De afgelopen jaren klinkt steeds vaker de roep om strengere maatregelen tegen asielzoekers die zich misdragen.

Veel Nederlanders begrijpen niet waarom mensen die zich niet aan de regels houden, tóch in ons land mogen blijven.
Want eerlijk is eerlijk: wie hier gastvrij wordt ontvangen, maar vervolgens voor overlast of zelfs criminaliteit zorgt, zou logischerwijs toch gewoon teruggestuurd moeten worden?
Toch blijkt dit in de praktijk een stuk ingewikkelder.
In dit artikel lees je waarom criminele asielzoekers vaak niet worden uitgezet en welke verborgen redenen hierachter schuilgaan.
Uitzetten klinkt logisch, maar blijkt vaak onmogelijk
Voor veel mensen is het idee simpel: als iemand zich misdraagt, stuur diegene terug naar zijn thuisland. Maar zodra het gaat om asielzoekers die bescherming vragen, wordt de situatie een stuk complexer.
Nederland zit namelijk vast aan allerlei internationale verdragen, waaronder het Vluchtelingenverdrag van Genève en Europese wetgeving.
Deze regels zijn bedoeld om mensen die vluchten voor oorlog of vervolging te beschermen.
Het gevolg? Zelfs wie zich schuldig maakt aan strafbare feiten, kan vaak niet zomaar worden uitgezet.
Internationale verdragen zetten de deur op slot
Een van de belangrijkste redenen is dat Nederland, net als andere EU-landen, verplicht is om vluchtelingen bescherming te bieden zolang er gevaar is in hun thuisland.
Stel dat iemand afkomstig is uit Syrië, Afghanistan of Eritrea, dan kan Nederland hem of haar niet terugsturen zolang daar oorlog, marteling of vervolging dreigt.
Zelfs wanneer diegene hier crimineel gedrag vertoont, wordt uitzetting vaak tegengehouden.
Juridisch gezien is de bescherming van mensenrechten sterker dan het recht om iemand te verwijderen.
Thuislanden werken vaak niet mee
Een ander groot obstakel is dat veel landen van herkomst simpelweg weigeren om hun burgers terug te nemen.
Denk aan Marokko, Algerije of bepaalde Afrikaanse landen die geen reisdocumenten afgeven. Zonder paspoort of identiteitsbewijs kan Nederland iemand simpelweg niet terugsturen.
Dat betekent dat criminele asielzoekers vaak in een soort niemandsland belanden: ze kunnen hier niet weg, maar Nederland kan ze ook niet kwijt.
In de praktijk blijven ze dus gewoon in opvanglocaties of – erger nog – op straat rondlopen.
Angst voor schending van mensenrechten
Nederland wil koste wat kost voorkomen dat het internationaal wordt veroordeeld voor mensenrechtenschendingen.
Zodra er een risico bestaat dat iemand in zijn thuisland gemarteld of geëxecuteerd wordt, grijpen rechters in. Zelfs bij ernstige delicten oordeelt de rechter vaak dat uitzetting niet mag.
Het recht op leven en veiligheid staat in zulke gevallen boven de Nederlandse wens om iemand kwijt te raken.
Politieke verdeeldheid verlamt de aanpak
De politiek speelt hierin ook een grote rol. Waar sommige partijen roepen dat er direct uitgezet moet worden, waarschuwen andere partijen juist dat Nederland internationale afspraken moet nakomen.
Deze verdeeldheid zorgt ervoor dat er jarenlang weinig verandert. Het gevolg?
Burgers zien steeds opnieuw dezelfde berichten over asielzoekers die overlast veroorzaken of misdrijven plegen, terwijl de roep om strengere maatregelen alleen maar groeit.
Procedure op procedure: eindeloze rechtszaken
Een asielzoeker die wordt veroordeeld voor een misdrijf, heeft vaak nog steeds recht op een hele reeks procedures.
Advocaten dienen hoger beroep in, er worden verzoeken om herziening gedaan, en elke nieuwe procedure betekent uitstel van uitzetting. In sommige gevallen duurt dit proces jaren.
Ondertussen verblijft de betrokkene in Nederland, soms zelfs zonder toezicht. Dit geeft bij veel Nederlanders het gevoel dat het systeem faalt.
De druk op opvang en samenleving neemt toe
Doordat uitzetting vaak niet lukt, blijven ook criminele asielzoekers gebruikmaken van opvang, zorg en voorzieningen. In sommige gemeenten leidt dit tot onrust.
Denk aan verhalen over overlast in asielzoekerscentra, winkeldiefstallen of intimidatie op straat.
Burgers ervaren dit als onrechtvaardig: wie zich niet gedraagt, zou geen aanspraak meer moeten maken op gastvrijheid. Toch blijkt het in de praktijk anders te lopen.
Nederland staat niet alleen
Het probleem speelt overigens niet alleen in Nederland. In heel Europa worstelen landen met dezelfde vraag: hoe ga je om met asielzoekers die zich misdragen, terwijl je gebonden bent aan internationale regels?
Duitsland, Frankrijk en België kampen met vergelijkbare situaties. Overal klinkt dezelfde frustratie, maar overal lopen landen tegen dezelfde juridische muren aan.
Mogelijke oplossingen, maar weinig daadkracht
Er wordt al jaren gesproken over strengere regels. Denk aan het sneller intrekken van verblijfsvergunningen of het sluiten van deals met landen van herkomst om mensen terug te nemen. In de praktijk blijkt dit echter lastig.
Landen werken vaak niet mee, en internationale verdragen zijn moeilijk aan te passen.
Toch groeit de druk om tot actie te komen, zeker nu de publieke opinie steeds kritischer wordt.
Conclusie: een probleem zonder snelle oplossing
De reden dat criminele asielzoekers vaak niet worden uitgezet, is dus een combinatie van internationale verdragen, onwillige thuislanden, mensenrechtenbescherming en eindeloze procedures.
Het klinkt misschien eenvoudig om te zeggen dat ze “gewoon teruggestuurd” moeten worden, maar de werkelijkheid is weerbarstig.
Zolang deze juridische en diplomatieke obstakels blijven bestaan, blijft Nederland gevangen in een systeem dat burgers frustreert en politici verdeelt.
Frustratie onder burgers groeit
Het gevolg van dit alles is dat steeds meer Nederlanders hun vertrouwen in het systeem verliezen.
Wanneer men leest dat iemand keer op keer de fout in gaat maar tóch mag blijven, voelt dat onrechtvaardig.
Het voedt het idee dat de overheid niet in staat is om orde te handhaven en dat regels alleen gelden voor de hardwerkende burger.
Die kloof tussen wat burgers verwachten en wat er in werkelijkheid gebeurt, maakt de discussie over asielzoekers en uitzetting alleen maar feller.





