Hans (68) heeft zijn hele leven hard gewerkt, eerst als timmerman en later als bouwprojectleider. Voor hem was het werk niet alleen een manier om geld te verdienen, maar een manier om zekerheid op te bouwen. “Vroeger hadden we niet zoveel keus,” vertelt Hans.
“Je werkte vijf dagen per week, vaak van vroeg tot laat. Maar je wist waar je aan toe was. Ik kreeg een vast contract, bouwde pensioen op en hoefde niet te piekeren over hoe ik de volgende maand zou doorkomen.”
Nu Hans al enige tijd met pensioen is, valt het hem op hoe anders jonge mensen tegenwoordig tegen werk aankijken. Zijn kinderen en kleinkinderen werken veel meer op tijdelijke basis en vaak zonder de zekerheden die hij vanzelfsprekend vond
“Ze willen allemaal flexwerken en vrijheid,” zegt hij hoofdschuddend. “Maar dan verwachten ze wel dezelfde zekerheden die wij hadden. Dat vind ik soms moeilijk te begrijpen.”
Hans legt uit dat flexwerken in zijn tijd nauwelijks bestond. “Als je werkte, dan zat je ergens vast. Je verdiende je loon en wist dat je op lange termijn iets kon opbouwen.” Hij benadrukt dat jongeren tegenwoordig een grote voorkeur hebben voor zelfstandigheid en vrijheid in hun werk, wat hij op zich begrijpt, maar hij vindt dat er daardoor een gebrek aan verantwoordelijkheid ontstaat. “Je kunt niet van alles de voordelen willen, zonder de nadelen erbij te nemen.”
Hij merkt dat veel jonge mensen van baan naar baan gaan zonder zich ergens echt te vestigen. “Ze vinden het fijn om vrij te zijn en zelf hun tijd in te delen. Maar ze denken niet altijd na over de gevolgen,” legt Hans uit. “Als je steeds van contract naar contract gaat, bouw je geen zekerheid op. En als ze dan horen dat wij wel pensioen en een huis hebben, lijkt het soms alsof ze dat niet eerlijk vinden. Maar wij hebben dat opgebouwd met jarenlange toewijding en offers.”
Hans vertelt dat hij zelf zijn hele leven heeft gespaard om een goed pensioen te hebben en zijn hypotheek af te lossen. “Er was geen flexwerken of parttime werken voor mij. Ik had mijn vaste baan, betaalde mijn huis af en legde een buffer aan. Nu zie ik jongeren die niet bereid zijn die vaste verplichtingen aan te gaan, maar die wel dezelfde financiële rust verwachten. Het werkt gewoon niet zo.”
Volgens Hans wordt dit verschil ook zichtbaar in hoe jongeren omgaan met geld. “Ze geven veel uit aan ervaringen en leuke dingen. Wat op zich mooi is, begrijp me niet verkeerd. Maar als het dan financieel even tegenzit, lijkt het soms alsof ze denken dat het vanzelf wel goedkomt, of dat iemand anders het wel zal oplossen.”
Hij heeft zelf het gevoel dat de maatschappij daardoor in een vreemde spagaat komt. “We willen als samenleving dat jongeren flexibel zijn, zelf initiatief nemen en niet vastzitten aan een baan of locatie. Maar als er dan iets misgaat, zoals bij de pensioenopbouw of arbeidszekerheid, kijkt men vreemd op. De voordelen van vrijheid zijn mooi, maar ze komen niet zonder kosten.”
Hans vindt het vooral belangrijk dat jongeren zich realiseren dat elke keuze gevolgen heeft. “Ik had misschien minder vrijheid, maar dat was de prijs die ik betaalde voor zekerheid.
Nu kiezen veel jongeren voor die vrijheid, maar vergeten soms dat zekerheid en vrijheid vaak niet hand in hand gaan.” Hij is van mening dat de balans tussen werk en zekerheid heroverwogen moet worden.
“Er moet een bewustzijn komen dat als je kiest voor flexibiliteit, je misschien niet dezelfde voordelen hebt als wij destijds,” zegt Hans. Voor hem is het een kwestie van verantwoordelijkheid nemen voor de eigen keuzes en niet alles zomaar verwachten van werkgevers of de overheid.