Rob Jetten profileert zich al jaren als de jonge, energieke politicus die Nederland de toekomst in moet leiden. Als voormalig minister van Klimaat en Energie en partijleider van D66 werd hij hét gezicht van duurzaamheid en vooruitgang.

Maar achter dat gelikte imago schuilt een spoor van financiële chaos, miljardenverspilling en verkeerde keuzes.
Zijn beleid heeft niet alleen diepe sporen achtergelaten in de staatskas, maar ook in de portemonnee van gewone Nederlanders.
Tijdens zijn ministerschap (2022–2024) gaf Jetten miljarden uit aan klimaatprojecten waarvan de resultaten beperkt waren en de kosten almaar opliepen.
Zelfs de Algemene Rekenkamer trok aan de bel: de boekhouding van zijn ministerie bleek niet op orde, en veel subsidies werden zonder duidelijke onderbouwing uitgekeerd.
Het Klimaatfonds van 35 miljard euro: veel geld, weinig resultaat
Een van Jettens grootste trofeeën was het Nationaal Klimaatfonds — een pot van maar liefst 35 miljard euro, bedoeld om Nederland te “vergroenen”.
Windparken, waterstofprojecten en isolatiemaatregelen moesten het land transformeren tot een duurzame koploper.
Maar de uitvoering liep al snel uit de hand. Het geld verdween in tientallen losse projecten zonder duidelijke controle.
Rapporten van het Planbureau voor de Leefomgeving wezen erop dat slechts een klein deel van de maatregelen daadwerkelijk meetbaar effect had. Van de 82 onderzochte klimaatmaatregelen bleken er slechts 12 iets op te leveren.
Toch bleef Jetten volhouden dat zijn plannen “noodzakelijk” waren.
Critici, waaronder PVV’er Alexander Kops, noemden zijn beleid “dure symboolpolitiek” — zeker toen bleek dat Nederland met al dat geld slechts 0,000036 graden minder opwarming zou bereiken.
Windparken op zee: 40 miljard euro duurder dan gepland
Ook de aanleg van windparken op de Noordzee — Jettens paradepaardje — bleek een financiële nachtmerrie. In oktober 2023 gaf de minister toe dat de kosten 40 miljard euro hoger uitvielen dan begroot.
De reden? Gestegen grondstofprijzen, personeelstekorten en het uitsluiten van leveranciers uit landen als China.
Daardoor moest de overheid nieuwe contracten sluiten tegen veel hogere tarieven. De rekening? Die komt bij de consument te liggen.
Volgens berekeningen van het FD zullen huishoudens ruim 10 procent meer gaan betalen voor elektriciteit. Jetten erkende dat “de stroomprijs flink zal stijgen”, maar hield vol dat dit “op lange termijn loont”.
Ondertussen waarschuwden biologen dat het megaproject met 30.000 windmolens grote schade kan aanrichten aan het zeeleven in de Noordzee.
Dwangmaatregelen en ‘slimme apparaten’
Om het overvolle elektriciteitsnet te ontlasten, kondigde Jetten in 2023 aan dat hij bedrijven wilde dwingen minder stroom te gebruiken tijdens piekuren.
Hij sprak trots van “onorthodoxe maatregelen”. Ook voor huishoudens had hij plannen: slimme laadpalen en warmtepompen die op afstand kunnen worden uitgeschakeld.
Het idee van een overheid die bepaalt wanneer mensen hun auto opladen of hun huis verwarmen, stuitte op veel kritiek. Toch wilde Jetten dit systeem verplicht maken.
Volgens hem zou het de energietransitie “efficiënter” maken, maar voor velen klonk het vooral als een inbreuk op hun vrijheid.
Waterstof: miljarden voor weinig resultaat
Een ander prestigeproject was de ontwikkeling van waterstof. Nederland moest volgens Jetten de “Europese hub” worden voor waterstofproductie. Daarvoor trok hij miljarden uit aan subsidies, vooral voor grote bedrijven zoals Shell, Vattenfall en Tata Steel.
Het resultaat was mager. Veel projecten kwamen niet van de grond of bleken technisch onhaalbaar. Het Planbureau voor de Leefomgeving concludeerde later dat de CO₂-reductie “beperkt” was en de risico’s “zeer groot”.
Terwijl het bedrijfsleven honderden miljoenen ontving, werd de gewone Nederlander aangespoord korter te douchen en de verwarming lager te zetten.
Financiële chaos op het ministerie
De Algemene Rekenkamer legde in 2023 harde conclusies op tafel: de financiële administratie van het ministerie van Klimaat en Energie was een puinhoop.
Contracten ontbraken, subsidies werden uitgekeerd zonder controle, en grote bedragen waren onverklaarbaar verdwenen.
Een van de meest opvallende voorbeelden was de subsidie van 395 miljoen euro aan de biomassacentrale in Diemen. Dat project werd goedgekeurd terwijl biomassa al niet meer als duurzaam werd beschouwd. Interne memo’s toonden aan dat ambtenaren wisten dat de beslissing “problemen kon opleveren als dit publiek bekend werd”.
Toch mocht Jetten, ondanks deze wanorde, tijdelijk minister van Financiën worden toen Sigrid Kaag vertrok. Hij kreeg daarmee de verantwoordelijkheid over de rijksbegroting, terwijl zijn eigen ministerie nog niet op orde was.
De energierekening: belofte gebroken
Jetten beloofde dat de energietransitie de rekening zou verlagen. Het tegendeel gebeurde. Onder zijn beleid kreeg Nederland in 2023 de hoogste gasprijs van Europa. Belastingen stegen, terwijl de compensatie voor burgers afnam.
Daarbovenop kwamen plannen om autorijden duurder te maken: hogere aanschafbelasting op benzine- en dieselauto’s, en duurdere brandstof door biobrandstofbijmenging. Zelfs coalitiepartijen VVD en CDA vonden het te gortig. De maatregelen zouden de burger miljarden kosten.
Twee maten: zijn eigen vlieggedrag
Terwijl Jetten Nederlanders opriep minder te vliegen, zat hij zelf geregeld in het vliegtuig. In 2023 vloog hij naar Argentinië om zijn verloofde te bezoeken — een retourtje van 22.000 kilometer. Ook gebruikte hij het regeringsvliegtuig voor korte afstanden binnen Nederland.
In april 2025 combineerde hij een Kamerreis naar Zuid-Amerika met een privéverblijf, wat tot veel vragen leidde. Later gaf hij toe: “Ik ben geen heilig boontje.” Toch bleef de kritiek aanhouden, zeker nadat bekend werd dat zijn bruiloft in Spanje werd gehouden — compleet met honderden ingevlogen gasten.
Opvallende uitspraken en blunders
Jetten haalde vaker het nieuws met opmerkelijke uitspraken. Tijdens een debat over de monarchie maakte hij een ongepaste opmerking over kroonprinses Amalia. Ook vertelde hij in een talkshow een heroïsch oorlogsverhaal dat later uit een film bleek te komen.
Daarnaast werd hij betrapt op lachen toen een zanger in een tv-programma een journalist “fascist” noemde. Zulke incidenten deden zijn geloofwaardigheid geen goed en versterkten het beeld van een politicus die zichzelf boven de rest plaatst.
Een wispelturige koers in migratie en stikstof
In aanloop naar de verkiezingen van 2025 probeerde Jetten zich te herpositioneren. Hij sprak ineens over “strengere maatregelen” tegen asielzoekers en een “realistischere” aanpak van stikstof. Een opvallende draai, gezien zijn eerdere pleidooien voor meer migratie en snellere klimaatdoelen.
Critici zagen het als pure verkiezingsstrategie. “Jetten probeert stemmen te trekken aan de rechterkant, maar zijn beleid blijft links,” zei een politiek analist. “Zijn daden en woorden spreken elkaar tegen.”
De erfenis van Jetten: veel geld, weinig grip
Rob Jetten liet als klimaatminister een erfenis achter van torenhoge kosten, onhaalbare plannen en een ministerie dat worstelde met zijn eigen cijfers. Waar hij zichzelf ziet als de man van de toekomst, zien velen hem als symbool van bureaucratische grootheidswaan.
Zijn beleid leverde Nederland niet de beloofde verduurzaming op, maar wel hogere energieprijzen en een groeiende kloof tussen politiek en burger. De vraag die blijft hangen: heeft Rob Jetten Nederland vooruitgeholpen, of juist opgezadeld met een rekening die nog jaren zal worden betaald?
Met de verkiezingen achter de rug en zijn ambities als mogelijk premier op tafel, zal Jetten vroeg of laat verantwoording moeten afleggen. Want hoe groot zijn glimlach ook is, de cijfers liegen niet.





