Ronald (67) heeft altijd hard gewerkt om te komen waar hij nu is. Na jarenlang een succesvolle carrière te hebben opgebouwd, kan hij eindelijk genieten van zijn pensioen en het leven dat hij voor zichzelf heeft gecreëerd.
Toch roept één onderwerp binnen zijn familie veel discussie op: zijn erfenis. Waar veel mensen het vanzelfsprekend vinden dat ouders hun vermogen en bezittingen aan hun kinderen nalaten, denkt Ronald daar anders over.
Hij is van mening dat hij zijn erfenis voor zichzelf mag gebruiken in plaats van deze aan zijn kinderen te geven.
“Ik heb mijn hele leven gewerkt voor wat ik nu heb,” zegt Ronald. “Waarom zou ik mijn laatste jaren niet mogen genieten van het geld dat ik zelf heb verdiend? Het idee dat je alles moet nalaten aan je kinderen, voelt voor mij als een verplichting waar ik nooit mee heb ingestemd. Ik vind dat ik mijn eigen geld mag uitgeven zoals ik dat wil.”
Zijn kinderen, die dit onderwerp regelmatig aansnijden, zien dit echter anders. Zij hopen ooit een deel van hun vaders vermogen te erven. Voor Ronald is dat echter niet de prioriteit. “Kijk, mijn kinderen hebben het goed.
Ze hebben alle kansen gehad om hun eigen weg te vinden. Natuurlijk wil ik ze helpen waar dat kan, maar mijn spaargeld is bedoeld om mijn oude dag zo comfortabel mogelijk te maken. Ik wil ervan kunnen genieten zonder me schuldig te voelen dat ik ze iets verschuldigd ben.”
Veel mensen in zijn omgeving, waaronder vrienden en familieleden, beschuldigen Ronald van egoïsme. Ze vinden dat hij te weinig denkt aan de toekomst van zijn kinderen en kleinkinderen. “Er zijn genoeg mensen die vinden dat ik egoïstisch ben,” vertelt hij.
“Maar wat ze vergeten, is dat ik al jarenlang voor mijn gezin heb gezorgd. Mijn kinderen hebben altijd alles gehad wat ze nodig hadden. Ze hebben geen tekort gehad, en ze hebben de kans gekregen om zelf iets op te bouwen.”
Ronald benadrukt dat hij zijn kinderen altijd heeft ondersteund en dat hij geen verplichting voelt om hen ook financieel te ondersteunen na zijn dood. “Ik wil mijn laatste jaren kunnen reizen, nieuwe ervaringen opdoen en dingen doen die me gelukkig maken,” zegt hij.
“Het geld dat ik heb gespaard, is daarvoor bedoeld. Waarom zou ik het bewaren voor een tijd waarin ik er zelf niets meer aan heb? Mijn kinderen kunnen hun eigen weg vinden. Ze zijn volwassen en verantwoordelijk genoeg om zonder mijn erfenis verder te kunnen.”
Toch blijft het onderwerp gevoelig binnen de familie. Zijn zoon en dochter vinden dat hun vader te weinig nadenkt over de toekomst. “Ze zeggen weleens dat ik hun kansen verminder door mijn geld nu op te maken, maar ik zie dat anders,” legt Ronald uit.
“Ik wil hen juist leren dat je het leven moet leven terwijl je kunt. Je kunt niet altijd alles voor later bewaren. Bovendien is het mijn geld. Ik heb er recht op om het uit te geven zoals ik wil.”
Ronald’s opvattingen komen misschien niet overeen met de traditionele verwachtingen rondom nalatenschap, maar hij staat achter zijn beslissing. “Veel mensen denken dat het hun taak is om een erfenis achter te laten, maar ik vind dat je vooral je eigen geluk moet najagen,” zegt hij. “Waarom zou ik alles opzijzetten voor later, als ik nu kan genieten van de vruchten van mijn arbeid?”
Voor Ronald is het simpel: hij heeft zijn hele leven hard gewerkt om zichzelf een comfortabel pensioen te kunnen bieden. Nu is het tijd om daarvan te genieten, ongeacht wat anderen daarvan vinden.
“Iedereen heeft zijn eigen mening, maar uiteindelijk moet je doen wat voor jou het beste voelt. Mijn kinderen zijn onafhankelijk, en ik ben ervan overtuigd dat ze het prima redden zonder mijn financiële steun. Het is tijd dat ik mezelf op de eerste plaats zet.”
Ondanks de kritiek die hij soms krijgt, blijft Ronald vastberaden in zijn keuze. Hij voelt zich niet schuldig en benadrukt dat zijn beslissing niet betekent dat hij niet om zijn kinderen geeft.
“Ik hou zielsveel van mijn kinderen, maar ik wil ze iets belangrijkers meegeven dan geld: de waarde van onafhankelijkheid en zelfredzaamheid. Uiteindelijk gaat het niet om hoeveel geld je nalaat, maar om de herinneringen en de lessen die je achterlaat. Mijn erfenis is niet mijn vermogen, maar het leven dat ik met hen heb gedeeld.”