Er wordt steeds duidelijker dat de PVV onder leiding van Geert Wilders mogelijk op ramkoers richting oppositie staat. Steeds meer partijen sluiten samenwerking uit, waardoor de kans op deelname aan een kabinet slinkt. Toch laat Wilders het er niet bij zitten.
Hij zet allerlei middelen in om zijn positie te versterken, om in de publieke opinie en binnen de achterban relevant te blijven. De laatste weken ontvouwen zich slimme strategieën waarin campagne, media-optredens en symbolische acties samenkomen.
Venlo als strijdtoneel
Venlo speelt een opvallende rol in de pogingen van Wilders om zich te profileren. De stad wordt niet alleen gebruikt als startpunt van de verkiezingscampagne, maar ook als podium voor mediagenieke acties.
Tijdens de campagne-aftrap in Venlo werd hij geconfronteerd met dreigementen, die leidden tot arrestaties.
Dat incident poogt hij te gebruiken om zijn boodschap kracht bij te zetten: veiligheid, dreiging van buitenaf en de noodzaak van zijn partij als hoeder van orde.
PVV voert campagne alsof het al in de oppositie zit, maar tegelijk laat Wilders blijken dat hij niet weg te denken is.
Dat Venlo – een plaats waar de partij veel steun geniet – wordt ingezet als toneel voor mediaoptredens, versterkt zijn beeld onder de achterban en het publiek. De aandacht voor die plek is dan ook strategisch.
Strategieën om relevant te blijven
Wilders gebruikt meerdere tactieken om zijn partij in de spotlight te houden:
Openbaar optreden en speeches: hij voert campagne, ook in regio’s met een loyale aanhang, en geeft aan dat hij ziet als kandidaat-premier – ook voor het geval een meerderheidscoalitie niet haalbaar is.
Media-optredens: interviews, persmomenten en posts op sociale media worden bewust ingezet om te laten zien dat Wilders niet wegvalt, ook al wordt hij in gesprekken over coalitie uitgesloten.
Gebruik van controverses en veiligheid: bijvoorbeeld het benoemen van bedreigingen of uitsluiting als bewijs dat hij met tegenstand te maken heeft. Dat versterkt bij supporters het idee dat hij “de stem van degenen die zich niet gehoord voelen” blijft.
Open zijn voor alternatieve regeringsvormen: Wilders laat doorschemeren dat hij liever deelneemt aan een meerderheidskabinet, maar ook een minderheidskabinet met hem als premier niet uitsluit. Daarmee houdt hij opties open.
Steun in de achterban blijft groot ondanks isolatie
Ondanks dat steeds meer partijen publiekelijk aangeven niet met PVV samen te willen werken, lijkt de achterban van Wilders voorlopig trouw. De PVV weet in steden als Venlo een sterke aanhang te behouden, en campagne-evenementen daar trekken volle zalen.
De symboliek helpt: wanneer je wordt uitgesloten, kun je het frame gebruiken van onderdrukking of onrecht, wat bij deze aanhang aanslaat.
De loyaliteit blijkt ook uit peilingen: PVV scoort hoog in Limburg en op andere plaatsen waar hun boodschap over identiteit, veiligheid en immigratie resoneren. Dat geeft Wilders de financiële en morele ruimte om op te blijven treden alsof hij een relevante speler blijft – ongeacht de formele politieke positie.
De bedreigingen én risico’s
Wilders’ aanpak is niet zonder risico’s. Goede strategieën kunnen averechts werken als het publiek de indruk krijgt dat het alleen om show gaat.
Te veel mediacontent zonder inhoud, of het voortdurend herhalen van controversiële uitspraken, kan leiden tot verzadiging of zelfs afkeer.
Daarnaast is er de politieke realiteit: de uitsluiting door veel partijen betekent dat zelfs met veel stemmen PVV mogelijk weinig macht krijgt. Als Wilders niet kan aantonen dat hij constructief is en bereid samen te werken, kan hij blijven hangen in de oppositie zonder invloed. Dat kan op termijn de steun onder twijfelende kiezers ondermijnen.
Wat dit zegt over de Nederlandse politiek
De huidige strategie van Wilders laat zien hoe polarisatie en beeldvorming steeds centraler worden in de Nederlandse politiek.
Steeds meer gaat het niet alleen om beleidsvoorstellen, maar ook om wie het verhaal vertelt, wie zich uitgesloten voelt, wie de ‘strijd’ claimt. Campagnes zijn vaker theater, hoewel met echte politieke gevolgen.
Ook laat het zien dat de grenzen van samenwerking steeds scherper worden. Sommige partijen willen duidelijk afstand nemen van PVV op basis van kwestie identiteit of uitsluiting van PVV vanwege diens imago.
Dat zet Wilders in een defensieve positie, maar tegelijkertijd creëert hij er een eigen narratief mee naar zijn supporters: “kijk hoe anderen ons marginaliseren zodat wij juist de stem van velen zijn”.
Conclusie
De PVV lijkt op weg naar de oppositie, maar Geert Wilders grijpt alle kansen aan om relevant te blijven. Venlo wordt ingezet als podium, mediatrucs worden niet geschuwd, en hij laat weten alternatieven open te houden.
De achterban blijft voorlopig trouw, mede door de symboliek van exclusie en de bevestiging van zijn boodschap.
Toch blijft het spannend hoe dit uitpakt. Zonder coalitiemogelijkheden blijft PVV in een positie met weinig directe invloed, en zal Wilders continu moeten balanceren tussen het claimen van strijd en het bieden van inhoudelijke alternatieven.
Voor nu geldt: wie denkt dat PVV uit beeld verdwijnt, heeft de reizen door Venlo en de campagneoptredens onvoldoende gevolgd. Maar juist in die zichtbaarheid liggen zowel kansen als gevaren.