In de Nederlandse politiek is de strijd om moraal en standpunten dagelijks zichtbaar. Vaak benadrukken linkse partijen hun rol als verdedigers van eenheid en gelijkheid, maar zodra de situatie ingewikkeld wordt, lijkt die eenheid te wankelen.

Dat bleek opnieuw toen een pamflet tegen extreemrechts geweld, opgesteld door de ChristenUnie, tot verdeeldheid leidde.
Waar de bedoeling was om gezamenlijk een krachtig signaal af te geven, kozen partijen als GroenLinks-PvdA, D66, SP en de Partij voor de Dieren ervoor om niet mee te doen.
Het pamflet dat verdeeldheid veroorzaakte
Het initiatief kwam van de ChristenUnie. Het pamflet moest een duidelijke afwijzing zijn van extreemrechts geweld en oproepen tot gezamenlijke verantwoordelijkheid.
Maar de boodschap kreeg een andere lading toen ook PVV en FVD zich aansloten. Linkse partijen zagen dit niet als versterking, maar juist als een probleem.
Volgens D66-Kamerlid Jan Paternotte legitimeert deelname van PVV en FVD de standpunten van mensen als Gideon van Meijeren.
Die beweerde eerder dat geweld in Den Haag bewust werd uitgelokt door groepen zoals Antifa en zelfs politieagenten.
Voor veel linkse partijen was dit reden genoeg om hun steun in te trekken, ook al betekende dit dat ze geen gezamenlijk front meer vormden tegen geweld.
De selectieve verontwaardiging
Wat deze kwestie extra gevoelig maakt, is dat er vaker kritiek klinkt op de selectieve verontwaardiging van linkse partijen.
Zo bleef het stil toen er ‘Nazi’-graffiti op het partijbureau van Forum voor Democratie werd gespoten of toen de voordeur van Thierry Baudet werd beklad.
Waar geweld vanuit de rechterhoek fel wordt veroordeeld, worden soortgelijke incidenten door linkse activisten vaak afgedaan als een vorm van protest.
Deze dubbele standaard voedt het gevoel dat linkse partijen met twee maten meten. Tegenstanders noemen dit hypocrisie, en dat beeld wordt in de samenleving breed gedeeld. Het versterkt bovendien het idee dat de politieke elite niet altijd eerlijk of consequent handelt.
Teleurstelling bij de ChristenUnie
Voor de ChristenUnie was de opstelling van de linkse partijen een bittere pil. Fractievoorzitter Mirjam Bikker had gehoopt op een breed gedragen signaal dat alle partijen in Den Haag konden onderschrijven.
In een tv-programma liet ze weten teleurgesteld te zijn in de boycot. Volgens haar ging het pamflet juist om een gedeelde boodschap tegen geweld, ongeacht ideologische verschillen.
Dat linkse partijen de steun afhaken zodra PVV en FVD betrokken zijn, legt volgens critici een pijnlijk gebrek aan zelfreflectie bloot.
Het laat zien dat politieke moraal soms ondergeschikt wordt gemaakt aan partijpolitieke belangen.
Wilders en Baudet grijpen kans
Voor partijen aan de rechterzijde was de verdeeldheid koren op de molen. PVV-leider Geert Wilders reageerde fel door te stellen dat de weigering van links juist bijdraagt aan verdere polarisatie.
Volgens hem laat dit zien waarom veel Nederlanders genoeg hebben van de huidige politiek en verlangen naar verandering.
Ook binnen Forum voor Democratie werd met interesse gekeken naar de situatie. Thierry Baudet en zijn partijgenoten benadrukten dat linkse partijen hiermee hun eigen geloofwaardigheid ondermijnen.
Het idee dat geweld slechts veroordeeld wordt als het van de ‘verkeerde kant’ komt, is volgens hen het bewijs van dubbele standaarden.
De impact op politieke verhoudingen
De weigering om het pamflet te ondertekenen kan grote gevolgen hebben voor de politieke verhoudingen.
Waar kiezers vaak snakken naar eenheid en daadkracht, zien ze nu opnieuw verdeeldheid en spelletjes in de Tweede Kamer.
Dit kan leiden tot verlies van vertrouwen in partijen die zich juist profileren als bruggenbouwers.
Vooral GroenLinks-PvdA, die zichzelf neerzet als motor van samenwerking, komt hierdoor in een lastig parket.
Kiezers zouden zich kunnen afvragen hoe geloofwaardig een partij is die pleit voor solidariteit, maar zich terugtrekt als er samenwerking met politieke tegenstanders nodig is.
Morele dilemma’s en hypocrisie
Het incident maakt duidelijk hoe moeilijk het voor veel partijen is om een consequente moraal te hanteren.
Links benadrukt vaak het belang van inclusie en gelijkheid, maar lijkt moeite te hebben om dat principe door te trekken zodra het gaat om samenwerking met partijen waarmee ze ideologisch botsen.
Critici wijzen erop dat dit selectieve gedrag de polarisatie alleen maar vergroot. Door niet samen te werken aan een breed gedragen afwijzing van geweld, wordt juist de indruk gewekt dat er politieke belangen boven de gezamenlijke veiligheid worden gesteld.
Gevolgen voor de toekomst
De vraag is nu hoe dit incident doorwerkt in de toekomst van de Nederlandse politiek. Samenwerking tussen partijen wordt steeds moeilijker in een tijd waarin wantrouwen en verdeeldheid de boventoon voeren.
Als zelfs een gezamenlijke veroordeling van geweld niet mogelijk blijkt, hoe realistisch is het dan om te verwachten dat partijen samen oplossingen vinden voor complexe dossiers zoals migratie, woningtekorten en klimaat?
Voor de oppositie is dit een kans om zich te profileren. Door de verdeeldheid van hun tegenstanders uit te lichten, kunnen zij hun eigen positie versterken.
Voor de coalitiepartijen en linkse blokken is het daarentegen een signaal dat er werk aan de winkel is om vertrouwen en geloofwaardigheid te behouden.
Slotbeschouwing: een gemiste kans
Het pamflet dat bedoeld was om partijen te verenigen tegen geweld, heeft juist het tegenovergestelde effect gehad. In plaats van een krachtig signaal van eenheid liet de politiek zien hoe diep de verdeeldheid zit.
Waar de ChristenUnie hoopte op samenwerking, ontstond een nieuw hoofdstuk in de strijd tussen links en rechts.
De kwestie legt niet alleen de breuklijnen bloot in Den Haag, maar ook de frustratie van kiezers die zien dat politieke moraal vaak selectief wordt toegepast. Het is een gemiste kans om gezamenlijk op te treden tegen extremisme.
Alleen door consequent en eerlijk te zijn, kan er weer gewerkt worden aan vertrouwen en eenheid in de samenleving.





