Rilana (37) dacht altijd dat vriendschap gebaseerd was op respect en vrijheid. Iedereen mag zijn eigen keuzes maken, toch?
Maar sinds haar vrienden de overstap naar vegetarisch eten hebben gemaakt, lijkt dat principe ineens niet meer te gelden. “In het begin vond ik het prima,” vertelt ze.
“Ik heb er nooit een probleem mee gehad dat mensen ervoor kiezen om geen vlees te eten. Iedereen moet doen waar hij zich goed bij voelt. Maar de laatste tijd voelt het alsof ik geen keuze meer heb.”
Wat begon als een onschuldige voedingsvoorkeur binnen haar vriendengroep, groeide uit tot een bron van spanningen, verwijten en zelfs uitsluiting. “Het is alsof ik opeens een slecht mens ben, gewoon omdat ik nog steeds vlees eet,” zucht ze.
Van begrip naar frustratie
De eerste veranderingen merkte Rilana al snel op. “Tijdens etentjes kwamen er steeds vaker kleine opmerkingen. ‘Eten we weer vlees, Rilana?’ of ‘Heb je er ooit bij stilgestaan wat er met die dieren gebeurt?’
In het begin lachte ik het weg, ik dacht dat ze het goed bedoelden. Maar het werd steeds frequenter en serieuzer. Alsof ik continu verantwoording moest afleggen voor wat ik op mijn bord had liggen.”
Toen haar vrienden steeds meer etentjes organiseerden met uitsluitend vegetarische gerechten, vond ze dat geen probleem.
“Ik eet gerust vegetarisch. Ik ben dol op groenten en probeer ook te minderen met vlees. Maar toen ik een keer voorstelde om samen te barbecueën en vroeg of ik ook gewoon vlees kon meenemen, werd ik aangekeken alsof ik had voorgesteld om een puppy te braden.”
Op dat moment begon ze te beseffen dat het verder ging dan alleen persoonlijke voorkeuren. “Het voelde steeds minder als een keuze. Het werd een norm waar ik, als vleeseter, niet meer in paste.”
Sociale druk en uitsluiting
Wat haar nog het meest pijn deed, was hoe haar vriendenkring langzaam veranderde. “Sommige vrienden wilden ineens niet meer bij mij thuis eten als ik vlees klaarmaakte.
Zelfs als ik speciaal een vegetarisch gerecht voor hen kookte, vonden ze het nog steeds problematisch dat er vlees in mijn koelkast lag. ‘De geur hangt overal’, zeiden ze. Of: ‘Ik wil niet aan tafel zitten waar dierenleed wordt geserveerd.’”
Ook de uitnodigingen werden minder. “Ik zag op Instagram dat ze met z’n allen waren gaan eten bij een vegetarisch restaurant.
Toen ik vroeg waarom ik niet was uitgenodigd, kreeg ik een ontwijkend antwoord: ‘We dachten dat jij er toch niks aan zou vinden.’ Maar waarom zouden ze dat denken? Omdat ik niet 100% meega in hun overtuiging?”
Het voelde alsof ze langzaam uit de groep werd geduwd. “Opeens was ik niet meer ‘gezellig’ of ‘verantwoord’ genoeg om bij hen te horen.”
Verwijten en morele superioriteit
Wat haar misschien nog het meest raakte, waren de verwijten die steeds explicieter werden. “Ik kreeg steeds vaker te horen dat ik een slechte invloed had op het milieu, dat ik bijdroeg aan dierenleed en dat ik me moest schamen. Alsof ik een monster was, gewoon omdat ik af en toe een biefstuk eet.”
Een van haar beste vriendinnen confronteerde haar zelfs rechtstreeks. “Ze zei: ‘Ik snap echt niet hoe jij nog vlees kunt eten terwijl je weet hoeveel dieren er voor lijden.’
Ik probeerde uit te leggen dat ik mijn eigen keuzes wil maken en dat ik bewust eet, maar dat was niet genoeg.
‘Dan ben je gewoon egoïstisch,’ zei ze. Dat raakte me. We zijn al tien jaar vriendinnen en ineens ben ik een slecht mens omdat ik een ander dieet heb?”
De breuk in vriendschappen
Op een gegeven moment werd het zo erg dat Rilana afstand begon te nemen. “Ik voelde me niet meer op mijn gemak in de groep.
Bij alles wat ik at, voelde ik ogen op me gericht. Ik durfde niet eens meer een tosti ham-kaas te bestellen zonder dat er een opmerking over kwam.”
Het dieptepunt kwam toen ze op een weekendje weg waren met de vriendengroep. “We zaten in een huisje en hadden afgesproken dat iedereen voor zichzelf eten kon meenemen.
Ik had kipfilet gekocht om te bakken. Toen ik de verpakking opende, ontstond er een complete rel. ‘Kun je dat niet buiten doen?’ vroeg iemand. Een ander zei: ‘Ik ga niet aan tafel zitten met iemand die zo ongevoelig is.’”
Die avond at ze in haar eentje. “Toen wist ik dat het klaar was. Vriendschap draait om respect, en dat ontbrak volledig.”
Geen probleem met vegetariërs, wel met fanatisme
Rilana wil benadrukken dat ze geen probleem heeft met vegetariërs. “Ik heb enorm veel respect voor mensen die bewust kiezen voor een andere levensstijl.
Maar het moet geen dwangmiddel worden. Je kunt mensen niet forceren om hetzelfde te denken en te eten als jij. En je moet zeker geen vriendschappen kapotmaken omdat iemand andere keuzes maakt.”
Sindsdien is ze selectiever geworden met wie ze haar tijd doorbrengt. “Ik zoek mensen op die me accepteren zoals ik ben, zonder dat ze me proberen te veranderen. Eten moet iets gezelligs zijn, geen bron van stress of schuldgevoelens.”
Haar boodschap aan haar voormalige vrienden? “Leef zoals jij wilt, maar gun anderen dezelfde vrijheid. Respect werkt twee kanten op.”
Hoe verder?
Rilana heeft inmiddels haar eigen manier gevonden om hiermee om te gaan. “Ik kies mijn momenten. Als ik weet dat iemand heel principieel is, eet ik gewoon vegetarisch als we samen uit eten gaan. Maar in mijn eigen huis bepaal ik zelf wat er op tafel komt.”
Toch blijft het soms wringen. “Het is frustrerend om te zien hoe polariserend dit onderwerp is geworden. Waarom kunnen we niet gewoon accepteren dat iedereen andere keuzes maakt?”
Inmiddels heeft ze een nieuwe vriendengroep gevonden waarin verschillende eetstijlen naast elkaar kunnen bestaan.
“Sommige van mijn nieuwe vrienden zijn vegetariër, anderen niet. Maar er is geen oordeel. We eten samen, we respecteren elkaars keuzes en we maken er geen discussie van. Dat is hoe het zou moeten zijn.”
Hoewel het haar pijn doet dat haar oude vriendschappen hierdoor zijn veranderd, voelt ze zich opgelucht dat ze niet langer onder druk staat. “Ik ben niet tegen vegetarisch eten. Ik ben tegen het idee dat ik een slechter mens ben als ik dat niet volledig omarm.”
Haar verhaal is een waarschuwing voor hoe extreme overtuigingen zelfs de sterkste vriendschappen kunnen aantasten. “Het gaat niet om wat je eet. Het gaat om hoe je met elkaar omgaat. En daar mogen sommige mensen best wat meer bij stilstaan.”