Stage lopen is een vast onderdeel van het Nederlandse onderwijssysteem. Studenten worden verplicht om praktijkervaring op te doen bij bedrijven om zich voor te bereiden op hun toekomstige carrière. Maar niet iedereen is daar even enthousiast over.
Een TikTokker, bekend als Mr Whogh, trok recentelijk de aandacht met zijn felle kritiek op stages in Nederland. Hij noemt het zelfs “moderne slavernij” en roept op tot verandering.
Zijn video ging viraal en zorgde voor een verhitte discussie. Is stage lopen echt zo erg, of hoort het simpelweg bij de weg naar een volwaardige baan?
Stage: een leerzame ervaring of goedkope arbeidskracht?
Het idee achter een stage is simpel: studenten passen hun theoretische kennis toe in de praktijk, leren nieuwe vaardigheden en maken kennis met de bedrijfscultuur.
In ruil daarvoor krijgen ze begeleiding en, als het meezit, een kleine stagevergoeding.
Maar volgens Mr Whogh en vele andere studenten is de praktijk anders. In zijn virale TikTok-video klaagt hij dat stagiaires lange dagen maken, volwaardig meewerken, maar nauwelijks een fatsoenlijke vergoeding krijgen.
“We werken keihard, draaien soms net zoveel uren als normale werknemers, maar krijgen amper iets terug. Hoe is dat eerlijk?” zegt hij in de video. Zijn woorden raken een gevoelige snaar, want veel studenten herkennen zich in zijn frustratie.
Onder zijn video stromen de reacties binnen. Sommigen vinden dat hij zich aanstelt en zeggen dat stages nou eenmaal zo werken.
Anderen zijn het volledig met hem eens en delen hun eigen ervaringen. “Mijn stage was gewoon een fulltime baan zonder salaris,” reageert een gebruiker. Een ander schrijft: “Ik moest alle rotklusjes doen, zoals koffie halen en schoonmaken, en kreeg nog niet eens mijn reiskosten vergoed.”
Geen stagevergoeding? Voor veel studenten een probleem
Een van de grootste pijnpunten is de stagevergoeding – of het gebrek daaraan. In Nederland is er geen wettelijk minimum voor stagevergoedingen, wat betekent dat bedrijven zelf bepalen hoeveel (of of überhaupt iets) ze betalen.
Sommige bedrijven geven een redelijke vergoeding, maar veel stagiaires moeten het doen met een schijntje of helemaal niets.
Dat is een groot probleem, vooral omdat veel studenten geen financiële buffer hebben. Studiekosten, huur, boodschappen en reiskosten lopen gewoon door.
“Ik werkte 40 uur per week op mijn stage en moest daarnaast nog in de horeca werken om rond te komen,” schrijft een student onder de TikTok-video van Mr Whogh.
Dit zet veel studenten voor een lastige keuze: kiezen ze voor een leerzame maar onbetaalde stage, of nemen ze een betaalde bijbaan en lopen ze waardevolle praktijkervaring mis?
Moet de overheid ingrijpen?
De discussie over stagevergoedingen en de rechten van stagiaires is niet nieuw. Studentenorganisaties pleiten al langer voor strengere regelgeving.
Sommige politieke partijen hebben ook voorgesteld om een minimum stagevergoeding in te voeren, zodat bedrijven stagiaires niet meer kunnen uitbuiten.
Toch blijft het probleem bestaan, omdat stagiaires officieel geen ‘werknemers’ zijn en daardoor geen recht hebben op minimumloon of andere arbeidsrechten.
Dit zorgt ervoor dat sommige bedrijven liever stagiaires aannemen dan een starter met een normaal salaris. Een stagiair is immers goedkoper en makkelijker te vervangen.
Critici zeggen dat strengere regels ervoor kunnen zorgen dat bedrijven minder stageplekken aanbieden, omdat de kosten dan te hoog worden. Maar is dat een goed argument om stagiaires structureel onder te betalen?
Is stage een springplank of een valkuil?
Voor veel studenten is een stage de sleutel tot een succesvolle carrière. Werkgevers hechten veel waarde aan praktijkervaring, en een goede stage kan deuren openen naar een vaste baan.
Sommige stagiaires worden na hun stage aangenomen, terwijl anderen waardevolle connecties opdoen.
Maar de keerzijde is dat bedrijven steeds vaker stages gebruiken als een goedkope manier om extra personeel binnen te halen.
In plaats van een junior werknemer met een volwaardig salaris, nemen sommige bedrijven constant nieuwe stagiaires aan om hun werk te laten doen. Dit betekent dat jonge professionals steeds moeilijker een vaste baan vinden, omdat bedrijven liever blijven werken met goedkope stagiaires.
Wat moet er veranderen?
Om te voorkomen dat stagiaires worden uitgebuit, moet er meer balans komen tussen leren en werken. Bedrijven moeten zich realiseren dat een stage geen gratis arbeid is, maar een investering in de toekomst.
Er zou een minimum stagevergoeding moeten komen, zodat studenten niet in financiële problemen komen. Daarnaast zouden er duidelijke afspraken moeten zijn over wat een stagiair wel en niet hoeft te doen. Een stage moet een leerervaring blijven en geen goedkope manier zijn om het personeelsbestand aan te vullen.
Conclusie: tijd voor verandering?
De TikTok-video van Mr Whogh heeft de discussie over stages in Nederland opnieuw aangewakkerd. Voor veel studenten voelt stage lopen niet als een kans, maar als keihard werken voor weinig tot niets.
Hoewel een stage waardevolle ervaring kan opleveren, is het ook duidelijk dat er nog veel misgaat.
Als bedrijven stage echt willen gebruiken om studenten iets te leren, moeten ze eerlijker omgaan met hun stagiaires.
En misschien is het tijd dat Nederland wettelijk vastlegt dat stage lopen geen gratis arbeid mag zijn. Want als stagiaires fulltime werken, verdienen ze daar ook een eerlijke vergoeding voor.
Bron: TikTok