Eva (22) snapt er niets van: haar ouders vragen nu kostgeld, terwijl ze voorlopig nog thuis woont. “Dat vraag je toch niet als ouders zijnde?!” roept ze verontwaardigd uit. Voor Eva voelt het vreemd en zelfs een beetje respectloos. “Ik heb toch niet gevraagd om hier te zijn! Zij hebben gekozen om een kind te krijgen, dus waarom moet ik daar nu voor betalen?”
Ze voelt zich alsof haar ouders haar als een last zien en niet als hun kind. Het raakt haar diep, want ze had verwacht dat haar ouders haar juist zouden helpen in deze fase van haar leven, waarin ze nog volop bezig is haar toekomst op te bouwen.
Eva heeft de afgelopen tijd meerdere baantjes gehad en werkt nu parttime om een buffer op te bouwen, met de hoop straks op zichzelf te kunnen wonen. “Met de hoge huurprijzen en mijn nog lage salaris, is dat echt al een uitdaging.
Elke euro die ik nu verdien, probeer ik te sparen, zodat ik straks een goede start kan maken.” Maar met de extra kosten die ze aan haar ouders moet afdragen, lijkt die toekomst steeds verder weg. “Het voelt alsof ik financieel gestraft word, terwijl ik juist probeer mijn eigen pad te vinden.”
Ze legt uit dat het niet om een paar tientjes gaat. “Het is echt een flink bedrag dat ze vragen, bijna alsof ik huur betaal in mijn eigen ouderlijk huis!
Ik kan er niets aan doen dat het leven duur is geworden, maar het lijkt alsof ik daar nu voor moet opdraaien. Voor mij voelt dat oneerlijk.” Eva begrijpt best dat ouders het tegenwoordig ook niet makkelijk hebben, maar dat kinderen moeten meebetalen aan de huishoudelijke kosten, gaat haar te ver.
Als ze er met haar ouders over probeert te praten, botst het snel. “Zij vinden dat ik een volwassene ben en dus mijn steentje moet bijdragen. Maar dat vind ik zo krom! Alsof ik daar niet zelf op tijd mee begin wanneer ik straks écht zelfstandig woon.
Ik ben hun kind, niet een huisgenoot of een kostwinner.” Het raakt haar, omdat ze het gevoel heeft dat haar ouders niet begrijpen in welke fase ze zit. “Ik werk keihard, doe mijn best en leef zuinig, en dan moet ik alsnog betalen om thuis te mogen wonen? Ik vind het gewoon niet kloppen.”
Eva’s vriendinnen hebben soortgelijke gesprekken met hun ouders, maar toch ziet ze daar andere uitkomsten. “Veel ouders helpen hun kinderen juist met sparen voor hun toekomst, maar hier moet ik zelf betalen voor een dak boven mijn hoofd.
Dat is pijnlijk en ik voel me echt een beetje op afstand gezet daardoor.” Eva heeft ook een vriendin die thuis geen kostgeld hoeft te betalen en zelfs wat financiële steun krijgt van haar ouders. “Dat geeft haar zoveel meer rust en mogelijkheden. Natuurlijk verwacht ik niet hetzelfde, maar een beetje steun was wel welkom geweest. Zeker omdat het niet mijn keuze was om thuis te wonen.”
Ondanks haar frustratie probeert Eva er het beste van te maken. Ze gaat nog steeds zuinig om met haar geld en plant zorgvuldig, maar toch blijft het een struikelblok in haar relatie met haar ouders. “Ik weet dat zij hun eigen zorgen hebben en het financieel ook moeilijk kunnen hebben, maar ik vind nog steeds dat een kind niet zou moeten bijdragen aan de lasten van het huishouden. Die verantwoordelijkheid ligt bij de ouders, niet bij mij.”
Eva begrijpt dat het leven duurder is geworden, maar vindt dat niet haar verantwoordelijkheid. “Je hoort als ouders juist je kind op weg te helpen, niet om het met extra kosten op te zadelen.”
Voor Eva blijft het een moeilijk punt. “Ik ben al bezig met mijn toekomst en doe daar alles aan. Dat zouden ze toch juist moeten waarderen?”