinden het moeilijk om te accepteren wat ik doe. Ze zeggen nooit dat ze zich schamen, maar ik zie het aan hun reacties.
Als iemand vraagt wat ik voor werk doe, ontwijken ze het gesprek of veranderen snel van onderwerp.”
De reacties van anderen
Krysta heeft ook gemerkt dat er een stigma hangt rond schoonmaakwerk. “Mensen denken vaak dat het ‘minderwaardig’ werk is. Maar wat betekent dat eigenlijk?
Het is een baan waar ik hard voor werk en mijn rekeningen mee betaal. Bovendien vind ik het leuk. Niet iedereen kan dat zeggen over hun werk.”
Ze glimlacht terwijl ze verder vertelt: “Ik heb zelfs klanten in de sportschool die me bedanken omdat alles altijd zo netjes is. Dat doet me goed. Toch merk ik dat mijn kinderen die waardering van anderen niet echt zien.”
Het ongemak van haar kinderen
Krysta’s jongste zoon, Daniël van 12, vraagt soms waarom ze niet “iets anders” gaat doen. “Hij zei laatst: ‘Mam, waarom word je geen secretaresse of zoiets?’ Ik moest lachen en zei tegen hem: ‘Omdat ik gelukkig ben met wat ik nu doe.’
Maar ik snap ook wel dat het voor hem lastig is. Kinderen vergelijken alles. Als hij hoort dat een klasgenoot een moeder heeft die arts is of een vader die advocaat is, dan voelt dat misschien anders.”
Haar oudste dochter, Fleur, heeft een nog grotere worsteling met het beroep van haar moeder. “Ze zei een keer: ‘Mam, mensen kijken op je neer omdat je schoonmaakster bent.’ Dat brak mijn hart.
Maar ik heb haar uitgelegd dat het niet uitmaakt wat anderen denken. Wat belangrijk is, is dat ik iets doe waar ik trots op ben en waarmee ik voor ons kan zorgen.”
De trots en realiteit van hard werken
Krysta benadrukt dat haar baan haar vrijheid geeft en een gevoel van controle over haar leven. “Ik bepaal mijn eigen uren en kan mijn werk combineren met mijn gezin.
Ik heb een vaste baan en ik verdien genoeg om mijn kinderen te geven wat ze nodig hebben. Dat is toch waar het om gaat?”
Ze herinnert zich ook hoe haar eigen moeder altijd zei dat elke baan respect verdient. “Mijn moeder was verpleegster en werkte ook hard voor alles wat we hadden.
Ze heeft me geleerd om werk nooit te beoordelen op het salaris of hoe het eruitziet, maar op hoe het voelt en wat het oplevert. Die les probeer ik ook aan mijn kinderen mee te geven.”
De uitdaging van het doorbreken van stigma’s
Hoewel Krysta trots is op wat ze doet, blijft ze het lastig vinden dat haar kinderen dat niet altijd zo zien. “Ik wil niet dat ze zich schamen voor wie ik ben. Het doet pijn om te denken dat ze zich niet trots voelen.
Maar ik begrijp het ook wel. De maatschappij kijkt vaak neer op mensen in mijn beroep, en dat beïnvloedt hen.”
Toch hoopt Krysta dat haar kinderen met de jaren anders naar haar werk zullen kijken. “Ik probeer ze te laten zien dat het belangrijker is om gelukkig te zijn in wat je doet dan om indruk te maken op anderen. Ik zeg altijd: ‘Je kunt beter een gelukkige schoonmaker zijn dan een ongelukkige CEO.’”
De kracht van trots en zelfacceptatie
Krysta besluit haar verhaal met een duidelijke boodschap: “Het maakt niet uit wat je doet, zolang je er maar trots op kunt zijn. Mijn baan is misschien niet glorieus, maar het is eerlijk werk.
Ik ben blij dat ik een verschil maak, al is het maar door mensen een schone en veilige plek te bieden.”
Ze hoopt dat haar kinderen op een dag zullen begrijpen dat het niet gaat om de titel die je draagt, maar om de houding waarmee je je werk doet. “Misschien zien ze dat later in, als ze zelf volwassen zijn.
Voor nu blijf ik gewoon trots op wie ik ben en wat ik doe. En dat is het enige dat telt.”