Mijn kleinzoon Gijs is een schat van een jongen, ik ben dol op hem. Maar eerlijk gezegd, zijn outfits laten te wensen over. Dat stoort me als oma, maar kan ik er iets van zeggen? Eigenlijk niet. Het is niet aan mij om zijn kledingstijl te bepalen.
Gijs draagt wijde, baggy kleding met vlekken en gaten. En dan die lange, plakkerige haren met soms een snottebel erbij. Natuurlijk maak ik hem schoon zodra hij op maandag bij ons is, onze vaste oppasdag. Hij is bijna vier jaar, maar loopt erbij als een zwerver. Misschien is het mode, maar het gaat soms echt te ver. Hij draagt veel te grote vesten en truien over gigantische T-shirts en joggingbroeken met gaten in de knieën.
Mijn dochter vindt dat hij er leuk uitziet, terwijl wij het een rommeltje vinden. Zijn kledingkast is een ratjetoe. Veel is tweedehands, wat prima is, maar mijn dochter heeft genoeg geld voor nieuwe kleding. Misschien zou iets netters en verzorgders hem goed doen.
Mijn man en ik schamen ons soms voor zijn outfits. We overdrijven niet; laatst was een vriendin op bezoek en ik zag dat ze ook iets vond van zijn kleding. Mijn dochter noemt het een ‘baggy look’. Er zit zo’n schattig, verlegen jongetje verstopt in die kleding. Toch is het niet aan mij om erover te beginnen. Iedereen heeft zijn eigen smaak.
Ik kleedde mijn kinderen altijd netjes, met strikjes en jasjes. Kleding die goed past en geen gaten of verfvlekken heeft. Mijn kleinzoon mag altijd met oma shoppen, maar ik ben bang dat mijn dochter het niet leuk vindt als ik hem anders kleed op de dag dat hij bij ons is. Dus negeer ik het maar een beetje. Dat is denk ik het beste voor nu. Hopelijk kleedt hij zichzelf leuker als hij wat ouder is.
(Bron: Franska)