Arno (28) uit Rotterdam heeft een duidelijke mening over taal en identiteit, en die trekt hij door tot in alle aspecten van zijn leven – inclusief de manier waarop hij over zijn hond praat.
Waar de meeste hondenbezitters zonder nadenken hun viervoeter ‘hij’ of ‘zij’ noemen, doet Arno daar niet aan mee.
“Ik label mezelf niet met een mannelijke of vrouwelijke identiteit, dus waarom zou ik dat dan wél bij mijn hond doen?” zegt hij resoluut.
Zijn standpunt roept bij veel mensen opgetrokken wenkbrauwen op. “Het is maar een hond,” krijgen ze vaak te horen. Maar voor Arno is het een principiële kwestie.
“Taal vormt de manier waarop we de wereld zien. Door een dier per se in een hokje te stoppen, dwingen we er een identiteit op die het zelf helemaal niet kan kiezen.”
Een hond als spiegel van zijn baasje
Arno woont samen met Bo, een middelgrote kruising die hij uit het asiel heeft gehaald. Bo is speels, energiek en dol op lange wandelingen in het park. “Bo is gewoon Bo,” zegt Arno lachend.
“Sommige mensen zeggen dan automatisch ‘Wat een leuke hond! Hoe oud is hij?’ en dan verbeter ik ze: ‘Bo is geen hij of zij, Bo is gewoon Bo.’”
Het levert hem vaak verbaasde of sceptische reacties op. “Mensen verwachten dan dat ik een grapje maak. Of ze denken dat ik het uit principe doe, maar niet echt meen. Maar dit is gewoon hoe ik over taal en identiteit denk.”
Arno identificeert zichzelf als non-binair en voelt zich niet thuis in de traditionele man-vrouwverdeling. Dat geldt niet alleen voor zijn eigen identiteit, maar ook voor hoe hij naar de wereld kijkt.
“Ik zie niet in waarom we dingen moeten blijven benoemen op een manier die geen rekening houdt met andere mogelijkheden. In de natuur is er zoveel variatie. Het is niet zwart-wit.”
Onbegrip en felle reacties
Zijn keuze om Bo niet te labelen als ‘hij’ of ‘zij’ roept bij anderen veel vragen op. “Sommige mensen reageren best heftig. ‘Het is een hond, Arno, kom op,’ zeggen ze dan.
Of ze gaan in de verdediging: ‘Dus jij denkt dat dieren ook een gender kunnen hebben?’ Maar dat is helemaal niet wat ik zeg.”
Arno benadrukt dat hij niets op Bo projecteert. “Ik zeg niet dat Bo zich non-binair voelt. Ik zeg alleen dat ik geen reden zie om een gender op te dringen aan een dier dat daar zelf niets over kan zeggen. Dat is een verschil.”
Soms leidt het zelfs tot discussies met andere hondenbezitters. “Een keer was ik in het park en iemand vroeg of Bo een reu of een teef was. Ik zei: ‘Bo is gewoon Bo.’
Die persoon keek me aan alsof ik gek was en zei: ‘Maar is het een mannetje of een vrouwtje?’ Toen ik uitlegde waarom ik dat niet belangrijk vond, zuchtte hij en zei: ‘Ach, dat woke gedoe ook altijd.’”
Arno schudt zijn hoofd als hij eraan terugdenkt. “Waarom moet alles meteen in dat hokje gestopt worden? Het gaat er niet om woke te zijn, het gaat erom na te denken over waarom we dingen zeggen zoals we ze zeggen.”
“Het is voor mij een vanzelfsprekende keuze”
Voor Arno is het niet iets waar hij elke dag bij stilstaat. “Het voelt gewoon logisch. Net zoals sommige mensen instinctief ‘hij’ of ‘zij’ zeggen, zeg ik gewoon ‘Bo’.
Ik ben daar helemaal niet krampachtig in. Maar als iemand anders over Bo praat en een gender gebruikt, corrigeer ik dat soms. Niet om iemand te pesten, maar gewoon omdat dat is hoe ik ernaar kijk.”
Toch heeft hij begrip voor mensen die zijn keuze overdreven vinden. “Ik snap best dat het voor veel mensen vergezocht lijkt.
Ze zijn gewend om dieren automatisch een geslacht toe te kennen. Dat is jarenlang zo geweest en niemand dacht daarover na. Maar tijden veranderen, en taal verandert mee.”
Hij heeft ook vrienden die hem wel begrijpen, maar er zelf niet zo mee bezig zijn. “Een goede vriend van me zei: ‘Ik snap je punt, maar voor mij voelt het als te veel moeite.’ Dat is prima. Ik verwacht ook niet dat iedereen dit doet. Ik doe dit omdat het voor mij logisch voelt, niet om anderen te overtuigen.”
Niet de enige
Arno weet dat hij niet de enige is die zo denkt. “Ik zie op social media steeds vaker mensen die hun huisdieren genderneutraal opvoeden.
Soms gebruiken ze ‘die’ of ‘hen’ in plaats van hij of zij. En er zijn ook mensen die gewoon de naam van hun dier blijven gebruiken, net als ik.”
Hij vindt het fascinerend hoe fel sommige mensen erop reageren. “Mensen raken echt geïrriteerd door iets wat hen totaal niet raakt. Het is niet alsof ik ze dwing om hetzelfde te doen. Ik verander alleen hoe ik met mijn eigen hond omga.”
Zijn familie moest er in het begin wel aan wennen. “Mijn moeder vond het eerst maar raar. ‘Maar het is toch gewoon een reutje?’ zei ze.
Ik legde uit dat ik dat niet relevant vond. Nu zegt ze gewoon ‘Bo’ en vraagt ze niet meer verder.”
Taal en verandering
Arno gelooft dat taal en bewustwording hand in hand gaan. “De manier waarop we over dingen praten, beïnvloedt hoe we over de wereld denken. Als we blijven vasthouden aan ouderwetse ideeën, veranderen we nooit iets.”
Hij lacht als hij vertelt over een gesprek met een buurvrouw. “Zij zei: ‘Dus als jij kinderen zou krijgen, zou je ze ook niet hij of zij noemen?’ Ik antwoordde: ‘Dat weet ik nog niet, maar ik zou het zeker overwegen.’ Ze vond het maar vreemd, maar dat is prima.
Ik wil niemand dwingen om er net zo over te denken als ik, maar ik vind het mooi als mensen er even over nadenken.”
Arno blijft erbij: voor hem is dit de normaalste zaak van de wereld. “Bo is mijn maatje. Of Bo nu biologisch een reu of een teef is, maakt mij niks uit. Bo is gewoon Bo.”