Carsharing is in steden inmiddels een ingeburgerd fenomeen. Maar op het platteland? Daar lijkt de eigen auto nog altijd heilig. Toch bewijst een kleine Beierse gemeenschap al bijna 20 jaar dat het delen van auto’s óók in dorpen succesvol kan zijn.
De Ameranger Autogemeinschaft (AmAG), een autodeelvereniging uit de gemeente Amerang, laat zien hoe het kan. Sinds 2006 delen huishoudens hier auto’s, zonder afhankelijk te zijn van grote bedrijven of overheidssteun. Met slechts drie voertuigen weten 22 gezinnen hun mobiliteit slim te organiseren. Maar hoe werkt zo’n systeem? En waarom is het nog niet op meer plekken ingevoerd?
Carsharing op het platteland: een uitzondering of de toekomst?
Amerang is een dorp in de regio Chiemgau, Beieren, op ongeveer 25 kilometer van Rosenheim. Het dorp heeft geen treinstation en een beperkt busnetwerk dat in vakanties en weekenden helemaal stilvalt. Voor de meeste mensen lijkt een eigen auto hier onmisbaar.
Toch besloten zes huishoudens in 2006 om samen een autodeelsysteem op te zetten. De drijvende kracht hierachter was Tilo Teply, een van de oprichters van AmAG.
Toen zijn familie van München naar het platteland verhuisde, wilden ze niet direct een tweede auto aanschaffen. Aanvankelijk losten ze het op door auto’s van familieleden te lenen, maar dit bleek geen lange termijn oplossing.
Hoe de Ameranger Autogemeinschaft begon
Teply en zijn buren raakten geïnspireerd door een ander autodeelinitiatief in het nabijgelegen Vaterstetten. Daar werkte men al met een online boekingssysteem, wat het delen van voertuigen eenvoudig maakte. Dankzij de steun van een lokaal milieu-initiatief en een presentatie van een bestaande carsharing-vereniging, kwam het plan in Amerang van de grond.
De AmAG begon in 2006 met één gedeelde auto – een zevenzitter – die door de oprichters gezamenlijk werd aangeschaft. In 2013 kwam er een tweede auto bij, en inmiddels telt de vloot drie auto’s:
- Een kleine stadsauto
- Een elektrische auto
- Een ruimere gezinswagen
Deze drie voertuigen voorzien 22 huishoudens van een flexibele vervoersoplossing, zonder dat iedereen een eigen auto hoeft te bezitten.
Hoe werkt het systeem?
Leden van de AmAG betalen een eenmalige inleg van €450 om lid te worden. Dit bedrag krijgen ze terug als ze besluiten uit te stappen. Daarnaast zijn er maandelijkse lidmaatschapskosten van €5 en wordt er per rit betaald volgens een eenvoudig tariefsysteem:
- €1 per rit
- 10 tot 40 cent per uur gebruik
- 20 tot 35 cent per kilometer gereden
Door deze eerlijke verdeling van kosten wordt het autodelen voor iedereen betaalbaar. Bovendien worden de auto’s via een online platform geboekt, al kiezen sommige leden er nog steeds voor om telefonisch te reserveren. Dit draagt bij aan het sociale aspect van het systeem.
Een hele gemeenschap die samenwerkt
Wat de Ameranger Autogemeinschaft uniek maakt, is dat het niet alleen een vervoersoplossing is, maar ook een dorpsinitiatief.
- De gemeente Amerang is sinds 2013 zelf lid en gebruikt de deelauto’s voor dienstreizen.
- Een lokale garage helpt de vereniging met onderhoud, waardoor de kosten laag blijven.
- Buurtbewoners stemmen af wie wanneer rijdt, waardoor ritten soms gedeeld worden en minder auto’s nodig zijn.
Door deze samenwerking blijft het systeem goed functioneren zonder afhankelijk te zijn van subsidies of commerciële aanbieders.
Wie doet mee aan dorpscarsharing?
De leden van de AmAG vormen een gevarieerde groep, van jonge gezinnen tot senioren.
- Idealisten die geen eigen auto willen hebben.
- Jongeren die nog geen eigen auto kunnen betalen.
- Ouderen die hun tweede auto hebben weggedaan en zo nu en dan een auto nodig hebben.
Voor hen biedt het systeem financiële voordelen en zorgt het tegelijkertijd voor een duurzamer gebruik van auto’s in het dorp.
Wanneer loont carsharing financieel?
Volgens de Duitse Carsharing Bond loont autodelen voor wie minder dan 12.500 km per jaar rijdt. Volgens Teply kan het echter ook financieel interessant zijn voor wie tot 20.000 km per jaar rijdt, aangezien de kosten voor verzekering, onderhoud en afschrijving vaak worden onderschat.
Carsharing betekent niet alleen goedkoper rijden, maar ook minder auto’s op straat. Dit zorgt voor meer parkeerruimte en minder milieuvervuiling.
Waarom is dit nog niet overal?
Ondanks het succes van de AmAG is dorpscarsharing nog geen standaardoplossing in landelijke gebieden. Volgens Teply komt dit vooral door gewoontegedrag en het ontbreken van bredere carsharing-netwerken.
Twee belangrijke uitdagingen:
- Mensen zijn gewend aan hun eigen auto – De drempel om een privéauto weg te doen is hoog.
- Er is geen groot netwerk – In steden werken carsharing-systemen vaak met grote aanbieders zoals Greenwheels of Sixt Share. Op het platteland is dit lastiger, omdat er minder potentiële gebruikers per regio zijn.
Een mogelijke oplossing ligt in samenwerking tussen verschillende dorpen. In Amerang wordt al geëxperimenteerd met het uitwisselen van auto’s tussen nabijgelegen gemeenschappen, zoals Bad Endorf en Wasserburg. Dit vergroot de flexibiliteit en maakt het systeem aantrekkelijker voor meer mensen.
De toekomst van autodelen op het platteland
De Ameranger Autogemeinschaft bewijst dat carsharing op het platteland geen utopie is, maar een haalbare realiteit. Het zorgt niet alleen voor minder autokosten, maar ook voor meer sociale verbondenheid en een duurzamer dorp.
Voor dorpen die carsharing willen opzetten, zijn er een paar belangrijke lessen:
- Werk samen met lokale verenigingen en ondernemers.
- Zorg voor een flexibel boekingssysteem, maar behoud het persoonlijke contact.
- Begin klein en groei organisch.
Conclusie: autodelen in dorpen kan wél werken
Waar veel mensen denken dat je op het platteland niet zonder eigen auto kunt, bewijst de AmAG het tegendeel. Dankzij slimme samenwerking en een duidelijke structuur hebben 22 huishoudens genoeg aan drie auto’s.
Dit model kan als inspiratie dienen voor andere dorpen, niet alleen in Duitsland, maar ook in Nederland en andere landen. Want waarom zou je een eigen auto nodig hebben als je er ook één kunt delen?