Een 25-jarige statushouder uit Afghanistan moet binnen twee weken het asielzoekerscentrum (azc) in Luttelgeest verlaten.

De rechter heeft geoordeeld dat hij zijn recht op opvang heeft verspeeld, omdat hij een aangeboden woning in het nabijgelegen Marknesse weigerde.
Het besluit zorgt voor discussie over hoe streng de regels voor statushouders moeten zijn, vooral in situaties waarin mentale problemen en eenzaamheid een rol spelen.
Van opvang naar zelfstandigheid
De man verblijft sinds maart vorig jaar in Nederland en kreeg de status van vluchteling, wat betekent dat hij recht heeft op een eigen woning.
Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) vond voor hem een geschikte woning in Marknesse, slechts enkele kilometers verderop. Toch weigerde hij daarheen te verhuizen. De reden: hij wilde niet alleen wonen.
Tijdens de rechtszitting legde de Afghaanse man uit dat hij het mentaal zwaar heeft en zich niet in staat voelt om op eigen benen te staan. “Ik heb geen familie hier, geen vader of moeder. Mijn vrienden in Luttelgeest zijn mijn enige steun.
Zonder hen red ik het niet,” vertelde hij geëmotioneerd. Volgens eigen zeggen gebruikt hij medicijnen die hem helpen slapen en de energie geven om Nederlandse les te volgen.
De rechter: regels zijn regels
Het COA hield voet bij stuk en benadrukte dat de woning in Marknesse voldeed aan alle eisen. Het was een passende woning, niet te ver weg, en daarmee een redelijke stap richting zelfstandigheid.
Omdat de man deze kans weigerde, heeft hij volgens het COA zijn recht op opvang verloren.
De rechter gaf het COA gelijk. Volgens de rechtbank waren de bezwaren van de man – dat hij liever bij zijn vrienden bleef – geen reden om de woning als ongeschikt te bestempelen.
“Zijn bezwaren tegen de woning maakten de woning niet ongeschikt,” oordeelde de rechter. Daarbij werd ook meegewogen dat de man meerdere keren is gewaarschuwd over de gevolgen van het weigeren van een woning.
Emotionele band met het azc
In zijn verklaring tijdens de zitting benadrukte de statushouder dat hij zich veilig voelt in Luttelgeest. Daar heeft hij een sociaal netwerk opgebouwd en voelt hij zich niet alleen.
“Ik heb eindelijk wat rust gevonden. Als ik nu alleen moet wonen, stort alles in. Ik word dan erg eenzaam,” zei hij.
Zijn verhaal raakte aanwezigen, maar volgens de rechter kan emotionele gehechtheid aan het azc geen reden zijn om de regels aan te passen.
Het asielzoekerscentrum is bedoeld als tijdelijke opvang, niet als permanente woonplek. Zodra iemand een verblijfsstatus krijgt en een woning wordt aangeboden, is de bedoeling dat die persoon zelfstandig verder gaat.
COA: opvangplekken hard nodig
Een ander belangrijk argument van het COA is de enorme druk op de opvangcapaciteit. Door de voortdurende toestroom van asielzoekers zijn plekken in azc’s schaars.
“We hebben de opvangplekken hard nodig voor mensen die nog in de asielprocedure zitten of wel aanspraak kunnen maken op opvang,” aldus het COA.
Het weigeren van een woning heeft daardoor directe gevolgen voor andere asielzoekers. Wanneer iemand blijft zitten in het azc terwijl hij al recht heeft op een woning, blokkeert dat een plek voor iemand anders.
Dat speelt een belangrijke rol in het beleid van het COA en was ook doorslaggevend in het oordeel van de rechter.
Discussie over menselijkheid versus regels
De zaak roept vragen op over de balans tussen menselijkheid en regelgeving. Enerzijds wordt begrip getoond voor de mentale worsteling van de jonge man, die zich in een vreemd land zonder familie bevindt. Anderzijds is er de noodzaak van duidelijke regels, zodat het opvangsysteem niet vastloopt.
Critici vinden dat instanties te weinig rekening houden met de psychische toestand van sommige statushouders.
“Als iemand duidelijk aangeeft dat hij mentaal instabiel is, moet je niet verwachten dat hij van de ene op de andere dag zelfstandig kan wonen,” stelt een betrokken vrijwilliger uit de regio.
Tegenstanders daarentegen wijzen erop dat Nederland al kampt met een ernstig woningtekort en dat statushouders die woningen weigeren, het proces voor anderen vertragen. “We hebben allemaal regels, en die gelden ook voor vluchtelingen,” klinkt het argument.
Krapte in de opvang blijft een groot probleem
Het tekort aan opvangplekken in Nederland is al jaren een groot probleem. Ter Apel, het grootste aanmeldcentrum van het land, is regelmatig overvol.
Om die reden werden er de afgelopen tijd extra opvanglocaties geopend, onder meer in Biddinghuizen.
Ondanks deze noodmaatregelen blijft het aantal beschikbare plekken beperkt. Daardoor kijkt het COA scherp naar wie er wel en niet in een azc mag blijven. Mensen die een woning aangeboden krijgen, worden geacht die kans te benutten zodat er weer ruimte vrijkomt voor nieuwe asielzoekers.
Vluchtelingenwerk over wachttijden en stress
Organisaties als Vluchtelingenwerk Nederland wijzen al langer op de psychische druk die het systeem met zich meebrengt.
Volgens hen zorgen lange wachttijden, taalbarrières en onzekerheid over de toekomst voor veel stress en mentale problemen bij vluchtelingen.
De situatie van de Afghaanse man laat volgens hen zien dat het niet altijd zo simpel is om iemand “even” naar een eigen woning te sturen.
Eenzaamheid en psychische klachten kunnen ervoor zorgen dat een stap naar zelfstandigheid te groot is. Toch blijft de wet duidelijk: wie een geschikte woning weigert, verliest het recht op opvang.
Toekomst van de man onduidelijk
Wat er nu met de 25-jarige man gaat gebeuren, is nog niet bekend. Hij heeft twee weken om het azc te verlaten, maar het is de vraag of hij alsnog in Marknesse zal gaan wonen of een andere oplossing kan vinden.
De uitspraak van de rechter is bindend, wat betekent dat hij zonder nieuwe juridische stappen geen aanspraak meer maakt op een plek in Luttelgeest.
Conclusie
Het verhaal van de Afghaanse statushouder legt een gevoelig dilemma bloot in het Nederlandse asielsysteem.
Enerzijds is er begrip voor zijn persoonlijke situatie en mentale problemen, anderzijds is het voor het COA onmogelijk om uitzonderingen te blijven maken.
De rechter stelde duidelijk dat regels moeten worden nageleefd, juist om het systeem draaiende te houden. Daarmee komt opnieuw de vraag op tafel: hoe combineer je menselijkheid met beleid in een opvangsysteem dat al op zijn limiet draait?
Bron: NOS





