Op het platteland, tussen de uitgestrekte weilanden en de geur van vers gemaaid gras, groeide Meike op.
Al op haar achtste hielp ze haar ouders mee op de boerderij. Waar andere kinderen na school achter de televisie kropen, rende zij naar de stal om de koeien te verzorgen.
Nu, 26 jaar later, runt ze het familiebedrijf met trots. Ondanks de druk op de landbouwsector en de kritische blikken van buitenaf, weigert ze haar levenswerk zomaar op te geven.
“Ze snappen niet hoe belangrijk dit werk is,” zegt Meike terwijl ze met stevige stappen door de modderige erf loopt. Haar laarzen zakken diep weg in de grond, maar dat deert haar niet. Dit is haar thuis, haar passie en haar toekomst.
“Boer zijn is niet zomaar een baan, het is een manier van leven. Van jongs af aan wist ik al dat ik niets anders wilde.”
Opgegroeid met het boerenleven
Meike’s jeugd draaide om de boerderij. Haar ouders hadden een melkveebedrijf en ze werd er letterlijk tussen de koeien grootgebracht.
“Ik herinner me nog hoe ik als klein meisje een kalfje de fles gaf. Dat moment staat in mijn geheugen gegrift. Vanaf toen wist ik: dit is wat ik wil doen.”
Terwijl haar leeftijdsgenoten droomden van verre reizen of carrières in de stad, kon Meike zich niets mooiers voorstellen dan het boerenleven. “Veel mensen snappen dat niet. Ze vragen waarom ik hier blijf, waarom ik mezelf elke dag zo hard laat werken.
Maar ik voel me hier vrij. Ik zie elke ochtend de zon opkomen boven de weilanden en ik weet dat ik bijdraag aan iets groots. Wij boeren voeden mensen. Dat is toch het mooiste wat er is?”
Toch is de realiteit van het boerenleven verre van romantisch. De dagen zijn lang, de regels worden strenger en de toekomst van veel boerenbedrijven staat onder druk. Meike merkt het ook, maar opgeven is geen optie.
Druk van buitenaf
De laatste jaren merkt Meike dat de blik op boeren verandert. Waar haar ouders nog met respect werden behandeld, krijgt zij steeds vaker kritiek te verduren. “Mensen die nog nooit een boerderij van dichtbij hebben gezien, vinden ineens dat ze alles beter weten.
Dan hoor ik dingen als: ‘Boeren vervuilen het milieu’ of ‘Jullie moeten maar wat anders gaan doen’. Dat steekt. Ze hebben geen idee hoeveel liefde en toewijding er in dit werk zit.”
De stikstofmaatregelen, de regels rond dierenwelzijn en de steeds strengere milieueisen maken het voor veel boeren moeilijk om overeind te blijven. “Soms voelt het alsof we met onze rug tegen de muur staan,” geeft Meike toe.
“Het lijkt wel of ze het liefst willen dat we allemaal verdwijnen. Maar waar moet ons voedsel dan vandaan komen? Willen mensen echt afhankelijk worden van import uit het buitenland?”
De onzekerheid over de toekomst van haar bedrijf houdt haar ’s nachts wakker, maar ze weigert zich te laten wegjagen.
“Mijn grootouders hebben hier hun ziel en zaligheid ingestoken. Mijn ouders hebben keihard gewerkt om dit bedrijf op te bouwen. En ik? Ik ga niet degene zijn die de handdoek in de ring gooit.”
Geen dag is hetzelfde
Ondanks de uitdagingen, is Meike nog elke dag gelukkig op haar boerderij. “Geen dag is hetzelfde. Het ene moment help ik een koe met bevallen, het andere moment repareer ik een hek of zit ik op de trekker. En dan heb ik het nog niet eens over de administratie en alle papierwinkel die erbij komt kijken.”
Zelfs de moeilijke momenten wegen niet op tegen de liefde die ze voelt voor haar vak. “Natuurlijk zijn er dagen dat ik kapot ben van vermoeidheid.
Maar dan kijk ik naar de dieren, naar het land, en dan weet ik weer waarom ik dit doe. Dit is mijn plek, mijn leven. En dat laat ik me niet zomaar afpakken.”
Meike begrijpt dat de sector moet veranderen en dat duurzaamheid belangrijk is. Maar ze pleit voor een realistisch beleid, waarbij boeren een eerlijke kans krijgen om mee te bewegen. “We willen best veranderen. Maar geef ons de middelen en de tijd om dat op een haalbare manier te doen.”
Trots op haar werk
Ondanks de negatieve geluiden uit de maatschappij, blijft Meike trots op haar werk. “Ik voed niet alleen mijn dieren, maar indirect ook heel veel mensen. Zonder boeren is er geen eten. Dat lijkt men soms te vergeten.”
Wanneer ze ’s avonds in de stal de koeien nog een laatste keer controleert, voelt ze zich voldaan. “Ik heb misschien niet de makkelijkste baan. Maar ik zou voor geen goud willen ruilen. Dit is mijn leven en niemand jaagt mij hier weg.”
Meike hoopt dat de waardering voor boeren weer terugkomt. “We doen dit niet voor onszelf, maar voor iedereen.
Mensen moeten beseffen dat voedsel niet zomaar in de supermarkt ligt, daar zit keihard werk achter.
Ik hoop dat de volgende generatie boeren wél de steun krijgt die ze verdienen. Want zonder ons, geen volle borden.”