Steeds meer mensen kiezen ervoor om vlees te laten staan, en daarbij is een interessante trend te zien: hoogopgeleiden zijn vaker vegetariƫr dan mensen met een lager opleidingsniveau. Dat blijkt uit verschillende onderzoeken, waaronder een recent onderzoek van het CBS.
Deze gegevens laten zien dat de voorkeur voor vegetarisch eten vaak gekoppeld is aan opleidingsniveau en achtergrond. Maar wat betekent dit precies, en wat zit er achter deze trend?
In Nederland groeit het aantal mensen dat bewust kiest voor een vegetarische of plantaardige levensstijl. Dit hangt samen met toenemende aandacht voor duurzaamheid, gezondheid en dierenwelzijn. Opvallend genoeg blijkt uit de cijfers van het CBS dat vooral mensen met een hogere opleiding de stap naar een vegetarisch eetpatroon maken.
In gesprekken met experts en onderzoekers komen verschillende factoren naar voren die deze trend verklaren. Zo speelt de grotere toegang tot informatie en het belang van milieubewustzijn onder hoogopgeleiden een grote rol.
Een expert op het gebied van voeding en duurzaamheid legt uit: āHoogopgeleiden hebben vaak meer toegang tot actuele informatie en zijn eerder geneigd om hun eetgedrag kritisch te evalueren. Ze zijn zich vaak bewuster van de impact die voeding heeft op het milieu en op de gezondheid.ā
Ook blijkt uit het CBS-onderzoek dat onder mensen met een universitair of hbo-achtergrond ruim 10 procent zichzelf als vegetariƫr beschouwt, terwijl dit onder lager opgeleiden ongeveer 5 procent is. Volgens de expert is deze kloof niet per se een kwestie van wel of geen interesse, maar vooral een kwestie van toegang en bewustzijn.
āMensen die hoger opgeleid zijn, worden vaak al op jonge leeftijd aangemoedigd om zich te verdiepen in maatschappelijke en milieukwesties. Ze krijgen op die manier een bredere blik op de wereld mee,ā aldus de expert.
Ook het sociale aspect speelt een belangrijke rol. Voor veel mensen met een hogere opleiding is het gemakkelijker om in hun sociale kring vegetarisch te eten, omdat die keuze vaker wordt ondersteund of zelfs aangemoedigd door vrienden en collegaās.
Dit komt ook naar voren in de cijfers: de keuze voor vegetarisch eten blijkt vaak te worden gedeeld binnen sociale groepen met gelijksoortige waarden en overtuigingen.
āIn mijn vriendenkring is vegetarisch eten de norm geworden,ā vertelt een jonge professional. āHet voelt bijna als vanzelfsprekend om geen vlees te eten als we samen koken of uit eten gaan. Iedereen begrijpt waarom, en we stimuleren elkaar om nieuwe plantaardige gerechten uit te proberen.ā
Daarnaast is het zo dat hoger opgeleiden zich vaker zorgen maken over het milieu en klimaatverandering, en dat speelt een grote rol in hun voedingskeuzes. Vleesproductie staat bekend als een grote bron van broeikasgassen en heeft een enorme ecologische voetafdruk.
Deze kennis leidt vaak tot een bewuste keuze om het eigen eetpatroon aan te passen en zo de impact op het milieu te verkleinen.
āIk ben gestopt met vlees eten toen ik me realiseerde hoeveel uitstoot ermee gepaard gaat,ā zegt een afgestudeerde milieukundige. āIk wil mijn ecologische voetafdruk beperken, en dit was een van de eerste stappen die ik kon nemen.ā
Deskundigen benadrukken daarnaast dat hoogopgeleiden vaak beter op de hoogte zijn van de gezondheidsvoordelen van een vegetarisch dieet. Onderzoek wijst uit dat een dieet zonder vlees het risico op hart- en vaatziekten, bepaalde soorten kanker en diabetes kan verkleinen.
Het bewustzijn van deze voordelen, samen met de toegang tot voedingsinformatie, speelt een belangrijke rol in de keuze om geen vlees meer te eten.
āMensen met een hogere opleiding weten dat een gebalanceerd vegetarisch dieet hen gezonder kan houden op de lange termijn,ā legt een voedingsdeskundige uit. āZe hebben vaak de middelen en kennis om die verandering in hun levensstijl door te voeren.ā
Toch is het niet zo dat lager opgeleiden geen interesse hebben in vegetarisch eten. Ook daar zijn de laatste jaren grote veranderingen te zien. Maar waar het onder hoogopgeleiden vaak gaat om een volledig vegetarisch dieet, kiezen lager opgeleiden vaker voor een flexitarisch dieet.
Hierbij eten ze wel minder vlees, maar niet volledig vegetarisch. Dit blijkt onder andere uit praktische overwegingen, zoals het prijsverschil tussen vleesvervangers en regulier vlees, en het feit dat vlees in veel huishoudens nog een traditionele rol speelt in de maaltijd.
āVoor veel mensen met een lager inkomen is vlees nog steeds een belangrijk onderdeel van het dieet,ā zegt de voedingsdeskundige. āVleesvervangers zijn vaak duurder, en niet iedereen kan zich dat permitteren.ā
Deskundigen hopen dat de opmars van plantaardige alternatieven zal blijven toenemen, en dat ook mensen met een lager inkomen en minder toegang tot informatie gestimuleerd worden om bewuste keuzes te maken.
āUiteindelijk gaat het om bewustzijn en keuzevrijheid,ā zegt een voedingsonderzoeker. āWe moeten ervoor zorgen dat iedereen in Nederland de mogelijkheid heeft om duurzamere en gezondere keuzes te maken, ongeacht hun opleidingsniveau.ā
Vegetarisch eten lijkt niet langer alleen een trend te zijn voor een specifieke groep, maar een keuze die steeds breder wordt geaccepteerd in de maatschappij.
De invloed van opleidingsniveau blijft echter groot, en experts pleiten ervoor om bewustwording over de voordelen van vegetarisch eten verder te stimuleren. Zo kan deze levensstijl uiteindelijk toegankelijker worden voor alle lagen van de samenleving.