Eva zit vol ongeloof en frustratie wanneer ze vertelt over de situatie die haar al maanden dwarszit. Haar zus Rosalie kreeg een flinke schenking van hun ouders, terwijl zij zelf met lege handen achterbleef. “Ik kon het echt niet geloven,” begint ze. “Het voelt zo ontzettend oneerlijk. Alsof ik er niet toe doe.”
Voor Eva was de schok groot toen ze erachter kwam dat haar zus een aanzienlijke geldsom van hun ouders had gekregen. Het nieuws kwam niet eens direct van haar ouders, maar via een familielid dat zich had laten ontvallen dat haar zus een nieuw huis had gekocht dankzij hun financiële steun.
“Ik was compleet verbijsterd. Niemand had me er iets over verteld. Het voelde alsof ik niet alleen het geld, maar ook het vertrouwen en de openheid van mijn eigen familie misliep,” vertelt ze met een brok in haar keel.
Eva en haar zus zijn altijd close geweest. Ze deelden alles met elkaar, van kinderachtige geheimen tot volwassen zorgen. “We hebben samen zoveel meegemaakt. Ik had nooit verwacht dat dit ons uit elkaar zou drijven,” zegt Eva verdrietig. Voor haar was hun band onverwoestbaar, maar nu begint ze daaraan te twijfelen. “Ik vraag me af of zij ooit heeft gevoeld dat dit oneerlijk is, dat het me pijn zou doen. Maar ze lijkt er totaal geen last van te hebben.”
Toen Eva uiteindelijk de moed verzamelde om haar ouders ermee te confronteren, kreeg ze een uitleg waar ze maar weinig mee kon. “Ze zeiden dat mijn zus het op dat moment nodig had, dat ze financieel krap zat en dat ze haar wilden helpen. Maar ik zit ook niet bepaald ruim in mijn jasje,” zegt ze bitter.
Voor Eva voelt het alsof haar behoeften en problemen niet serieus worden genomen. “Ik heb altijd mijn best gedaan om mezelf te redden. Misschien is dat het probleem, dat ze denken dat ik het toch wel red zonder hulp.”
Het doet haar pijn dat haar ouders haar kennelijk als de ‘zelfstandige’ dochter zien, die altijd wel haar eigen boontjes dopt. “Natuurlijk ben ik sterk en probeer ik altijd mijn problemen zelf op te lossen, maar dat betekent toch niet dat ik geen steun kan gebruiken?” vraagt ze zich hardop af. Ze heeft nooit om geld gevraagd, uit trots misschien, maar dat maakt het des te pijnlijker om nu te zien dat haar zus wel zomaar hulp krijgt, zonder dat ze erom hoefde te vragen.
Voor Eva zit de pijn vooral in het gevoel dat ze op de een of andere manier minder belangrijk is. “Het voelt alsof ik niet meetel. Alsof zij meer waard is, meer liefde verdient,” zegt ze met een zachte stem.
Ze vertelt hoe ze al sinds haar jeugd altijd geprobeerd heeft om aan de verwachtingen van haar ouders te voldoen. “Ik was altijd het ‘brave’ kind, deed hard mijn best op school, luisterde naar hun adviezen, ging niet tegen ze in. En nu krijg ik het gevoel dat dat allemaal niets waard is.”
Het is niet alleen de gift zelf, maar de manier waarop het is gebeurd, die Eva zo’n pijn doet. “Waarom heeft niemand het me verteld? Waarom moest ik het op deze manier te weten komen?” vraagt ze zich vertwijfeld af. Het gevoel dat ze buiten de familiegeheimen wordt gehouden, maakt haar boos en verdrietig. Ze voelt zich buitengesloten, alsof er achter haar rug om beslissingen worden genomen die haar diep raken.
Sinds het incident is de relatie met haar ouders veranderd. Waar ze vroeger wekelijks bij hen op bezoek ging, voelt elke uitnodiging nu als een last. “Ik wil helemaal niet naar hen toe. Wat moet ik zeggen? Moet ik net doen alsof alles goed is? Alsof ik het niet erg vind?” Ze merkt dat ze zich afsluit, zowel voor haar ouders als voor haar zus. “Ik ben gewoon zo teleurgesteld in iedereen. Zelfs in mezelf, omdat ik me zo laat raken door iets als geld.”
Ze geeft toe dat ze zich schaamt voor haar gevoelens. “Ik voel me jaloers en kleinzerig, en dat wil ik helemaal niet zijn,” zegt ze met tranen in haar ogen. “Maar ik kan het niet helpen. Dit is niet zomaar iets. Dit gaat over eerlijkheid, over gelijkwaardigheid, over hoe ze naar me kijken.”
Ze weet niet goed hoe ze hiermee om moet gaan. De pijn zit diep, dieper dan ze had verwacht. “Het is alsof ze een deel van mijn zelfvertrouwen hebben weggenomen. Alsof ik altijd de tweede keuze zal zijn.”
Eva worstelt met de vraag of ze haar ouders ooit weer volledig kan vertrouwen. “Ze hebben me zo gekwetst. Ik weet niet of dat nog goed te maken is,” zegt ze met een zucht. “Ik wil wel praten, wil het oplossen, maar elke keer als ik eraan denk, voel ik alleen maar woede en verdriet.” Ze merkt dat ze zich steeds meer terugtrekt, niet alleen van haar ouders en zus, maar ook van andere mensen in haar leven. “Ik wil gewoon niet weer gekwetst worden.”
Inmiddels probeert Eva haar gevoelens een plek te geven, maar het blijft een zware strijd. “Soms vraag ik me af of ik me niet gewoon aanstel,” zegt ze met een geforceerde glimlach. “Maar dan voel ik die pijn weer, en weet ik dat het echt is.”
Ze wil een manier vinden om deze situatie achter zich te laten, maar de wond is nog vers en de littekens zijn nog niet zichtbaar. “Misschien dat de tijd het oplost, maar nu voel ik me vooral heel alleen,” besluit ze stilletjes. Eva hoopt dat er een dag komt waarop ze weer zonder pijn naar haar familie kan kijken, maar voorlopig lijkt die dag nog ver weg.