Na de ellende met het overbelaste stroomnet, waarbij nieuwbouwwijken en bedrijven niet konden worden aangesloten op elektriciteit, dreigt nu een vergelijkbare crisis bij iets nog fundamentelers: drinkwater.
In meerdere regio’s komt de leveringszekerheid van schoon kraanwater in gevaar. Dat betekent: woningen die wel gebouwd worden, maar waar geen druppel uit de kraan komt.
Geen stromend water om te douchen, koken of zelfs het toilet door te spoelen. Onvoorstelbaar? Toch is het realiteit als procedures en vergunningen de uitbreiding van de drinkwatervoorziening blijven vertragen.
Drinkwaterbedrijven luiden de noodklok
De grootste waterbedrijven van Nederland, verenigd in koepelorganisatie Vewin, waarschuwen al enige tijd: de capaciteit om nieuwbouw aan te sluiten op het drinkwaternet komt ernstig in de knel.
Neem Dunea, het drinkwaterbedrijf voor Zuid-Holland. Zij moeten hun productie vóór 2030 uitbreiden van 80 miljard naar 104 miljard liter om de bevolkingsgroei en woningbouw te kunnen bijbenen. In theorie is dat haalbaar, maar in de praktijk loopt het vast. De procedures voor vergunningen zijn complex, traag en versnipperd.
Directeur Wim Drossaert van Dunea maakt zich ernstige zorgen. In zijn regio is het de bedoeling dat er 240.000 woningen bijkomen. Maar als de infrastructuur niet meegroeit, kunnen die huizen straks niet op het waternet worden aangesloten. En een woning zonder werkende kraan is onbewoonbaar.
Wachtlijsten voor wateraansluitingen? Het is al begonnen
Wat nu nog klinkt als een dreigend scenario, is op sommige plekken al werkelijkheid. Waterbedrijven als Vitens en Brabant Water hebben in bepaalde gebieden geen ruimte meer om nieuwe zakelijke klanten aan te sluiten. Ook nieuwbouwprojecten voor woningen lopen gevaar.
Volgens Hans de Groene van Vewin dreigt Nederland af te stevenen op hetzelfde soort capaciteitsproblemen als bij het elektriciteitsnet. En dat is slecht nieuws voor burgers én bedrijven.
Want waar de energietransitie al voor vertragingen zorgt bij bedrijfsvestigingen en woningbouw, dreigt een tekort aan watercapaciteit daar nog een extra obstakel aan toe te voegen. Zonder water stopt alles: wonen, werken en economische ontwikkeling.
Waarom is dit probleem zo urgent geworden?
Tien jaar geleden lag de focus bij waterbedrijven vooral op het zuiveren van water. Vervuilingen zoals medicijnresten en PFAS vroegen om investeringen in betere filtersystemen. Maar de laatste jaren is er een fundamenteel nieuw probleem bijgekomen: onvoldoende uitbreidingscapaciteit.
De vraag naar water stijgt explosief. Door bevolkingsgroei, intensievere landbouw, droge zomers en de bouw van honderdduizenden woningen is er simpelweg méér nodig dan het huidige systeem aankan. Toch is het lastig om nieuwe bronnen aan te boren of bestaande capaciteit op te schalen.
De oorzaken zijn divers:
Trage vergunningsprocedures
Tekort aan personeel bij overheden
Strenge stikstofregels
Beperkingen door natuurwetgeving (zoals Natura 2000)
Bezwaren van omwonenden of natuurorganisaties
Deze optelsom van vertragingen verschilt per regio, maar het effect is overal hetzelfde: waterbedrijven kunnen niet snel genoeg schakelen.
Voorbeeld: Meijendel en de natuur versus de kraan
Een goed voorbeeld van hoe ingewikkeld de situatie is, speelt zich af in het duingebied Meijendel, ten noorden van Den Haag. Hier heeft Dunea een belangrijke locatie voor waterwinning. Tegelijk is het gebied onderdeel van het Natura 2000-netwerk, met strenge beschermingsregels voor flora en fauna.
Elke uitbreiding moet tot in detail aantonen wat het effect zal zijn op kwetsbare natuur. Dikke rapporten, jarenlang overleg en juridische procedures zijn eerder regel dan uitzondering.
Drossaert vindt het ironisch: “Dit natuurgebied is ooit juist beschermd gebleven dankzij onze waterwinning. Het werd niet volgebouwd, juist omdat het nodig was voor schoon drinkwater. En nu houden diezelfde natuurregels ons tegen.”
Volgens hem is het streven naar natuurbehoud natuurlijk belangrijk, maar zou er meer balans moeten zijn tussen ecologie en maatschappelijke noodzaak. “Als we de uitbreiding niet mogen doen, krijgen duizenden mensen straks een huis zonder water.”
Wat doet de overheid? En is het genoeg?
De inmiddels afgetreden minister Barry Madlener (Waterstaat) zette een actieplan op om het drinkwatersysteem sneller uit te breiden. Daarin is aandacht voor vergunningen, nieuwe bronnen en betere samenwerking tussen overheden.
Toch zeggen waterbedrijven dat het tot nu toe nog weinig concrete verlichting heeft gebracht. Veel hangt af van de uitvoering: als er dit jaar geen duidelijkheid komt over vergunningen, halen bedrijven zoals Dunea hun doelen voor 2030 simpelweg niet.
En dat betekent niet alleen een vertraging in woningbouw, maar ook een risico op regionale leveringsproblemen voor bestaande aansluitingen bij langdurige droogte of piekverbruik.
Wat zijn de gevolgen voor de burger?
De impact is groot, vooral voor woningzoekenden en ondernemers. Nieuwe woningen die niet aangesloten kunnen worden op drinkwater zijn onbewoonbaar. Geen douche, geen toilet, geen keukenwater.
Voor bedrijven betekent het stagnatie. Horeca, industrie, landbouw – allemaal hebben ze schoon water nodig om te functioneren. In combinatie met netcongestie voor elektriciteit maakt dit Nederland minder aantrekkelijk voor economische groei en innovatie.
Kortom: het drinkwaternet wordt de volgende bottleneck in onze infrastructuur. En het raakt iedereen.
Tijd voor actie – of straks woningen zonder leven
Als de procedures en regels niet soepeler en sneller worden, dreigt er een scenario waarin Nederland letterlijk droog komt te staan. Niet door gebrek aan water op zich, maar door een falend systeem dat onvoldoende meegroeit met de realiteit.
Een woning zonder stroom is lastig. Maar een woning zonder water is onleefbaar. Daarom is het nu tijd om dit probleem serieus te nemen. Want als we blijven hangen in papierwerk, procedures en beleid zonder vaart, dan komt er misschien wel een woning uit de grond – maar geen druppel uit de kraan.