Angela kijkt even op van haar lijst met namen en schudt lachend haar hoofd. “In de tien jaar dat ik voor de klas sta, ben ik heel wat bijzondere namen tegengekomen, maar deze? Deze slaan echt alles,” zegt ze met een mengeling van verbazing en humor. Het gesprek kwam op gang toen ze haar nieuwe klaslijst bekeek.
“Ik probeer altijd alle namen goed uit te spreken, maar bij sommige twijfel je gewoon of het een typfout is.”
De meest recente naam die haar opviel, was PHLOX. “Je spreekt het uit als Floks, maar de eerste keer dat ik die naam zag, dacht ik: wat is dit? Een plantensoort? Een chemische stof? Hoe vertel je een kind later dat ze zijn vernoemd naar een bloem, maar dan met hoofdletters en extra dramatische spelling?”
Angela grinnikt. “Ik begrijp dat ouders uniek willen zijn, maar soms denk ik dat ze vergeten hoe die namen klinken in een klaslokaal. Je zou toch willen dat je kind zonder schaamte zijn naam kan noemen?”
Een andere naam waar Angela maar moeilijk aan kon wennen, was Fluffy. “Serieus, Fluffy. Dat is toch een naam die je aan je konijn geeft, niet aan je kind? Hoe moet dat kind zich ooit serieus laten nemen als hij volwassen is?
Ik stel me al voor hoe een directeur hem roept voor een belangrijk gesprek: ‘Meneer Fluffy, kunt u even langskomen?’ Dat werkt toch niet!”
Angela benadrukt dat ze absoluut geen kwaad wil spreken over de kinderen zelf. “Ze kunnen er niks aan doen, natuurlijk. Maar ik vraag me wel af wat hun ouders dachten.”
Een naam die niet alleen bij Angela, maar bij heel het schoolteam opviel, was Lemon. “Ja, als in de vrucht. Het kind was superlief, maar je moet toch toegeven dat Lemon een bijzondere keuze is.
Ik moest mezelf er echt aan herinneren om haar naam zonder een grinnik uit te spreken. Het klonk alsof ik een drankje bestelde in plaats van een leerling aansprak.”
Angela geeft toe dat Lemon misschien nog wel een van de minst bizarre namen is. “Je hoort tegenwoordig wel meer namen die geïnspireerd zijn door dingen uit de natuur. Maar Lemon blijft een beetje gek.”
En dan is er Foss. “Dit was er eentje waar ik echt even op moest kauwen,” vertelt Angela. “Het klinkt als iets uit een sciencefictionfilm. Ik vroeg me af of het een afkorting was van iets, maar nee, het was gewoon Foss.
Simpel en kort, maar ook totaal verwarrend. Het duurde weken voordat ik eraan gewend was.”
Prinsessia staat echter bovenaan Angela’s lijstje van meest opmerkelijke namen. “Je moet het maar durven, hè. Je kind vernoemen naar een sprookjesachtige naam.
Het kind zelf was echt een schatje, maar ik kan me zo voorstellen dat het lastig is om die naam met trots te dragen als je ouder wordt. En wat als ze helemaal niet van sprookjes houdt? Dat is toch best een zware naam om mee te nemen.”
Tot slot noemt ze Lennox. “Dat is zo’n naam waarvan je niet weet of je een jongen of een meisje voor je hebt. Dat maakt op zich niet uit, maar het kan wel even verwarrend zijn in het begin. Het klinkt stoer, maar ook een beetje afstandelijk. Ik moest er even aan wennen.”
Angela legt uit dat dit soort namen steeds meer voorkomen. “Mensen willen blijkbaar iets unieks en grensoverschrijdends. Dat begrijp ik wel, maar soms gaat dat misschien een beetje ver.”
Ondanks haar verbazing houdt Angela altijd haar gezicht in de plooi als ze een nieuwe leerling ontmoet. “Het is mijn taak om iedereen welkom te heten, hoe bijzonder hun naam ook is. Uiteindelijk maakt het niet uit hoe iemand heet, maar hoe ze zijn als persoon.”
Toch geeft ze toe dat sommige namen een blijvende indruk achterlaten. “Ik denk dat ik deze namen over tien jaar nog steeds kan opdreunen. Ze zijn gewoon onvergetelijk.”
Angela besluit met een glimlach: “Het is eigenlijk ook wel grappig. Namen zeggen vaak veel over de tijd waarin we leven en de trends die populair zijn. Maar ik blijf erbij: Fluffy en Lemon? Daar ga ik nog lang over nadenken.”