Ilse zat laatst met haar vriendin te praten toen het onderwerp opeens op telefoons terechtkwam. “Weet je,” begon ze, “ik snap echt niet dat sommige mensen hun telefoon ‘s nachts uitzetten. Wat als er iets gebeurt? Wat als iemand je nodig heeft? Het voelt gewoon… egoïstisch.”
Haar woorden klonken gepassioneerd en direct. Voor Ilse was het geen kleine irritatie; ze vond het écht een probleem.
Ilse vertelde over een incident van een paar maanden geleden, toen ze midden in de nacht in paniek was. Haar broer was met spoed naar het ziekenhuis gebracht en ze probeerde haar beste vriendin te bereiken voor steun.
“Ik bleef bellen, maar telkens kreeg ik direct haar voicemail. Uiteindelijk hoorde ik pas de volgende ochtend van haar dat ze haar telefoon altijd uitzet als ze gaat slapen. Ik was zó boos. Hoe kun je dat doen?”
Het verhaal van Ilse maakt duidelijk dat het meer is dan een praktische kwestie. Het gaat om een gevoel van verantwoordelijkheid. “Als je van je naasten houdt, dan wil je toch bereikbaar zijn?” vraagt ze.
Voor Ilse staat de telefoon symbool voor verbinding, vooral in noodgevallen. “Ik snap dat je je slaap belangrijk vindt, maar dat staat toch niet boven het welzijn van iemand van wie je houdt?”
Ilse merkt dat ze vaak in discussie gaat met mensen over dit onderwerp. “Ik hoor dan altijd dezelfde excuses,” zucht ze. “‘Maar ik heb mijn rust nodig.’ Prima, maar hoe rustig slaap je als je weet dat je onbereikbaar bent terwijl er iets ernstigs kan gebeuren?”
Volgens haar is het een kwestie van prioriteiten stellen. “Het draait om balans. Je kunt je telefoon ook op ‘niet storen’ zetten, zodat alleen noodoproepen doorkomen. Dan heb je toch je rust én ben je er voor de mensen om je heen.”
Haar vriendin probeerde te verdedigen waarom sommige mensen hun telefoon liever helemaal uitzetten. “Misschien willen ze gewoon ontsnappen aan de wereld,” zei ze voorzichtig.
Maar Ilse schudde haar hoofd. “Dat kan overdag toch ook? Of zet je meldingen uit, dat is ook een optie. Maar helemaal uitzetten voelt alsof je letterlijk zegt: ‘Ik wil nu even niks met jullie te maken hebben.’ Dat is gewoon een harde boodschap.”
Ilse’s mening is niet nieuw, maar in een wereld waar we steeds meer afhankelijk zijn van onze telefoons, lijkt het relevanter dan ooit. “Kijk, ik zeg niet dat iedereen continu aan z’n telefoon gekluisterd moet zitten,” legt ze uit.
“Ik ben echt niet zo iemand die elke vijf minuten haar meldingen checkt. Maar als je je telefoon ‘s nachts uitzet, sluit je de mogelijkheid af om er voor iemand te zijn. En dat voelt gewoon verkeerd.”
Ze denkt ook aan de tijd voordat smartphones overal waren. “Toen hadden mensen tenminste een vaste lijn. Je wist dat je iemand altijd op die manier kon bereiken, zelfs midden in de nacht.
Maar nu vertrouwen we zo erg op onze mobieltjes dat het gewoon dom is om die uit te zetten. Je weet nooit wat er kan gebeuren.”
Voor Ilse is de oplossing simpel: wees bereikbaar, op zijn minst voor noodgevallen. “Ik vind het belangrijk dat mijn familie en vrienden weten dat ze me altijd kunnen bellen.
Misschien gebruik ik mijn telefoon de hele nacht niet, maar ik heb ‘m wel aan. Gewoon, voor het geval dat.”
Het lijkt misschien een kleine kwestie, maar voor Ilse raakt het aan iets groters. “Het gaat om zorg en aandacht voor elkaar,” besluit ze. “Hoe kun je zeggen dat je om iemand geeft als je ervoor kiest om onbereikbaar te zijn als diegene je het meest nodig heeft?”
Haar woorden blijven hangen, en het is moeilijk om niet even stil te staan bij je eigen gewoontes. Want wat doe jij als je telefoon ‘s nachts gaat?