Vanaf vandaag zijn werkgevers met meer dan honderd werknemers verplicht om bij te houden hoe hun personeel naar het werk reist. Deze nieuwe maatregel, die vandaag ingaat, heeft als doel inzicht te krijgen in de vervoerspatronen van werknemers.
Hiermee wordt een nulmeting gedaan, die als basis kan dienen voor toekomstige maatregelen om de CO2-uitstoot te verminderen. Dit initiatief is onderdeel van de bredere inspanningen om de klimaatdoelen te bereiken, zoals vastgelegd in het Klimaatakkoord.
De registratieplicht brengt wel wat extra administratieve taken met zich mee voor bedrijven, vooral voor de HR-afdelingen. Zij moeten nu bijhouden hoeveel kilometers hun medewerkers afleggen met de auto of het openbaar vervoer. Fietsen en lopen worden hierbij niet meegenomen, en ook zakelijke vluchten blijven buiten beschouwing. Hoewel dit voor sommige werkgevers een nieuwe verplichting is, wordt er over het algemeen positief op gereageerd.
Het Klimaatakkoord, ondertekend in 2019, stelt ambitieuze doelen voor het verminderen van de CO2-uitstoot: 49 procent minder uitstoot in 2030 ten opzichte van 1990, en 95 procent minder in 2050. Verkeer is verantwoordelijk voor ongeveer 20 tot 25 procent van de totale CO2-uitstoot in Nederland, waarvan werkgerelateerd reizen circa 6 procent uitmaakt. Uit cijfers van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) blijkt dat de meeste werkgerelateerde kilometers met de auto worden afgelegd, namelijk bijna 40 miljard per jaar. Openbaar vervoer is goed voor bijna 6 miljard werkkilometers, fietsen voor bijna 4 miljard, en te voet worden er ongeveer 200 miljoen kilometers afgelegd.
De komende jaren, tot 2027, worden de verzamelde gegevens gebruikt om een beter beeld te krijgen van de uitstoot. Pas daarna worden waarschijnlijk specifieke doelen gesteld om de gezamenlijke uitstoot terug te dringen. Als de uitstoot niet snel genoeg daalt richting 2030, kunnen individuele bedrijven specifieke doelstellingen opgelegd krijgen.
Voor werknemers zelf verandert er weinig door deze nieuwe registratieplicht. Vaak moesten zij al declaraties indienen voor hun reiskilometers; nu moeten ze daarbij ook aangeven met welk vervoermiddel zij hebben gereisd. Werkgevers die al gebruikmaken van ov-kaarten of leaseauto’s hebben vaak al inzicht in het reisgedrag van hun personeel. Voor andere werkgevers biedt een enquête uitkomst om deze gegevens te verzamelen.
Milieuorganisatie Natuur & Milieu is positief over de registratieplicht. Programmaleider mobiliteit Nienke Onnen benadrukt dat het goed is dat er eerst wordt gekeken naar hoeveel er wordt uitgestoten voordat er normen worden opgelegd. Dit geeft bedrijven de ruimte om hun uitstoot in kaart te brengen en bewustwording te creëren bij zowel werkgevers als werknemers.
Het is belangrijk dat werkgevers en werknemers na de rapportage in gesprek gaan over mogelijke verbeteringen. De overheid kan hierbij een ondersteunende rol spelen door bijvoorbeeld subsidieregelingen voor fietsen of elektrische auto’s aan te bieden, of door te zorgen voor betere openbaar vervoersverbindingen naar bedrijventerreinen. Ook thuiswerkregelingen kunnen een positieve bijdrage leveren aan het verminderen van de uitstoot.
Werkgeversorganisatie AWVN ziet ook de voordelen van de registratieplicht. Veel werkgevers hebben nu nog geen goed beeld van hun CO2-voetafdruk, maar met de nieuwe inzichten kunnen ze gericht actie ondernemen. Ondanks dat er nog veel vragen zijn over de praktische uitwerking van de maatregel, kunnen bedrijven met de juiste ondersteuning goed aan de slag.
Kortom, de verplichte registratie van reisgedrag naar het werk is een stap in de goede richting om de klimaatdoelen te behalen. Het geeft zowel werkgevers als werknemers meer inzicht in hun uitstoot en biedt mogelijkheden voor gerichte maatregelen om deze uitstoot te verminderen.