Zes jaar geleden betrok Zoey, nu 36 jaar, haar eerste eigen appartement. “Het was echt mijn droom om een eigen plekje te hebben. Daarvoor woonde ik altijd bij mijn ouders of deelde ik een huis met vriendinnen. Dit appartement voelde als een nieuwe start, mijn eigen veilige haven,” vertelt Zoey.
“Ik ben alleen en heb helemaal geen behoefte om te verhuizen. Toch is er iets bij de buren aan de hand dat me behoorlijk dwarszit, en ik weet niet goed hoe ik ermee moet omgaan.”
Zoey’s appartement ligt naast dat van een leuk stel, met wie ze in de loop der jaren een goede verstandhouding heeft opgebouwd. “Vooral met de buurvrouw heb ik fijn contact. We zijn geen dikke vriendinnen die bij elkaar over de vloer komen, maar we staan wel voor elkaar klaar.
Als ik een paar dagen weg ben, zorgt zij voor mijn katten en ik haal hun post op als ze op vakantie zijn. Het voelt goed om op die manier op elkaar te kunnen rekenen. Een goede buur is tenslotte beter dan een verre vriend.”
Maar hoewel Zoey het meeste contact heeft met de buurvrouw, is het de buurman die haar momenteel kopzorgen bezorgt. “De buurman werkt, net als ik, vanuit huis. Zijn vrouw daarentegen werkt als receptioniste en is dus vaak de hele dag weg.
Omdat ik zelf ook thuis werk, heb ik door de jaren heen een aardig beeld gekregen van de dagelijkse routine van mijn buren. Zo weet ik precies wanneer de thuiszorg bij mijn andere buurvrouw komt en als ze veel te laat zijn, bel ik even aan om te kijken of alles in orde is.
Dat beetje sociale controle vind ik belangrijk, zeker in een flat waar je dicht op elkaar leeft.”
Maar de buurman lijkt niet door te hebben dat Zoey ook goed op de hoogte is van wat er op de galerij gebeurt. “Twee keer per week krijgt hij vrouwelijk bezoek. Op dinsdag komt er een blonde vrouw langs, en op donderdag een donkerharige.
De muren in onze flat zijn ontzettend dun, dus ik hoor precies wat er binnen gebeurt. Laten we zeggen dat die vrouwen niet alleen voor de koffie komen. Ze gaan er behoorlijk los op, en het is niet iets wat je gemakkelijk kunt negeren.”
Zoey voelt zich ongemakkelijk met de kennis die ze over haar buurman heeft opgedaan. “Het voelt niet goed om te weten wat hij doet terwijl zijn vrouw aan het werk is. Natuurlijk weet ik niet wat voor afspraken ze binnen hun relatie hebben, misschien is het wel een open relatie.
Maar toch voelt het heel raar en lastig om mijn neus uit hun zaken te houden. Elke dinsdag en donderdag moet ik luisteren naar hun activiteiten, en het beïnvloedt mijn eigen rust thuis.”
Op een gegeven moment besluit Zoey dat ze op een subtiele manier wil laten weten dat ze alles hoort. “Ik wil geen ruzie veroorzaken of hun relatie in de problemen brengen, maar ik wilde wel aangeven dat ik de geluiden kan horen.
Dus vroeg ik hem op een dag: ‘De muren zijn hier zo dun, heb jij wel eens last van mijn telefoongesprekken tijdens mijn werk?’ Hij antwoordde dat hij me wel kan horen, maar dat hij er geen last van heeft. Toen móést hij toch wel beseffen dat ik alles kan horen wat er bij hem gebeurt?”
Maar ondanks dit gesprek, veranderen de dingen niet. “Zijn afspraakjes gaan gewoon door, alsof er niets aan de hand is. Tijdens de vakantie, toen zijn vrouw thuis was, stopte het even. Maar nu het gewone leven weer is begonnen, komen zijn vriendinnen weer elke week langs.
Een vriendin van mij zei dat ik gewoon tegen de buurman moest zeggen dat ik alles hoor, liefst als zijn vrouw erbij is. ‘Dan weet je meteen of zij op de hoogte is,’ zei ze. Maar ik durf dat niet zo goed. Je woont tenslotte naast elkaar…”
Zoey weet niet goed waar de grens ligt tussen gezonde sociale controle en je te veel met iemand bemoeien. “Ik vind het ontzettend moeilijk. Het laatste wat ik wil, is problemen veroorzaken in hun relatie. Maar aan dat ongemakkelijke gevoel wil ik ook iets doen.
Misschien moet ik toch een manier vinden om het ter sprake te brengen, maar hoe? Ik zit hier echt mee in mijn maag en wil graag weer rustig van mijn eigen huis kunnen genieten zonder die zorgen in mijn hoofd.”