Een goed raadsel zet je hersenen flink aan het werk en laat je nadenken op manieren die je misschien niet meteen verwacht. Een klassiek voorbeeld daarvan is het volgende raadsel, dat op het eerste gezicht eenvoudig lijkt, maar als je er wat dieper over nadenkt, voor de nodige verwarring kan zorgen. Het gaat als volgt:
Voor veel mensen klinkt dit in eerste instantie als een wiskundige puzzel. Als je het aantal moeders en dochters optelt, zou je denken dat het om vier personen gaat. Twee moeders en twee dochters betekent immers dat er vier mensen aan tafel zitten. En als iedereen één hamburger eet, zouden er dus vier hamburgers moeten worden genuttigd, toch?
Dat lijkt logisch. Maar in dit raadsel klopt dat dus niet. Er worden maar drie hamburgers gegeten. Het is een simpel gegeven, en toch zorgt het voor veel verwarring. Je hersenen proberen de oplossing te vinden door het probleem steeds vanuit dezelfde hoek te benaderen. We zijn gewend om letterlijk te denken, maar soms ligt de oplossing in een andere richting.
Een van de redenen dat dit soort raadsels zo lastig kan zijn, is omdat we vastzitten in de manier waarop we taal en logica benaderen. In dit geval gaan we er automatisch vanuit dat elke persoon individueel telt als één moeder of één dochter.
Maar is dat wel echt het geval? Kan er een situatie zijn waarin het aantal moeders en dochters niet optelt tot vier, zelfs als we twee moeders en twee dochters hebben?
De truc zit hem in de aannames die we maken. Vaak vergeten we dat mensen meer dan één rol kunnen vervullen. Iemand kan bijvoorbeeld tegelijkertijd een moeder én een dochter zijn. En dat is precies wat er in dit raadsel aan de hand is. Het speelt in op onze neiging om mensen als losse individuen te zien zonder na te denken over de verschillende rollen die ze tegelijkertijd kunnen vervullen.
Om het op te lossen, moeten we even afstand nemen van die gedachte en inzien dat het aantal mensen niet per se overeenkomt met het aantal moeders en dochters als we die termen als rollen zien in plaats van individuen.
Laten we nu de situatie stap voor stap uitleggen, zonder de oplossing te verraden:
We beginnen met twee moeders en twee dochters. Op het eerste gezicht lijkt dat te betekenen dat we vier mensen hebben, maar laten we even stilstaan bij wie deze moeders en dochters kunnen zijn. Wat als één van de moeders zelf ook een dochter is? Dan hebben we namelijk niet vier mensen, maar drie.
Stel je een gezin voor waarin de grootmoeder (oma), de moeder, en de kleindochter samen uit eten gaan. De grootmoeder is een moeder, maar haar dochter, die ook mee is, is óók een moeder.
Daarnaast is de kleindochter de dochter van de moeder, wat betekent dat zij de tweede dochter in dit verhaal is.
Dus in dit scenario heb je twee moeders (de grootmoeder en de moeder) en twee dochters (de moeder en de kleindochter). Hoewel er in totaal maar drie mensen aan tafel zitten, is iedereen zowel moeder als dochter, afhankelijk van welke generatie je bekijkt.
En daar is de oplossing! Door de verschillende rollen te erkennen, besef je dat er niet vier mensen nodig zijn om het raadsel kloppend te maken. Het zijn er drie, en daarom worden er slechts drie hamburgers gegeten. Elk persoon heeft immers slechts één hamburger nodig.
Het raadsel laat je zien hoe belangrijk het is om verder te denken dan het voor de hand liggende. Vaak ligt de oplossing niet in wat we letterlijk lezen of horen, maar in het feit dat we verder moeten kijken naar de onderliggende structuren. In dit geval was dat de dubbele rol van sommige mensen in een familie.
Dus, om het nog even samen te vatten: De oplossing van het raadsel is dat er slechts drie personen zijn – een grootmoeder, een moeder (die ook de dochter is van de grootmoeder), en een kleindochter. Deze drie personen zorgen voor twee moeders en twee dochters, waardoor er maar drie hamburgers worden gegeten, terwijl iedereen één hamburger eet.