Sylvia is dertig en moeder van een lieve, energieke dochter van drie. Het ouderschap brengt veel mooie momenten met zich mee, maar ook de nodige frustraties. En één van die frustraties komt uit een onverwachte hoek: Sylvia’s eigen moeder. “Ik wil mijn dochter geen poppen geven, maar mijn moeder koopt ze constant voor haar,” verzucht Sylvia.
Het begon eigenlijk al tijdens haar zwangerschap. Sylvia en haar partner hadden samen besproken hoe ze hun dochter wilden opvoeden. “We wilden haar niet in een typisch meisjeshokje stoppen,” legt Sylvia uit.
“Ik wil haar leren dat ze alles kan worden wat ze wil, en dat ze niet alleen maar roze en prinsessen hoeft te zijn. Maar mijn moeder ziet dat heel anders.”
Het eerste conflict ontstond al toen Sylvia’s dochter net een paar maanden oud was. “Voor haar eerste verjaardag kwam mijn moeder met een enorme doos vol speelgoed. En ja hoor, de helft bestond uit poppen. Niet zomaar poppen, maar van die echte Barbie-types, met glitterjurken en roze schoentjes.”
Sylvia zucht diep. “Ik waardeer het dat ze cadeautjes geeft, maar het voelt alsof ze totaal geen rekening houdt met mijn keuzes.”
Sylvia heeft haar moeder meerdere keren proberen uit te leggen waarom ze geen fan is van poppen.
“Ik vertelde haar dat ik liever genderneutraal speelgoed wil. Dingen waar ze creatief mee kan zijn, zoals bouwblokken of knutselspullen. Maar mijn moeder wuift dat gewoon weg. Ze zegt: ‘Ach joh, dat hoort toch bij een meisje?’ Alsof het een wet van Meden en Perzen is.”
Wat het extra lastig maakt, is dat Sylvia merkt hoe haar dochter reageert op de poppen. “Tuurlijk vindt ze ze leuk, ze is drie! Maar ik zie ook hoe snel ze beïnvloed wordt door dat stereotype beeld van wat een meisje hoort te zijn.
Laatst zei ze: ‘Mama, ik wil later een prinses worden, net als mijn pop.’ En natuurlijk is er niets mis met prinsessen, maar ik wil haar ook laten zien dat ze meer kan zijn dan dat.”
De grootste frustratie voor Sylvia is misschien wel dat haar moeder het probleem niet lijkt te begrijpen. “Ze zegt steeds dat ik overdrijf. ‘Ik ben ook met poppen opgegroeid, en kijk hoe goed ik terecht ben gekomen,’ zegt ze dan. Maar dat is niet het punt.
Het gaat erom dat ik mijn dochter een brede blik wil meegeven, dat ze zelf kan kiezen wie ze wil zijn, zonder dat dat al voor haar ingevuld wordt.”
Het probleem escaleerde onlangs tijdens een familie-etentje. “Mijn moeder kwam weer aanzetten met een nieuwe pop, en dit keer kon ik mijn frustratie niet meer inslikken. Ik zei: ‘Mam, ik heb toch al zo vaak gezegd dat ik dit niet wil?’
Iedereen aan tafel keek ons aan, en mijn moeder was zichtbaar gekwetst. Ze zei: ‘Ik probeer alleen maar een lieve oma te zijn.’” Sylvia kijkt naar beneden. “Dat brak mijn hart, want ik weet dat ze het goed bedoelt. Maar het voelt alsof ze mijn grenzen niet respecteert.”
Sylvia’s partner, die het gesprek af en toe van een afstand volgt, probeert te bemiddelen. “Hij zegt dat ik misschien iets te streng ben. Dat het geen kwaad kan als onze dochter af en toe een pop heeft. Maar voor mij voelt het als een principekwestie. Als ik nu toegeef, waar eindigt het dan?”
Hoewel de situatie met haar moeder lastig blijft, zoekt Sylvia naar manieren om het op te lossen. “Ik heb haar gevraagd of ze mee wil naar een speelgoedwinkel, zodat we samen iets uit kunnen kiezen dat we allebei goed vinden.
Misschien een mooi boek of een puzzel. Maar ze blijft vasthouden aan die poppen. Ze zegt dat het ‘veel leuker’ is dan andere cadeautjes.”
Ondanks alles probeert Sylvia de situatie luchtig te houden. “Ik wil geen ruzie met mijn moeder. Ik weet dat ze het goed bedoelt en dat ze gewoon haar kleindochter blij wil maken.
Maar het zou fijn zijn als ze ook begrijpt dat ik als moeder bepaalde keuzes maak. Ik wil niet dat mijn dochter opgroeit met het idee dat haar speelgoed bepaalt wie ze is.”
De relatie tussen Sylvia en haar moeder staat door deze kwestie onder spanning, maar ze hoopt op een oplossing. “Misschien moet ik leren iets meer los te laten, en misschien moet mijn moeder leren iets meer naar mij te luisteren.
Uiteindelijk willen we allebei hetzelfde: dat mijn dochter gelukkig is en zich vrij voelt om zichzelf te zijn.” Ze glimlacht even. “Maar als ze de volgende keer wéér een pop meebrengt, leg ik die stiekem boven op zolder.”