In Denemarken is het officieel: vanaf 2040 kunnen Denen pas op hun zeventigste met pensioen. Een beslissing die flink wat stof doet opwaaien, maar die volgens economen ook in Nederland meer dan relevant is.
Want ook hier wordt het pensioenstelsel steeds duurder en de vergrijzing steeds zichtbaarder. Is het tijd voor Nederland om het Deense voorbeeld te volgen?
Pensioenleeftijd stijgt stapsgewijs naar 70 jaar
Denemarken heeft gekozen voor een geleidelijke verhoging van de pensioenleeftijd. In 2030 gaat men daar met pensioen op 68 jaar, in 2035 op 69, en vanaf 2040 pas op 70.
Daarbij is het systeem gekoppeld aan de levensverwachting: wie ouder wordt, werkt automatisch langer door. Het idee is simpel: iedereen heeft recht op ongeveer 15 jaar pensioen, maar als mensen ouder worden, schuift die termijn automatisch op.
Voor baby’s die vanaf 2023 worden geboren, betekent dat in theorie dat ze pas met 77,5 jaar met pensioen gaan. Een extreem idee? Misschien. Maar ook in Nederland lopen we tegen dezelfde problemen aan.
Het Nederlandse pensioenstelsel piept en kraakt
In Nederland is de pensioenleeftijd inmiddels gestegen naar 67 jaar, afhankelijk van de geboortedatum. Maar ondanks deze verhoging gaat de gemiddelde Nederlander nu al rond z’n 64e met pensioen. Vaak via vervroegde uittreding of regelingen zoals deeltijdpensioen.
Tegelijkertijd stijgt de levensverwachting gestaag door. Meer jaren in goede gezondheid klinkt als goed nieuws, maar het betekent ook: meer jaren pensioen, en dus meer kosten.
Het huidige systeem staat onder druk. Er zijn steeds minder werkenden tegenover een groeiende groep gepensioneerden. En hoewel Nederland een van de rijkste pensioenfondsen ter wereld heeft, zijn de zorgen over de houdbaarheid van het systeem terecht.
Miljarden aan belastinggeld naar pensioenen
In Nederland vloeit jaarlijks een enorm bedrag vanuit de staatskas naar de AOW. In 2024 ging het al om meer dan 50 miljard euro. En dat bedrag stijgt elk jaar verder.
Het is nu al een van de grootste kostenposten in de Rijksbegroting. Zonder hervormingen worden jonge generaties straks geconfronteerd met hogere belastingen, lagere pensioenen of beide.
Daarom klinken er steeds vaker geluiden om het systeem te moderniseren. De vraag is: durft Nederland te doen wat Denemarken nu al in gang heeft gezet?
Wat Nederland kan leren van Denemarken
Het meest opvallende aan de Deense aanpak is de automatische koppeling van de pensioenleeftijd aan de levensverwachting. Geen eindeloze politieke discussies meer over elke verhoging, maar een systeem dat zichzelf aanpast.
In Nederland is er wél een koppeling met de levensverwachting, maar in praktijk blijft het een heet hangijzer in Den Haag.
Het Deense model biedt stabiliteit én duidelijkheid. Werknemers en werkgevers weten waar ze aan toe zijn. En de druk op jongere generaties wordt eerlijker verdeeld. Economen pleiten al jaren voor zo’n dynamisch systeem, ook in Nederland. Niet om mensen oneindig te laten werken, maar om het systeem eerlijk en toekomstbestendig te houden.
Drie knoppen waar Nederland aan kan draaien
Als het Nederlandse pensioenstelsel houdbaar moet blijven, zijn er grofweg drie manieren om dat te bereiken:
De pensioenleeftijd verhogen
De premies verhogen
Het pensioenbedrag verlagen
Tot nu toe zijn premies redelijk stabiel gebleven en het pensioenbedrag (zoals het AOW-bedrag) wordt jaarlijks aangepast aan de inflatie. Maar structurele hervormingen blijven uit. Dat betekent dat uiteindelijk toch weer naar de pensioenleeftijd gekeken moet worden.
Flexibel pensioen als alternatief?
Er is ook een andere benadering mogelijk: flexibiliteit. Niet iedereen heeft hetzelfde werk, of dezelfde gezondheid. Iemand met een fysiek zwaar beroep haalt de 70 misschien niet op een gezonde manier, terwijl een kantoorwerker misschien prima wil doorwerken tot 72.
Door mensen zelf te laten kiezen wanneer ze stoppen – met financiële prikkels – ontstaat er ruimte en maatwerk. Wie eerder stopt, krijgt wat minder; wie langer werkt, bouwt meer op. In Denemarken wordt ook die flexibiliteit meegenomen in het beleid.
Jongeren zijn de dupe van uitstel
Wat vooral opvalt in het Nederlandse debat: politici schuiven het probleem graag voor zich uit. Maar het uitstellen van beslissingen heeft een prijs. Het zijn niet de huidige gepensioneerden die de gevolgen voelen, maar jongeren en toekomstige generaties. Zij moeten straks de rekening betalen voor een systeem dat eigenlijk nu al niet meer in balans is.
Een structurele oplossing, zoals het koppelen van de pensioenleeftijd aan de levensverwachting, kan die rekening eerlijker verdelen. En juist dát is wat Denemarken nu aandurft.
Is Nederland klaar voor een pensioen op 70-jarige leeftijd?
De meningen zijn verdeeld. Voor sommigen klinkt het als een ramp, voor anderen als een noodzakelijke realiteit. Feit is dat we langer leven, langer gezond blijven en dat de kosten stijgen.
Door het pensioenstelsel eerlijker en flexibeler te maken, kunnen we toekomstbestendige keuzes maken. Dat vraagt politieke moed, maar ook maatschappelijk begrip.
Conclusie: langer werken is geen straf, als het eerlijk gebeurt
Niemand zit te wachten op nóg langer doorwerken. Maar als we willen dat het pensioenstelsel blijft bestaan voor iedereen – jong en oud – dan moet er iets veranderen. Denemarken geeft alvast het goede voorbeeld. Nu is de vraag: volgt Nederland?