Naomi heeft er lang over nagedacht, maar de knoop is doorgehakt: haar zoon doet dit jaar niet mee met de Sinterklaasviering op school. Het besluit kwam niet zomaar. Als donkere vrouw heeft ze gemengde gevoelens bij de traditie.
“Ik vind het gewoon lastig,” legt ze uit. “Hoe kan ik mijn kind iets laten vieren waar ik zelf zo’n ongemakkelijk gevoel bij heb?”
Het draait vooral om het fenomeen Zwarte Piet. Voor Naomi is het niet zomaar een figuur in een feest. Het is een symbool van iets veel groters, iets dat haar raakt tot in haar kern. “Toen ik jong was, voelde ik al dat het niet klopte,” vertelt ze. “Die beelden, die liedjes, die hele sfeer… Het voelde alsof mensen zoals ik altijd de grappen waren. Dat heeft echt een litteken achtergelaten.”
Voor haar is het nu niet meer alleen een kwestie van eigen gevoelens. Het gaat om haar zoon. “Ik wil dat hij trots kan zijn op wie hij is, zonder die bagage van mijn jeugd.”
Toch is het niet makkelijk om zo’n besluit te nemen. Naomi beseft heel goed dat het feest voor veel kinderen een hoogtepunt van het jaar is.
“Hij vindt het natuurlijk geweldig, met die cadeautjes en snoep. Hij begrijpt het nog niet helemaal. Voor hem is Sinterklaas gewoon iets leuks. Maar ik vraag me af: hoe leg ik hem later uit waarom ik me er zo rot bij voel? En hoe leg ik aan de school uit dat ik hem liever niet laat meedoen, zonder dat ik gezien word als die moeilijke ouder?”
Naomi heeft al een paar keer met de leerkracht gesproken. “Ik heb aangegeven dat ik het moeilijk vind,” zegt ze. “De juf was best begripvol, maar je merkt toch dat er een soort ongemak is. Ze zegt: ‘Maar we hebben toch al Roetveegpieten?’
Ik snap dat ze haar best doet, maar voor mij gaat het verder dan alleen een likje schmink. Het gaat om de hele geschiedenis erachter. Dat kan je niet zomaar wegvegen.”
Ze heeft ook nagedacht over alternatieven. “Misschien kan hij gewoon thuis blijven op die dag,” oppert ze. Maar dat voelt ook niet helemaal goed.
“Ik wil niet dat hij zich buitengesloten voelt. Hij moet niet het idee krijgen dat hij anders is omdat wij iets anders vinden. Maar ik wil hem ook niet meegeven dat het oké is om iets te vieren wat voor mij zo beladen is.”
Naomi vertelt hoe ze dit onderwerp met andere ouders bespreekt. “Sommige ouders zijn heel begripvol. Ze zeggen dat ze er nooit zo over hadden nagedacht en dat het goed is dat ik het aankaart.
Maar er zijn ook mensen die zeggen: ‘Je moet je niet zo aanstellen. Het is maar een kinderfeest.’ Dat doet wel pijn. Voor hen is het misschien gewoon een feest, maar voor mij is het zoveel meer. Het gaat om respect. Om gezien worden.”
Haar zoon, die net zes is geworden, heeft inmiddels ook vragen. “Mama, waarom vieren we geen Sinterklaas thuis?” vraagt hij. “Het is lastig om dat uit te leggen zonder te veel van mijn eigen gevoelens op hem over te brengen. Ik wil dat hij zijn eigen mening vormt, maar ik wil hem ook beschermen.”
Ze legt het hem uit op een manier die hij kan begrijpen. “Ik zeg dan dat mama het geen fijn feest vindt, maar dat we thuis andere leuke dingen doen. En hij lijkt het wel te begrijpen, al vraagt hij nog wel of hij op school dan mee mag doen.”
Naomi twijfelt nog steeds over hoe ze verder moet. “Misschien moeten we als ouders meer met de school praten over hoe we dit aanpakken. Het is 2024; we kunnen toch wel een feest verzinnen dat iedereen zich welkom laat voelen? Waarom houden we vast aan iets wat voor zoveel mensen pijnlijk is?”
Ze haalt haar schouders op. “Het voelt alsof ik in mijn eentje tegen een hele traditie in vecht. Maar ik wil dat mijn zoon weet dat ik voor hem opkom, ook als het moeilijk is.”
Wat Naomi duidelijk maakt, is dat dit onderwerp verder gaat dan alleen een feest. Het gaat over wat we willen meegeven aan onze kinderen, hoe we omgaan met tradities en hoe we een inclusieve samenleving creëren.
Voor haar is het geen makkelijke strijd, maar eentje die ze met overtuiging voert. Want zoals ze zelf zegt: “Als we niets veranderen, hoe kunnen we dan ooit vooruitgaan?”