Goedkope pakketjes uit webshops zoals AliExpress, Temu en Shein worden vanaf 2026 een stuk minder aantrekkelijk.
De EU-ministers van Financiën hebben besloten om veel sneller dan gepland invoerrechten te gaan heffen op kleine bestellingen van buiten de Europese Unie.
Daarmee verdwijnt de vrijstelling voor pakketjes onder de 150 euro al in 2026, in plaats van twee jaar later zoals oorspronkelijk de bedoeling was.
Het besluit komt niet uit de lucht vallen. De stroom goedkope pakketjes uit vooral China is de afgelopen jaren explosief gegroeid en zorgt voor steeds meer wrijving binnen de Europese markt. Europese bedrijven waarschuwen al langer voor oneerlijke concurrentie, terwijl toezichthouders zich zorgen maken over de veiligheid en kwaliteit van producten die vaak nauwelijks worden gecontroleerd.
De maatregel markeert het begin van een nieuwe fase in de strijd tegen overmatige import van spotgoedkope producten van buiten de EU.
Waarom de EU ingrijpt: enorme groei van goedkope pakketjes
Wie regelmatig bestelt bij Aziatische webshops weet dat de prijzen soms bijna te mooi lijken om waar te zijn. Dat heeft mede te maken met de vrijstelling die nu nog geldt voor pakketjes onder de 150 euro.
Op zulke bestellingen worden geen invoerrechten geheven, waardoor de producten zo goedkoop mogelijk in de EU terechtkomen. En dat maakt het voor Europese bedrijven lastig om te concurreren.
Het aantal pakketjes is de afgelopen jaren volledig doorgeschoten. Vorig jaar arriveerden er 4,6 miljard kleine zendingen in de Europese Unie.
Zo’n 90 procent daarvan kwam uit China. En volgens Europarlementariër Dirk Gotink is het aantal bestellingen dit jaar zelfs nog sneller gestegen.
Sterker nog: de EU heeft nu al meer zendingen ontvangen dan in heel 2024, terwijl de drukste maanden – november en december – nog moeten komen.
Dat enorme volume zorgt voor problemen. Niet alleen voor bedrijven, maar ook voor douanediensten, toezichthouders en pakketverwerkers. De systemen raken overbelast, waardoor het controleren van pakketjes nauwelijks mogelijk is.
Dit leidt tot producten die zonder kwaliteitscontrole binnenstromen, terwijl Europese chauffeurs, magazijnmedewerkers en retailers de prijs betalen voor de lage importkosten.
Oneerlijke concurrentie: Europese bedrijven trekken aan de bel
Europese ondernemers waarschuwen al jaren voor de oneerlijke concurrentie van goedkope Chinese webshops.
Terwijl Europese bedrijven moeten voldoen aan strenge regels, hoge loonkosten, administratieve lasten en btw-afdracht, kunnen webshops uit China producten aanbieden tegen bodemprijzen. Door de vrijstelling van invoerrechten konden die prijzen nog verder omlaag.
Het probleem is niet alleen economisch. Veel producten die uit China komen, voldoen simpelweg niet aan Europese kwaliteits- en veiligheidsnormen.
Denk aan speelgoed zonder CE-keurmerk, opladers die brandgevaarlijk zijn of cosmetica met schadelijke stoffen. Doordat controles nauwelijks plaatsvinden, belanden deze producten zonder problemen bij consumenten.
Daarmee worden niet alleen Europese bedrijven benadeeld, maar ook consumenten in gevaar gebracht. Verschillende consumentenorganisaties hebben de EU meerdere keren opgeroepen om strenger op te treden. Die oproep lijkt nu effect te hebben.
De nieuwe maatregel: einde aan belastingvrije pakketjes
Met het besluit om de vrijstelling voor pakketjes onder de 150 euro al in 2026 af te schaffen zet de EU een forse stap.
Het betekent dat voortaan álle pakketjes van buiten de EU invoerrechten krijgen, ongeacht de waarde. Voor webshops uit China verandert er daardoor veel. De lage prijzen zullen waarschijnlijk stijgen omdat verkochte producten voortaan belast worden.
Voor Europese consumenten betekent dit concreet dat de goedkope deals minder vanzelfsprekend worden. De tijd van pakketjes voor een paar euro, gratis geleverd uit China, komt langzaam tot een einde.
Niet omdat het niet meer mag, maar omdat de producten simpelweg duurder worden gemaakt door invoerheffingen.
Voor veel Europese ondernemers voelt dit als een opluchting. Ze hopen dat de maatregel zorgt voor eerlijkere concurrentie en dat consumenten uiteindelijk vaker kiezen voor Europese aanbieders.
Komt er ook een ‘pakjestaks’ van twee euro?
Naast de afschaffing van de invoervrijstelling werkt de EU aan nog een extra maatregel: een mogelijke vaste heffing van twee euro per pakketje dat van buiten de EU komt.
Deze zogenoemde ‘pakjestaks’ moet ervoor zorgen dat het massaal bestellen van goedkope producten minder aantrekkelijk wordt.
De belasting is nog niet definitief, maar de plannen worden serieus onderzocht. De verwachting is dat zo’n vaste toeslag een grote invloed zal hebben op het bestelgedrag van consumenten.
Een product van 1 euro wordt dan ineens meer dan drie euro, wat de drempel om te bestellen aanzienlijk verhoogt.
Het doel van deze maatregel is niet alleen het afremmen van goedkope import, maar ook het financieren van betere controles aan de grens. Meer geld betekent meer douanemedewerkers, betere logistiek en strengere inspecties.
De impact op consumenten: wat verandert er?
Voor veel consumenten is de vraag vooral: wat betekent dit voor mijn bestellingen?
Het antwoord is dat goedkope pakketjes uit China bijna gegarandeerd duurder worden. Dat kan op twee manieren gebeuren:
Door invoerrechten die voortaan op alle pakketjes worden geheven.
Door een mogelijke extra heffing van twee euro per pakket.
Daarbij komt dat ook verzendtijden kunnen veranderen. Door strengere douanecontroles zullen pakketjes mogelijk langer blijven liggen voordat ze worden vrijgegeven. De tijd van extreem snelle, goedkope leveringen is waarschijnlijk voorbij.
Consumenten die veel bestellen bij AliExpress, Shein en Temu gaan dit dus zeker merken. Vooral kleine artikelen zoals telefoonhoesjes, sieraden en huishoudelijke gadgets worden minder interessant.
De impact op bedrijven: minder druk op de markt
Voor Europese retailers, webshops, kleinhandelaren en fabrikanten betekent het besluit verlichting. Zij hopen dat de maatregel zorgt voor een eerlijker speelveld. Nu kunnen zij nauwelijks concurreren met prijzen van producten die soms voor slechts centen worden verkocht.
Vooral in sectoren zoals elektronica-accessoires, kleding, speelgoed en keukengereedschap is de concurrentie moordend geworden. Veel winkels hebben moeite om winstgevend te blijven, terwijl Chinese platforms ongehinderd de markt overspoelen met goedkope artikelen.
Met de invoerheffing en mogelijke pakjestaks hoopt de EU de markt weer enigszins in balans te brengen.
Waarom de EU nu hard ingrijpt
De timing is opvallend maar niet verrassend. De discussie over Chinese import loopt al jaren, maar pas nu is het volume zó groot geworden dat Europese ministers van Financiën akkoord zijn gegaan met snellere maatregelen.
De belangrijkste redenen:
explosieve groei van pakketjes
toenemende druk op Europese bedrijven
zorgen over veiligheid en productkwaliteit
overbelasting van douanediensten
angst voor ‘dumping’ van goedkope producten
geopolitieke spanningen tussen Europa en China
Daarbij speelt ook mee dat Europese landen versneld willen werken aan strategische autonomie. Minder afhankelijk zijn van goedkope import hoort bij dat proces.
Wat betekent dit voor de toekomst?
De afschaffing van de vrijstelling voor pakketjes onder de 150 euro is pas het begin. De kans is groot dat de EU de komende jaren nog meer maatregelen neemt om goedkope import te reguleren en Europese productie te beschermen.
Voor consumenten wordt online shoppen uit China minder goedkoop. Voor Europese bedrijven wordt de concurrentie wat eerlijker. En voor de EU-douane betekent het extra werk, maar ook meer middelen om dat werk goed te doen.
Hoe groot de veranderingen worden, hangt af van aanvullende maatregelen zoals de pakjestaks. Maar één ding is duidelijk: de tijd van massale belastingvrije pakketjes uit China loopt ten einde.
