Merel, 56 jaar, zit op haar lichte, modern ingerichte bank, haar strakke kleding en stijlvolle kapsel onderstrepen haar energieke uitstraling. Ze kijkt bedachtzaam naar haar dochter, Sophie, die tegenover haar zit met haar handen vermoeid op haar schoot.
“Ik voel me gewoon nog niet oud genoeg om ‘oma’ genoemd te worden,” zegt Merel vastberaden. De woorden lijken keer op keer terug te komen in hun gesprekken, vooral sinds Sophie drie jaar geleden beviel van haar dochter Emma. “Oma… dat klinkt zo oud en stoffig, dat past niet bij mij.”
Sophie, zelf een drukke dertiger, rolt met haar ogen. “Mam, je bént een oma. Dat kun je niet zomaar negeren. Emma heeft een oma nodig.” Ze kijkt haar moeder doordringend aan, bijna wanhopig. “Iedereen noemt zijn grootouders zo. Wat is er nou zo erg aan? Waarom moet jij het weer anders doen dan anderen?”
Merel trekt haar wenkbrauwen op en leunt naar voren. “Kijk, Sophie, ik hou van Emma. Ze is mijn kleindochter, daar gaat het niet om. Maar ik voel me jong, actief, en ik ben nog lang niet klaar voor dat ‘oma’ label. Het maakt dat ik me ouder voel dan ik ben. Ik wil niet in dat hokje geplaatst worden, dat snap je toch wel?”
Dit onderwerp drijft moeder en dochter regelmatig tot kleine woordenwisselingen, waarbij beide partijen zich onbegrepen voelen. Voor Sophie is het simpel: haar moeder is oma, dus noem haar oma. Maar voor Merel is de situatie allesbehalve eenvoudig.
Sophie zucht diep en kijkt even naar de foto van haar gezin op de kast. “Mam, je maakt het gewoon veel te ingewikkeld. Het is maar een naam. Emma vindt het leuk om je oma te noemen, ze snapt er niks van als ik zeg dat ze je Merel moet noemen.”
Merel schudt haar hoofd. “Emma is nog jong, ze weet nog niet wat het betekent. En bovendien, als ze mij vanaf het begin gewoon Merel noemt, zal dat voor haar de normaalste zaak van de wereld zijn. Als ze ouder wordt, zal ze begrijpen dat ik gewoon anders ben. Ik hoef niet hetzelfde te zijn als al die andere oma’s.”
Het probleem zit dieper dan alleen de naam, dat is wel duidelijk. Voor Merel is het een kwestie van identiteit. “Oma zijn klinkt alsof mijn actieve leven voorbij is,” legt ze uit.
“Alsof ik nu alleen maar klaar moet zitten met koekjes en breiwerk. Maar dat is gewoon niet wie ik ben. Ik wandel, sport, reis en werk nog steeds. Waarom zou ik ineens mezelf anders moeten voelen omdat er een kleinkind is?”
Sophie, inmiddels duidelijk geïrriteerd, kan haar frustratie niet langer verbergen. “Je maakt jezelf echt belachelijk, weet je dat? De hele familie lacht hierom. Zelfs papa zegt: ‘Laat haar gewoon oma genoemd worden, ze komt er wel overheen.’” Ze kijkt haar moeder uitdagend aan. “Waarom kan jij niet gewoon normaal doen, zoals de rest?”
Merel glimlacht flauw, maar blijft vastberaden. “Dat iedereen lacht, interesseert me niet. En je vader mag denken wat hij wil, maar ik voel me gewoon niet die ‘oma’. Als mensen ouder worden, gaan ze zich vaak anders gedragen. Ze gaan in dat plaatje van de ouder wordende vrouw passen. Ik niet. Ik weiger.”
Voor Sophie is het een kwestie van familietraditie. “Wat moet ik Emma straks zeggen als ze op school vertelt dat ze jou gewoon Merel noemt? Dan gaan mensen vragen stellen. ‘Waar is je oma dan?’ Wat moet ze dan zeggen, dat jij te jong en hip bent voor die titel? Het slaat toch nergens op?” Haar stem klinkt geërgerd, maar er zit ook een zweem van teleurstelling in.
Merel blijft kalm. “Laat ze maar vragen stellen. Misschien is het juist goed als Emma leert dat ze niet altijd in hokjes hoeft te denken. Waarom moeten we allemaal in dezelfde vorm passen? Ik ben niet bang om anders te zijn. Als mensen dat raar vinden, so be it.”
De discussie tussen de twee blijft voortduren. Sophie heeft duidelijk moeite met de houding van haar moeder en voelt zich niet gehoord. “Het gaat hier niet alleen om jou, mam. Je bent inderdaad niet de traditionele oma, maar dat betekent niet dat je niet als oma herkend mag worden. Voor Emma is dat belangrijk, voor mij ook.”
Merel knikt langzaam, maar blijft bij haar standpunt. “Ik begrijp dat het voor jou moeilijk is, Sophie. Maar ik hoop dat je uiteindelijk gaat zien dat dit niet alleen om jou of Emma draait. Dit gaat om hoe ik mezelf zie. En dat wil ik niet zomaar opgeven. Voorlopig ben ik gewoon Merel, en dat zal ik ook blijven.”
Het onderwerp zorgt nog steeds voor wrijving binnen de familie. Wanneer de rest van de familie samenkomt, zijn er altijd grapjes en rollende ogen als Emma Merel bij haar voornaam noemt. Sommigen vinden het charmant, anderen vinden het vooral ongemakkelijk.
Merel zelf kan er om lachen, hoewel ze merkt dat Sophie’s irritatie blijft hangen. Toch is ze niet van plan haar standpunt te veranderen.
Wat vinden jullie? Heeft Merel gelijk om vast te houden aan haar identiteit, of zou ze de titel van ‘oma’ moeten omarmen voor haar kleindochter en dochter? Laat een reactie achter en deel je mening!