Uit recent onderzoek blijkt dat tientallen statushouders hun sociale huurwoningen illegaal onderverhuren. Deze woningen zijn met voorrang toegewezen via een urgentieverklaring, speciaal bedoeld om erkende asielzoekers snel aan woonruimte te helpen.
Toch worden deze woningen in toenemende mate commercieel uitgebuit. Vooral via Arabischtalige Facebookgroepen worden kamers en studio’s aangeboden voor bedragen die oplopen tot wel 1500 euro per maand.
Van voorrangsregeling naar verdienmodel
Statushouders krijgen vanuit hun vluchtelingenstatus sneller toegang tot sociale huurwoningen. Dit systeem is opgezet om mensen in kwetsbare situaties snel aan een veilige en stabiele plek te helpen. Maar zoals uit een undercoveronderzoek van het Algemeen Dagblad blijkt, zijn er steeds meer gevallen waarbij deze woningen niet als hoofdverblijf worden gebruikt, maar juist worden ingezet als verdienmodel.
Een voorbeeld: een Syrische man uit Amsterdam heeft via woningcorporatie Ymere een studio toegewezen gekregen. Hij betaalt er zelf ongeveer 700 euro per maand voor, maar verhuurt deze vervolgens voor het dubbele.
Zelf woont hij er niet eens meer; hij verblijft bij zijn vrouw, die op haar beurt ook een sociale huurwoning kreeg toegewezen. Een ander geval in Maassluis laat zien hoe een man met een ruime woning – drie slaapkamers – één van die kamers voor 500 euro per maand aanbiedt, terwijl hij zelf van de voorrangsregeling heeft geprofiteerd.
Actief op Facebook en andere platforms
De praktijken worden vaak openlijk uitgevoerd. Vooral op Arabischtalige Facebookgroepen verschijnen regelmatig berichten waarin kamers en studio’s worden aangeboden tegen forse prijzen. Het zijn geen incidentele gevallen: de onderverhuur lijkt goed georganiseerd, en in sommige gevallen zelfs structureel.
Deze vorm van woonfraude komt volgens woningcorporaties steeds vaker voor. Steden als Amsterdam, Rotterdam, Capelle aan den IJssel en Maassluis zijn getroffen. In al deze gevallen gaat het om woningen in de sociale huursector, beheerd door woningcorporaties als Ymere, Maasdelta en Havensteder.
Woningcorporaties slaan alarm
De betrokken woningcorporaties geven aan dat onderverhuur verboden is en dat zij regelmatig tegen woonfraude aanlopen. Volgens Havensteder speelt dit probleem bij mogelijk één op de tien sociale huurwoningen in Rotterdam.
Wat het extra pijnlijk maakt, is dat juist de mensen die via urgentie een woning krijgen, soms misbruik maken van het systeem. Deze woningen zijn bedoeld voor mensen in nood, niet voor commerciële exploitatie.
Ymere alleen al stelde in 2024 meer dan 300 gevallen van woonfraude vast. Toch blijft het moeilijk om fraudeurs aan te pakken.
Handhaving is ingewikkeld omdat woningcorporaties vooral afhankelijk zijn van meldingen van omwonenden of verdachte signalen. Zolang niemand iets meldt of duidelijke aanwijzingen ontbreken, kan de situatie maandenlang onopgemerkt blijven.
Reactie van de overheid: ‘Afkeurenswaardig gedrag’
Het ministerie van Volkshuisvesting reageert fel op de misstanden en noemt het gedrag “afkeurenswaardig”.
Toch ligt de daadwerkelijke handhaving bij gemeenten en woningcorporaties. Dit betekent dat er lokaal actie moet worden ondernomen om woonfraude aan te pakken. In praktijk blijkt dat vaak lastig, mede door personeelstekorten en een gebrek aan meldingsbereidheid onder buurtbewoners.
Gevolgen voor de woningmarkt
De gevolgen van deze praktijken zijn niet alleen oneerlijk, maar ook schadelijk voor de woningmarkt. Sociale huurwoningen zijn schaars, zeker in grote steden.
Door deze vormen van fraude blijven echte woningzoekenden langer op de wachtlijst staan, terwijl woningen worden gebruikt voor eigen financieel gewin. Dit veroorzaakt frustratie bij woningzoekenden én bij buurtbewoners, die overlast ervaren of zien dat woningen langdurig leeg staan of bezet worden door vreemden.
Tijd voor strengere controles en snellere handhaving
Er klinkt steeds luider de roep om strengere controles en snellere handhaving. Sommige gemeenten experimenteren al met digitale meldpunten of anonieme tiplijnen.
Ook het koppelen van gegevens van woningcorporaties aan gemeentelijke registratiesystemen kan helpen bij het sneller opsporen van verdachte situaties, zoals bewoners die ingeschreven staan op een adres maar daar feitelijk niet wonen.
Daarnaast wordt er gepleit voor meer voorlichting aan statushouders, zodat zij beter begrijpen wat hun rechten en plichten zijn als huurder. Niet iedereen die onderverhuurt doet dit bewust met kwade intenties; in sommige gevallen spelen onwetendheid of financiële problemen ook een rol.
Woonfraude aanpakken begint bij bewustwording
Het aanpakken van woonfraude begint bij bewustwording en meldingsbereidheid. Buurtbewoners die vermoeden dat er iets niet klopt, worden aangemoedigd om dit te melden bij de woningcorporatie of de gemeente. Alleen dan kan er effectief worden opgetreden en kunnen misstanden worden aangepakt.
De urgentieverklaring moet blijven bestaan als middel om kwetsbare groepen snel aan woonruimte te helpen. Maar om draagvlak voor dit systeem te behouden, is het cruciaal dat er geen ruimte is voor misbruik. Een eerlijke woningmarkt begint bij gelijke kansen – en dus ook bij gelijke regels voor iedereen.