In de stad is het een steeds grotere uitdaging om met een oudere dieselauto door de straten te rijden. Emissiezones worden strenger, en steden proberen de luchtkwaliteit te verbeteren door milieuregels in te voeren die het rijden met vervuilende voertuigen beperken.
Maar voor Bart (35) is dit allemaal een brug te ver. “Ik ga niet mee met deze onzin,” zegt hij resoluut terwijl hij zijn dieselauto start en de stad in rijdt.
Bart is geen uitzondering. In veel steden wordt het steeds moeilijker om zonder een boete door de straten te rijden als je geen milieuvriendelijke auto hebt.
Toch weigert Bart zich aan te passen aan de strengere regels voor voertuigen met hoge uitstoot. Hij vindt dat er betere manieren zijn om het milieu te beschermen, zonder dat mensen hun vrijheid en mobiliteit verliezen.
“Waarom zou ik mijn auto wegdoen? Ik heb geen probleem met mijn diesel,” voegt Bart eraan toe terwijl hij door de stad scheurt.
De emissiezone: wat is het probleem?
In veel Nederlandse steden, zoals Amsterdam, Rotterdam en Utrecht, zijn emissiezones ingesteld om de luchtvervuiling tegen te gaan.
Dieselauto’s die niet voldoen aan de nieuwe milieunormen mogen bepaalde gebieden niet meer in. Het doel is simpel: de lucht schoner maken door voertuigen die veel CO2 uitstoten, buiten de stad te houden. Echter, voor Bart is deze oplossing niet zo simpel.
“Als ik gewoon naar mijn werk wil rijden of even boodschappen doen, moet ik wel door die zones heen,” zegt hij met een zucht. “Wat nu als ik geen andere keuze heb?
Kan ik dan niet meer in mijn eigen stad rijden?” Bart heeft het gevoel dat hij als automobilist steeds meer wordt gepusht om te kiezen voor elektrische of hybride voertuigen, maar dat is voor hem geen optie.
“Waarom zou ik moeten investeren in een nieuwe auto als mijn huidige nog prima werkt? Dit gaat niet over het milieu, dit gaat over geld en controle,” klinkt het vastberaden.
De regelingen rondom de emissiezone kunnen voor veel mensen zoals Bart frustrerend aanvoelen. Terwijl steden claimen dat ze de luchtkwaliteit willen verbeteren, voelen veel automobilisten zich gepakt door de nieuwe regels.
Bart is dan ook niet de enige die zich verzet tegen de emissiezones. Veel andere mensen in zijn omgeving delen dezelfde mening.
“Iedereen weet dat de lucht hier beter kan worden, maar dit is geen oplossing. Het is gewoon een manier om mensen gedwongen over te laten stappen op een nieuwe auto,” zegt hij, duidelijk gefrustreerd.
De gevolgen voor Bart’s dagelijks leven
Wat zijn nu de gevolgen voor Bart van deze nieuwe regels? Elke keer als hij de stad inrijdt, riskeert hij een boete. “Ja, ik krijg wel eens een bekeuring, maar ik betaal die boetes wel. Wat kan ik anders doen?
Moet ik nu echt mijn hele leven aanpassen vanwege een regeling waar ik het niet mee eens ben?” Bart ziet de boetes als een noodzakelijk kwaad, iets wat hij bereid is te accepteren zolang hij niet gedwongen wordt om zijn levensstijl drastisch te veranderen.
Toch is het niet altijd makkelijk om met deze situatie om te gaan. De druk om zich aan te passen is groot, vooral als vrienden en collega’s het over hun nieuwe elektrische auto’s hebben.
“Dan zit ik daar met mijn oude diesel, en iedereen kijkt naar je alsof je een crimineel bent,” zegt Bart met een cynische lach.
“Dat is de sfeer die je krijgt als je geen hippe, schone auto hebt.” Voor Bart is het een kwestie van principes. Hij vindt dat mensen niet voor de gek gehouden moeten worden met “duurzame” oplossingen die niet altijd werken.
“Als iedereen echt om het milieu geeft, moeten ze gewoon stoppen met deze vervuilende auto’s aan te moedigen en echt gaan investeren in infrastructuur voor elektrische voertuigen,” zegt hij, terwijl hij stilstaat voor een verkeerslicht.
De stad verandert en Bart voelt de druk
Bart merkt dat de stad steeds minder een plek is waar hij zich thuis voelt. Hij houdt van zijn dieselauto, hij heeft er al jarenlang plezier van, en hij voelt zich er comfortabel in.
Maar het lijkt wel alsof de stad steeds meer verandert in een plek waar hij niet meer welkom is met zijn voertuig.
“Het wordt steeds moeilijker om gewoon een ritje te maken zonder je zorgen te maken over de regels en de boetes,” zegt hij.
Hij merkt dat er een bepaalde druk is om zijn auto in te ruilen voor een nieuwere, schonere versie. Maar volgens Bart is dat makkelijker gezegd dan gedaan. “Een nieuwe auto kost je een fortuin en ik wil niet dat de stad bepaalt wat voor auto ik rijd.
Het gaat niet om het milieu, het gaat om geld verdienen,” zegt hij. Bart heeft er moeite mee dat de stad nu bepaalt wat wel en niet acceptabel is in zijn dagelijks leven. Voor hem voelt het alsof zijn vrijheid wordt ingeperkt.
Een onrealistische oplossing?
Wat Bart vooral stoort, is de manier waarop de oplossing van de stad voor het milieuprobleem wordt gepresenteerd. Het voelt voor hem niet als een realistische oplossing. “Ze zeggen wel dat het goed is voor de luchtkwaliteit, maar hoeveel verschil maakt het echt?” vraagt hij zich af. “Ik rij meestal op de snelweg en dan zie ik een heleboel vrachtwagens die veel meer vervuilen dan mijn auto, maar daar wordt niets aan gedaan.”
Bart heeft het gevoel dat de focus niet ligt op de echte vervuilers, maar op mensen zoals hij die in een oudere auto rijden. “Er is veel te veel nadruk op die kleine vervuiling, terwijl je de grote vervuilers met hun vrachtwagens en industrieën nog steeds ongemoeid laat,” zegt hij. Het lijkt voor Bart alsof de stad een makkelijke scapegoat zoekt om het milieuprobleem op te lossen, zonder echte veranderingen door te voeren.
Wat is de oplossing?
Bart is ervan overtuigd dat er betere manieren zijn om het milieu te beschermen dan door iedereen te dwingen hun oude voertuigen in te ruilen.
Volgens hem zou de focus meer moeten liggen op het verbeteren van het openbaar vervoer en het stimuleren van duurzame initiatieven die voor iedereen toegankelijk zijn.
“Als je het echt goed wilt doen voor het milieu, moet je kijken naar de infrastructuur in plaats van iedereen zijn auto uit te trekken,” zegt Bart.
Zijn boodschap is duidelijk: verandering moet van twee kanten komen. Mensen moeten in staat zijn om verantwoorde keuzes te maken, maar de stad moet ook zorgen voor alternatieven die voor iedereen haalbaar zijn.
Voor Bart blijft de boodschap hetzelfde: “Ik ga niet mee met deze onzin.” En voorlopig blijft hij gewoon rijden, zelfs als dat betekent dat hij af en toe een bekeuring moet betalen. “Mijn diesel is niet het probleem,” zegt hij met een grijns. “De echte verandering moet van hogerop komen.”