Het is vroeg in de ochtend op het erf van boerin Jolanda. De eerste zonnestralen werpen een gouden gloed over het weiland, maar er hangt een gespannen sfeer.
Waar het boerenleven ooit draaide om het verzorgen van dieren en het verbouwen van gewassen, is het tegenwoordig een strijd om te overleven.
“Mensen beseffen niet hoe slecht het ervoor staat,” zegt Jolanda terwijl ze met haar laarzen door de modder ploegt. “Als het zo doorgaat, dan liggen de schappen in de supermarkt straks gewoon leeg.”
De harde realiteit op de boerderij
Jolanda runt al bijna twintig jaar samen met haar man een melkveebedrijf ergens in het hart van Nederland. Haar dagen beginnen voor zonsopgang en eindigen pas diep in de avond.
Koeien melken, de administratie bijhouden, machines onderhouden – het werk stopt nooit. Toch is het niet de lange dagen of het harde werken waar ze zich zorgen over maakt.
“Dat hoort erbij,” zegt ze nuchter. “Maar de regels, de prijzen, de onzekere toekomst… dát is wat ons kapotmaakt.”
Terwijl ze een handvol krachtvoer naar een van de koeien uitsteekt, vertelt ze hoe de kosten de pan uitrijzen. Voerprijzen zijn omhooggeschoten, elektriciteit is duurder dan ooit en mestregels maken het steeds lastiger om haar bedrijf draaiende te houden. “Vroeger wist je waar je aan toe was. Tegenwoordig word je wakker en denk je: wat nu weer?”
Ze zucht en kijkt over het weiland. “Iedereen heeft het over duurzaamheid en klimaat, maar niemand lijkt te begrijpen dat boeren de enigen zijn die nog écht met de natuur werken.”
Een vak dat steeds ondankbaarder wordt
De frustratie is voelbaar wanneer ze praat over de onzekere toekomst. “Kijk, ik snap best dat we moeten verduurzamen,” zegt Jolanda.
“Maar hoe dan? We krijgen de ene na de andere maatregel op ons bord, terwijl de supermarkt gewoon rustig doorgaat met goedkope melk verkopen.
Wij moeten maar investeren in nieuwe stallen, nieuwe machines, minder uitstoot… maar als consument wil je niet drie keer zoveel betalen voor een pak melk.”
Het contrast is schrijnend: boeren die vechten om hun bedrijf overeind te houden, terwijl supermarkten hun winsten zien groeien.
“Ik verkoop melk voor een paar cent per liter, en in de winkel betalen mensen een paar euro voor een pak. Waar gaat dat geld heen? Niet naar de boer, dat kan ik je verzekeren.”
De boerenprotesten van de afgelopen jaren hebben haar gemengde gevoelens gegeven. “Het is mooi om te zien dat we samen sterk staan, maar het is ook triest dat het nodig is.
We worden neergezet als vervuilers, als mensen die maar moeten ophoepelen. Maar vertel mij eens: wat gebeurt er als wij ermee stoppen? Waar komt je eten dan vandaan?”
Schappen leeg, maar niemand die het ziet aankomen
Volgens Jolanda zijn veel Nederlanders zich niet bewust van de gevaren die op de loer liggen. “Mensen denken dat eten er altijd is. Dat de supermarkt vanzelf vol raakt.
Maar als boeren stoppen – en dat gebeurt nu al massaal – dan gaat dat gevolgen hebben.”
Ze haalt een mail van een collega-boer aan die er net mee gestopt is. “Hij had het niet meer. Alles verkocht. Z’n koeien, z’n machines, de grond… klaar ermee. En weet je wat het ergste is? Niemand merkt het, totdat het te laat is. Straks komen we op een punt dat er écht te weinig boeren zijn en dan hebben we een probleem.”
Ze kijkt peinzend naar de horizon. “Dan gaan we meer importeren, zeggen ze. Maar dat is de grootste onzin. Voedsel dat van de andere kant van de wereld komt, dat is pas slecht voor het milieu. En we hebben hier de beste boeren ter wereld, maar ze worden gewoon weggejaagd.”
De toekomst van de boerderij
Ondanks alle zorgen wil Jolanda niet zomaar opgeven. “Ik hou van dit werk. Mijn kinderen groeien hier op, tussen de koeien, in de natuur. Ik wil dat zij ook een toekomst hebben hier, maar als het zo doorgaat, vraag ik me af of dat nog wel kan.”
Ze vertelt over haar oudste zoon, die eigenlijk de boerderij wil overnemen. “Maar ja, ik kan hem dat niet met een gerust hart laten doen.
De overheid verandert constant de regels, we weten niet eens of we over vijf jaar nog wel mogen bestaan. Wat moet ik tegen hem zeggen? Ga maar studeren en zoek iets anders?”
Het idee doet haar zichtbaar pijn. “Dit is ons leven. Niet zomaar een baan, niet zomaar een bedrijf. Dit is wie we zijn. En ik ben het zat om me te moeten verdedigen voor iets wat we al generaties lang doen.”
Een oproep aan Nederland
Jolanda wil dat mensen zich bewuster worden van waar hun eten vandaan komt. “Als je boodschappen doet, denk dan eens na. Waar komt dat stukje vlees vandaan? Die kaas? Die melk? Het komt niet uit de fabriek, het komt van een boerderij zoals die van mij.”
Ze wijst naar haar koeien, die loom in de wei staan te herkauwen. “Zolang wij er nog zijn.”
Met een zucht loopt ze terug naar de stal, klaar om weer verder te gaan met haar werk. Want hoe zwaar het ook is, opgeven staat niet in haar woordenboek. Nog niet. Maar als er niets verandert, dan is de dag dat de schappen écht leeg zijn misschien wel dichterbij dan we denken.