Silvia is 70 jaar oud en geniet volop van haar pensioen. Na jarenlang hard werken en het opvoeden van haar kinderen is ze eindelijk in een fase van haar leven waarin ze kan doen waar ze zelf zin in heeft. Maar de laatste tijd krijgt ze steeds vaker een vraag waar ze zich ongemakkelijk bij voelt: haar dochter wil dat ze regelmatig op de kleinkinderen past. En dat terwijl Silvia juist geen behoefte heeft om opnieuw de rol van ‘moeder’ op zich te nemen.
“Mijn dochter heeft twee jonge kinderen en ik begrijp dat het druk is,” vertelt Silvia.
“Ze werkt, heeft haar huishouden, en natuurlijk is het niet makkelijk om alles in balans te houden. Maar als ze me vraagt om op te passen, voel ik een enorme druk. Het is alsof ik weer in een moederrol word geduwd, en daar heb ik gewoon geen zin meer in.”
Silvia heeft haar kinderen met veel liefde opgevoed, maar ze herinnert zich ook hoe zwaar het was. “De jaren dat ik mijn kinderen grootbracht waren prachtig, maar ook ontzettend uitputtend. Nu ben ik eindelijk in een fase waarin ik tijd voor mezelf heb.
Ik wil mijn hobby’s beoefenen, reizen, en gewoon genieten van het leven zonder verantwoordelijkheden. Dat voelt soms egoïstisch, maar ik heb het gevoel dat ik dat nu wel verdiend heb.”
Het gesprek met haar dochter verloopt echter niet altijd soepel. Silvia merkt dat haar dochter ervan uitgaat dat ze beschikbaar is. “Ze zegt vaak: ‘Maar mam, jij bent toch thuis? Je hoeft toch niets anders te doen?’
Dat komt bij mij zo verkeerd binnen. Natuurlijk ben ik thuis, maar dat betekent niet dat ik niets te doen heb. Ik wil mijn tijd gewoon invullen op mijn eigen manier.”
Hoewel Silvia haar kleinkinderen geweldig vindt, voelt ze een verschil tussen oma zijn en oppas zijn. “Oma zijn betekent dat ik kan genieten van de leuke momenten: samen koekjes bakken, knutselen, of naar de speeltuin gaan.
Maar oppas zijn voelt anders. Dat betekent verantwoordelijkheid, oppasuren plannen, en continu alert zijn. En dat is precies wat ik niet meer wil.”
Toch voelt Silvia zich schuldig. “Ik hoor van vriendinnen dat zij wél oppassen op hun kleinkinderen, en soms twijfel ik of ik het verkeerd zie. Maar dan herinner ik mezelf eraan dat iedereen anders is.
Wat voor de een werkt, hoeft niet voor de ander te werken. Ik ben niet verplicht om die verantwoordelijkheid op me te nemen, toch?”
Haar dochter ziet het anders. “Ze zegt dat ik een beetje ondankbaar ben en dat ik haar best wat vaker mag helpen.
Maar ik vraag me af: is dat mijn taak? Ik heb haar opgevoed, mijn werk gedaan, en nu is het haar beurt om haar eigen keuzes te maken en die verantwoordelijkheid te dragen.”
Silvia probeert de balans te vinden tussen er zijn voor haar familie en trouw blijven aan zichzelf. “Natuurlijk wil ik helpen als het echt nodig is.
Als er een noodgeval is of als ze echt vastloopt, sta ik klaar. Maar ik wil geen vaste dagen of een verplichting voelen. Dat voelt gewoon niet goed.”
De vraag die Silvia stelt, is er een waar veel grootouders mee worstelen. Hoe combineer je het verlangen om een leuke, betrokken oma te zijn met het recht om je eigen tijd en ruimte te hebben? Voor Silvia blijft het een zoektocht.
“Ik hoop dat mijn dochter begrijpt dat mijn grenzen niets te maken hebben met hoe veel ik van haar of mijn kleinkinderen houd. Het is gewoon een keuze om op deze leeftijd eindelijk wat rust en vrijheid te hebben.”
Ze besluit met een glimlach: “Misschien moet ik maar eens een goed gesprek met haar voeren. Zonder boosheid, maar met eerlijkheid.
Want uiteindelijk wil ik gewoon dat we elkaar begrijpen, zonder druk of schuldgevoel. Oma zijn is prachtig, zolang ik ook nog mezelf mag zijn.”