Said is een trotse man van 47 jaar. Hij heeft een groot deel van zijn leven in Nederland gewoond, maar voelt zich nog steeds sterk verbonden met zijn Marokkaanse roots. “Ik respecteer de Nederlandse cultuur,” begint hij rustig, “maar aanpassen tot het punt dat ik mijn eigen identiteit moet opgeven? Nee, dat ga ik niet doen.”
Hij praat openhartig over de worstelingen en verwachtingen waarmee hij te maken heeft gehad sinds hij naar Nederland kwam.
Hij herinnert zich de eerste jaren in Nederland als een tijd van verwondering en verwarring. “Alles was anders,” zegt hij.
“De taal, de gewoontes, de manier waarop mensen elkaar begroetten. In Marokko ben je gewend om uitgebreid de tijd te nemen voor elkaar. Hier lijkt het soms alsof alles gehaast moet.”
Toch probeerde Said zich in die tijd zo goed mogelijk aan te passen. Hij leerde de taal, maakte Nederlandse vrienden en begreep langzaam maar zeker hoe de samenleving hier werkt.
Maar er bleef altijd een gevoel van verlies. “Toen ik jong was, dacht ik: misschien moet ik gewoon alles overnemen.
Alleen maar Nederlands praten, geen traditionele kleding meer dragen, en zelfs onze gerechten aanpassen. Maar weet je wat ik ontdekte? Hoe meer ik probeerde te veranderen, hoe minder ik mezelf herkende.”
Hij neemt even een pauze, alsof hij de woorden zorgvuldig weegt. “Je kunt niet gelukkig zijn als je je eigen cultuur volledig opgeeft.”
Said legt uit dat hij vaak het gevoel heeft dat er een keuze van hem wordt verwacht. “Mensen vragen me soms: ‘Waarom spreek je thuis nog Arabisch? Waarom geef je je kinderen namen die moeilijk uit te spreken zijn?’
Maar ik vraag dan: waarom zou ik dat moeten veranderen? Dit is wie ik ben. Mijn cultuur, mijn geschiedenis, dat draag ik bij me. Het maakt me tot wie ik ben.”
Hij benadrukt dat het niet betekent dat hij de Nederlandse cultuur niet waardeert. “Ik vier Sinterklaas met mijn kinderen, omdat zij dat op school ook doen. Ik ga naar buurtbarbecues en ik kijk zelfs voetbal met mijn Nederlandse buren,” zegt hij lachend.
“Maar dat betekent niet dat ik mijn eigen tradities laat vallen. Bij ons thuis vieren we ook Ramadan, Eid, en koken we traditionele gerechten. Dat hoort erbij.”
De grootste uitdaging, vertelt Said, is de kritiek die hij soms krijgt. “Er zijn mensen die vinden dat ik niet ‘Nederlands genoeg’ ben. Dat ik me moet aanpassen, omdat ik hier woon.
Maar ik denk dat dat niet eerlijk is. Integreren betekent niet dat je je eigen cultuur moet opgeven. Het betekent dat je kunt leven in een land terwijl je jouw eigen identiteit behoudt.”
Wat hem vooral dwarszit, is dat sommige mensen geen begrip hebben voor hoe moeilijk het kan zijn om balans te vinden. “Het is niet zwart-wit. Het is niet alsof ik kan kiezen om 100% Marokkaans te zijn of 100% Nederlands.
Ik ben beide. En ik probeer mijn kinderen dat ook mee te geven. Zij mogen trots zijn op wie ze zijn, zonder zich te hoeven schamen.”
Said vertelt hoe hij zijn kinderen leert om met trots over hun achtergrond te praten. “Ik zeg tegen ze: wees niet bang om te laten zien wie je bent.
Als iemand vraagt waarom je geen boterhammen mee naar school hebt, maar een tajinegerecht, leg het uit. Zeg dat dit onze manier is om onze cultuur mee te nemen in ons dagelijks leven.”
Toch is het niet altijd makkelijk. “Er zijn dagen dat ik denk: waarom is het zo moeilijk voor sommige mensen om te accepteren dat ik niet alles aan Nederland wil aanpassen?
Maar dan herinner ik mezelf eraan dat ik niet hoef te veranderen om anderen tevreden te stellen.”
Said sluit af met een boodschap die hij vaak aan anderen meegeeft. “Het is goed om respect te hebben voor de cultuur van het land waar je woont. Maar vergeet nooit waar je vandaan komt. Je roots maken je uniek. En uniek zijn, dat is wat de wereld mooi maakt.”
Hij glimlacht even en zegt met overtuiging: “Ik ben geen Nederlander. Ik ben een Marokkaanse man die in Nederland woont. En daar ben ik trots op.”