Nederland krijgt steeds vaker te maken met extreem weer. Denk aan overstromingen, lange hittegolven of natuurbranden.
Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) is het daarom hoog tijd dat gemeenten actie ondernemen. Niet morgen, maar vandaag. Een belangrijk advies uit hun nieuwste rapport: wijs duidelijke schuilplekken aan waar inwoners naartoe kunnen bij klimaatrampen.
Wat zijn klimaatschuilplekken en waarom zijn ze nodig?
Klimaatschuilplekken – ook wel klimaatshelters genoemd – zijn openbare locaties waar mensen tijdelijk kunnen schuilen of afkoelen tijdens extreem weer. Denk aan buurthuizen, sportkantines, bibliotheken of treinstations. Zulke plekken kunnen letterlijk het verschil maken tussen gezondheid en uitputting, of in extreme gevallen zelfs leven en dood.
In situaties waarin huizen niet meer voldoende bescherming bieden, moeten er veilige alternatieven beschikbaar zijn. Bijvoorbeeld als het binnen in huis ondraaglijk warm wordt tijdens een hittegolf, of als woonwijken onder water komen te staan na een overstroming.
Waarom dit nu zo urgent is
Volgens de WRR is er in Nederland veel aandacht voor fysieke bescherming, zoals het verhogen van dijken en het versterken van de kustlijn. Maar er is te weinig oog voor de sociale kant van rampenbestrijding. En juist daar zit de kwetsbaarheid. Want wat gebeurt er met mensen die geen familie of vrienden in de buurt hebben? Wat als ouderen of mensen met een beperking geen kant op kunnen?
Het rapport ‘Mens en klimaat. De kracht van sociale infrastructuur bij adaptatie’ wijst erop dat sociale veerkracht net zo belangrijk is als fysieke bescherming. En daar hoort het aanwijzen van schuilplekken bij.
Veel gemeenten zijn nog niet voorbereid
De WRR maakt zich zorgen over de gebrekkige voorbereiding bij veel gemeenten. Burgers hebben vaak geen idee of er bij hen in de buurt schuilplekken bestaan, laat staan waar die zich bevinden. Er is dus niet alleen een tekort aan schuilplaatsen, maar ook aan duidelijke communicatie en herkenbaarheid.
Het advies aan gemeenten is dan ook helder: regel dit op korte termijn. Hoe eerder, hoe beter. Er is geen tijd te verliezen, want het klimaat verandert sneller dan veel mensen denken.
Duidelijke inrichting en communicatie is cruciaal
Alleen het aanwijzen van een gebouw als schuilplek is niet genoeg. De locaties moeten ook als zodanig herkenbaar zijn, goed ingericht worden en breed bekendgemaakt worden onder de bevolking. Denk aan duidelijke borden, informatieposters, online kaarten en samenwerking met buurtorganisaties.
Locaties waar mensen toch al graag komen – zoals sportverenigingen, bibliotheken of buurthuizen – zijn bij uitstek geschikt. Deze plekken zijn toegankelijk, vertrouwd en liggen vaak centraal in de wijk.
Daarnaast zijn koelbare en hoger gelegen gebouwen ideaal bij respectievelijk hittegolven of overstromingen. Ook moet er nagedacht worden over bereikbaarheid, toegankelijkheid voor mindervaliden en de beschikbaarheid van basisvoorzieningen zoals water, EHBO en eventueel stroomvoorziening.
Landelijke coördinatie nodig
Om de aanpak landelijk te stroomlijnen, pleit de WRR voor een speciale ‘schuilplaatscoördinator’. Deze functionaris moet de samenwerking tussen rijk, provincies, gemeenten en waterschappen in goede banen leiden. Een officiële functietitel is er nog niet, maar het doel is duidelijk: de samenleving fysiek én sociaal weerbaarder maken tegen klimaatrampen.
Deze coördinator kan ook zorgen voor het opstellen van landelijke richtlijnen en standaarden, zodat de kwaliteit van schuilplekken overal in het land vergelijkbaar is. Denk aan ventilatie-eisen, noodvoorzieningen en de minimale capaciteit.
Voorbeelden van gemeenten die al stappen zetten
Gelukkig zijn er ook koplopers. Dordrecht heeft als een van de eerste steden in Nederland nagedacht over wat er moet gebeuren bij een dijkdoorbraak. De stad ligt tussen drie rivieren en is daardoor kwetsbaar voor overstromingen. Inwoners kunnen bij een ramp terecht in hoger gelegen gebieden zoals De Staart en het Maasterras.
Ook steden als Amsterdam en Rotterdam hebben al maatregelen getroffen om burgers beter te beschermen bij extreme weersituaties. Andere gemeenten kunnen hier hun voordeel mee doen en van deze voorbeelden leren.
Wie zijn het meest kwetsbaar?
Niet iedereen kan zichzelf redden tijdens een klimaatramp. Vooral alleenstaanden, ouderen en mensen met een kleine sociale kring zijn extra kwetsbaar. Als de hitte in huis ondraaglijk wordt of als de straat onder water staat, hebben deze mensen weinig opties.
Daarom is het niet alleen belangrijk dat er schuilplekken zijn, maar ook dat we als samenleving beter omkijken naar elkaar. Burenhulp, buurtapps en lokale vrijwilligers kunnen hierbij een grote rol spelen. Weten wie er in je straat extra hulp nodig heeft, kan letterlijk levens redden.
De overheid kan niet alles oplossen
De WRR benadrukt dat weersextremen steeds onvoorspelbaarder worden. De overheid kan niet elke situatie volledig onder controle houden. Er zijn simpelweg te veel variabelen. Daarom is het belangrijk dat burgers zelf ook een actieve rol spelen in hun eigen bescherming – én die van hun buurtgenoten.
Dat begint met bewustwording: weten wat de risico’s zijn, weten waar je naartoe kunt, en voorbereid zijn op verschillende scenario’s.
Wat kun je als burger nu al doen?
Vraag bij je gemeente na of er al schuilplekken zijn aangewezen
Informeer bij lokale wijkcentra of sportverenigingen of ze een rol willen spelen als klimaatshelter
Help mee met het opstellen van buurtplannen voor noodsituaties
Bespreek met buren of vrienden wat te doen bij extreem weer
Zorg dat kwetsbare mensen in je buurt weten waar ze terechtkunnen
Conclusie: de tijd van afwachten is voorbij
Het klimaat wacht niet. Gemeenten moeten nu in actie komen en schuilplekken gaan aanwijzen en inrichten. Niet alleen voor fysieke veiligheid, maar juist om de sociale veerkracht van Nederland te versterken. Want rampen worden niet alleen voorkomen door dijken, maar ook door mensen.
Wie voorbereid is, redt niet alleen zichzelf – maar vaak ook een ander. En dát is pas echte klimaatadaptatie.