Rita is 68 jaar, een gepensioneerde die altijd klaarstaat voor haar kinderen en kleinkinderen. Ze heeft altijd voor hen gezorgd en doet dat nog steeds graag, maar de laatste tijd begint iets haar dwars te zitten.
“Het lijkt alsof mijn kinderen alleen nog bellen wanneer ze een oppas nodig hebben,” zegt ze met een mengeling van verdriet en teleurstelling. Haar verhaal is er één van veel liefde, maar ook van het verlangen naar waardering en contact dat verder gaat dan alleen het praktische.
Ze vertelt dat haar relatie met haar kinderen altijd hecht was, maar naarmate haar kinderen ouder werden en zelf gezinnen stichtten, veranderde die band. Ze legt uit dat het niet zozeer om de oppas gaat; dat doet ze met liefde.
“Ik hou ervan om tijd met mijn kleinkinderen door te brengen,” zegt Rita, “maar ik mis het om ook met mijn kinderen contact te hebben over andere dingen. Soms heb ik het gevoel dat ik alleen nog maar een handigheid ben voor wanneer het hen uitkomt.”
Voor Rita voelt het wrang dat haar telefoon stil blijft op dagen waarop ze gewoon eens zou willen bijpraten.
“Er zijn weken waarin ik bijna niets hoor, en dan ineens – een berichtje, of een snel telefoontje. ‘Mam, kun je oppassen donderdagavond?’” zegt ze met een spijtige glimlach. “Het voelt soms alsof ze me alleen nodig hebben om hen uit de brand te helpen, maar niet omdat ze echt willen weten hoe het met mij gaat.”
Rita begrijpt dat haar kinderen het druk hebben en dat hun dagen gevuld zijn met werk, vrienden, en hun eigen gezinnen. Maar toch, ze had gehoopt dat haar rol in hun leven een breder karakter zou hebben.
“Ik zou het zo fijn vinden om gewoon eens uitgenodigd te worden voor een lunch of om samen een wandeling te maken, iets waarbij ik voel dat het niet alleen om de oppas gaat,” zegt ze. Haar stem klinkt zowel verlangend als pijnlijk. Het lijkt een eenvoudige wens, maar voor Rita voelt het alsof het iets onbereikbaars is geworden.
“Soms vraag ik mezelf af of ik misschien te veel heb gegeven in het verleden,” zegt ze peinzend. “Misschien hebben ze het altijd als vanzelfsprekend gezien dat ik er altijd ben, en misschien hebben ze nooit geleerd hoe het voelt om mij echt te missen.”
Deze gedachte brengt Rita verdriet, maar het laat haar ook stilstaan bij hoe graag ze zou willen dat er een balans was in de relatie met haar kinderen.
Rita vertelt hoe ze ook de kleine dingen mist, zoals samen herinneringen ophalen en lachen om oude verhalen. “Als we elkaar spreken, gaat het vooral over wat hun kinderen doen of wie ze nu weer waar naartoe moeten brengen. We praten bijna niet meer over vroeger of over onszelf. En soms heb ik behoefte aan dat soort gesprekken.” Ze glimlacht, maar haar ogen verraden een zekere weemoed.
Rita heeft geprobeerd het onderwerp voorzichtig aan te snijden. “Ik heb wel eens laten vallen dat ik het leuk zou vinden om iets samen te doen, maar vaak krijg ik dan een beetje een vaag antwoord terug, zoals ‘Ja, we moeten inderdaad eens wat plannen.’
En vervolgens gebeurt er niets.” Voor Rita voelt dit aan alsof ze om aandacht moet vragen, wat haar ongemakkelijk maakt. “Ik wil helemaal geen last zijn, maar het zou fijn zijn als het initiatief ook eens van hun kant kwam.”
De momenten waarop haar kinderen wél tijd voor haar maken zonder dat er een praktische reden is, zijn voor haar de hoogtepunten. Ze straalt wanneer ze over een etentje vertelt dat haar dochter een paar maanden geleden voor haar had geregeld.
“Het was zo’n fijne avond, we hebben heerlijk gegeten en bijgepraat. Maar die momenten zijn zeldzaam en dat doet me pijn,” vertelt ze. Rita blijft hopen op meer van die momenten, maar merkt dat ze er steeds minder van verwacht.
“Ik hou van mijn kinderen, daar twijfel ik geen seconde aan. En ik begrijp dat hun leven anders is dan het mijne, dat er andere prioriteiten zijn. Maar soms heb ik het gevoel dat ze vergeten zijn dat ik er ook nog ben, als moeder, als mens,” zegt ze. Voor Rita blijft de hoop dat haar kinderen haar ook waarderen als hun moeder en niet alleen als de oppas.