Jasper is 32 en woont al een aantal jaar in een rustige wijk. Hij werkt fulltime in de IT en probeert, net als zoveel anderen, zijn hoofd boven water te houden in een tijd waarin alles duurder lijkt te worden. “Ik betaal me echt scheel aan belasting,” zegt hij gefrustreerd.
“En dan hoor je dat je buurman lekker thuis zit met een uitkering en zelfs vertelt hoe hij dat voor elkaar krijgt.”
Het gesprek met zijn buurman blijft Jasper dwarszitten. “We stonden buiten te praten, gewoon over koetjes en kalfjes.
En ineens begint hij te vertellen hoe hij alles zo geregeld heeft dat hij geen werk hoeft te zoeken. Hij zei het gewoon doodleuk, alsof het de normaalste zaak van de wereld was.”
Volgens Jasper gaf zijn buurman hem een inkijkje in hoe hij het systeem omzeilt. “Hij vertelde dat hij zogenaamd niet kan werken vanwege een blessure, maar ondertussen zie ik hem zonder moeite de auto wassen of het gras maaien. Ik snap dat er mensen zijn die echt niet kunnen werken, maar dit voelt gewoon zo oneerlijk.”
Wat Jasper vooral steekt, is het gemak waarmee zijn buurman hierover praat. “Hij zei dat hij precies weet wat hij tegen de instanties moet zeggen om geen sollicitatieplicht te hebben.
En dan kijkt hij me aan met een grijns, alsof ik hem een schouderklopje moet geven. Ondertussen sta ik elke maand een flink bedrag aan belasting af, en dat is waar hij van leeft.”
Voor Jasper is het niet alleen de financiële kant die pijn doet. “Het gaat ook om het principe. Ik werk hard, soms wel meer dan veertig uur per week. En ik doe dat omdat ik iets wil opbouwen, maar ook omdat ik het gevoel heb dat ik mijn steentje moet bijdragen.
Als ik dan zie dat iemand daar zo makkelijk mee wegkomt, vraag ik me af waar ik het eigenlijk allemaal voor doe.”
Het is niet de eerste keer dat Jasper zich afvraagt of het systeem wel werkt zoals het zou moeten. “Ik ken genoeg mensen die echt hulp nodig hebben en die het lastig hebben om rond te komen.
Daar is die uitkering voor bedoeld, toch? Maar als je dan hoort hoe sommige mensen het misbruiken, begin je te twijfelen aan hoe eerlijk het systeem eigenlijk is.”
Jasper heeft geprobeerd het onderwerp aan te kaarten in zijn omgeving. “Ik sprak erover met vrienden, en zij zeiden ook: ‘Dit soort mensen verpesten het voor degenen die het echt nodig hebben.’
Maar wat kun je eraan doen? Het voelt alsof niemand er iets aan doet en dat mensen zoals mijn buurman gewoon hun gang kunnen gaan.”
Wat Jasper misschien nog wel het meest irriteert, is de houding van zijn buurman. “Hij heeft totaal geen schaamte. Hij vertelde me zelfs dat hij ’s ochtends rustig een film kijkt terwijl ik onderweg ben naar mijn werk.
En dan zegt hij: ‘Ja, jij werkt voor mij.’ Dat soort opmerkingen… Ik krijg er echt een knoop van in mijn maag.”
Toch weet Jasper dat hij zijn frustraties niet te ver moet laten gaan. “Ik kan hem moeilijk op straat aanspreken of het ergens melden. Wat schiet ik ermee op? Maar het voelt wel alsof ik telkens de rekening krijg voor mensen die er gewoon misbruik van maken. En dat is frustrerend.”
Jasper hoopt dat er ooit betere controles komen, zodat mensen die wel kunnen werken ook echt gaan bijdragen. “Ik begrijp dat het ingewikkeld is en dat niet alles zwart-wit is.
Maar het kan toch niet zo zijn dat dit soort gedrag wordt beloond? Als je ziet hoeveel belasting we betalen, dan zou het systeem ook eerlijk moeten zijn.”
Voor nu probeert Jasper het van zich af te zetten. “Ik kan er niets aan doen, dat weet ik. Maar het zou wel fijn zijn als we allemaal een beetje eerlijk meedoen. Werken hoort erbij, toch? Of ben ik dan ouderwets?”