Iedereen die zich de overgang van gulden naar euro nog herinnert, weet vast nog hoe het voelde om dat kartonnen mapje met glimmende muntjes in handen te hebben.
In de winter van 2001 kreeg bijna elk huishouden zo’n zogenoemde Zalmkit, een starterset met de allereerste euromunten.
Voor veel Nederlanders voelde het alsof ze een uniek collectors item in bezit hadden, eentje die in de toekomst misschien flink wat waard zou worden. Maar hoe staat het er ruim twintig jaar later voor?
De introductie van de Zalmkit
Het jaar 2001 was historisch: Nederland maakte zich klaar voor de overstap van gulden naar euro.
Om die overgang soepeler te laten verlopen, kreeg iedereen vanaf zes jaar een bon waarmee een setje euromunten kon worden opgehaald.
Postkantoren, banken en zelfs winkels als HEMA deelden de kits uit.
In het mapje zaten acht muntjes, van 1 cent tot 2 euro. Alles netjes vastgezet met een beetje lijm.
Omgerekend hadden de muntjes samen een waarde van 8,55 gulden. Het doel was niet speculatie, maar gewenning: Nederlanders moesten alvast kennismaken met de nieuwe munt die op 1 januari 2002 officieel in gebruik zou worden genomen.
Maar omdat de Zalmkit het eerste tastbare bewijs was van de euro, werd het ook gezien als een waardevol aandenken.
Veel mensen bewaarden hun setje met de gedachte dat dit later misschien een klein fortuin zou opleveren.
Waarom de waarde beperkt blijft
Bij de introductie werden er bijna 15 miljoen Zalmkits verspreid. En precies dat enorme aantal zorgt ervoor dat de waarde vandaag de dag tegenvalt.
Verzamelaars en handelaren weten: hoe meer er van iets bestaat, hoe lager de kans dat het veel waard wordt. Schaarste is namelijk de sleutel tot hoge prijzen.
Daarom is de Zalmkit, ondanks de historische betekenis, nooit uitgegroeid tot een waardevolle investering.
Waar sommige oude munten duizenden euro’s waard kunnen worden, blijft dit setje hangen op een bescheiden bedrag.
Wat levert een Zalmkit anno 2025 op?
Een ongeopend mapje brengt tegenwoordig gemiddeld 20 tot 30 euro op. Op verkoopsites als Marktplaats, Catawiki en Bol.com staan ze volop te koop.
Voor verzamelaars is dat leuk om te hebben, maar het is ver verwijderd van de verwachtingen die velen begin deze eeuw koesterden.
Wie gehoopt had dat de waarde in de honderden euro’s zou lopen, komt dus bedrogen uit. De markt is simpelweg verzadigd.
Handelaren bevestigen dat er nog altijd duizenden kits ongeopend in lades, kasten en verzamelmappen liggen. Zonder schaarste stijgt de prijs niet.
Waarom sommige munten wél veel waard worden
De munten die uiteindelijk echt geld opleveren, zijn vaak bijzondere uitgaven. Denk aan herdenkingsmunten, exemplaren die in een zeer beperkte oplage zijn geslagen of munten die alleen in kleine landen zijn uitgegeven.
Daar is wél sprake van zeldzaamheid, waardoor de waarde kan oplopen.
Een standaard Nederlandse starterkit met miljoenen exemplaren valt daar duidelijk niet onder. Voor echte muntverzamelaars is het daarom vooral een nostalgisch item en geen slimme investering.
Oude guldens: zilver maakt het verschil
Hoewel de gulden al jaren verdwenen is, zijn sommige munten wél de moeite waard. Vooral zilveren guldens en rijksdaalders hebben waarde, niet alleen voor verzamelaars maar ook door het metaal zelf.
Een zilveren gulden levert rond de 5 euro op
Een zilveren rijksdaalder kan zelfs meer dan 11 euro waard zijn
De waarde fluctueert mee met de zilverprijs, waardoor het loont om prijzen bij verschillende handelaren te vergelijken.
Guldenbiljetten inwisselen bij De Nederlandsche Bank
Niet alleen munten, ook biljetten zijn nog volop in omloop bij verzamelaars. Officieel kunnen oude guldenbiljetten nog steeds worden ingewisseld bij De Nederlandsche Bank. De koers staat vast: 1 euro = 2,20371 gulden.
Dat betekent dat een biljet van 25 gulden ruim 11 euro oplevert. Alleen biljetten met bijzondere serienummers of zeldzame drukken brengen soms meer op. Maar voor de meeste briefjes geldt gewoon de vaste koers.
Verkopen of juist bewaren?
De keuze om een Zalmkit te verkopen of te bewaren, hangt vooral af van wat je belangrijk vindt. Financieel gezien levert het hooguit een paar tientjes op.
Maar wie waarde hecht aan de emotie en de herinnering aan die historische tijd, heeft met een eurokit een bijzonder stukje geschiedenis in handen.
Verkoop levert niet veel op, maar bewaren betekent dat je een tastbaar symbool hebt van het moment waarop Nederland afscheid nam van de gulden.
Een stukje nostalgie
De Zalmkit is misschien geen schat waard, maar wel een stukje tastbare nostalgie. Het mapje vertelt het verhaal van een belangrijke overgang in de Nederlandse geschiedenis.
Voor een paar tientjes koop of verkoop je een uniek aandenken dat herinnert aan het begin van de euro.
De echte waarde zit niet in het geld dat het oplevert, maar in de herinnering aan een tijdperk waarin iedereen in Nederland hetzelfde kartonnen mapje kreeg en voor het eerst met euro’s kon betalen.
En dat maakt de Zalmkit, ondanks de lage marktwaarde, toch bijzonder.
Toekomstige waarde: kan het nog stijgen?
Sommige verzamelaars hopen dat de waarde van de Zalmkit in de toekomst alsnog omhooggaat. Toch is die kans klein.
Omdat er miljoenen stuks zijn uitgegeven en veel Nederlanders hun mapje nog steeds keurig bewaren, zal er nooit echte schaarste ontstaan.
Alleen in uitzonderlijke gevallen – bijvoorbeeld een setje in een bijzondere staat of met een foutdruk – kan de prijs hoger oplopen. Voor de meeste kits blijft het een nostalgisch aandenken en geen gouden investering.
Wat maakt het wél waardevol?
Hoewel de financiële opbrengst beperkt is, hebben de kits vooral historische en emotionele waarde.
Voor wie de overgang van gulden naar euro bewust meemaakte, symboliseert het mapje een uniek moment in de Nederlandse geschiedenis. Het is een object dat verhalen oproept en herinneringen vasthoudt.
Juist dát maakt het voor veel mensen waardevol. Uiteindelijk is de Zalmkit niet alleen een mapje met muntjes, maar ook een tastbaar stukje cultuur waar een hele generatie Nederlanders herinneringen aan bewaart.
