Steeds meer mensen in Nederland hebben een bijstandsuitkering nodig. Volgens recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zijn er vooral onder jongeren opvallende stijgingen te zien.
De groei van het aantal mensen met een uitkering is het afgelopen kwartaal met name merkbaar in de leeftijdsgroep tot 27 jaar. Een zorgwekkende trend die vragen oproept over de situatie op de arbeidsmarkt én de ondersteuning voor jongeren.
408.000 mensen in de bijstand
Aan het eind van maart 2025 telde Nederland zo’n 408.000 mensen tot 67 jaar die afhankelijk zijn van de bijstand. Dat zijn er ruim 4000 meer dan een jaar geleden, wat neerkomt op een stijging van ongeveer 1 procent.
Deze groei is deels het gevolg van economische onzekerheid, maar ook van structurele problemen zoals arbeidsmarktkrapte op instapniveau, mentale gezondheidsklachten onder jongeren en de hoge kosten van levensonderhoud.
Jongeren tot 27 jaar het hardst getroffen
De meest opvallende stijging zit bij jongeren. In de groep tot 27 jaar nam het aantal mensen met een bijstandsuitkering toe met maar liefst 7 procent. In absolute aantallen betekent dit dat bijna 3000 extra jongvolwassenen in de bijstand terechtkwamen.
Daarmee komt het totaal in deze groep uit op 41.500. Deze ontwikkeling onderstreept hoe kwetsbaar jongeren zijn op de arbeidsmarkt. Vaak hebben ze tijdelijke of flexibele contracten, weinig werkervaring en zijn ze als eerste de dupe bij reorganisaties of economische tegenvallers.
Problemen bij het vinden van werk
Voor veel jongeren blijkt het vinden van vast werk lastig. Vooral in sectoren als de horeca, detailhandel en evenementenbranche – waar jongeren vaak hun eerste stappen zetten – zijn er veel parttime banen en weinig zekerheid.
Daarnaast is het lastig om zonder diploma of met weinig ervaring op te boksen tegen concurrentie op de arbeidsmarkt. Voor jongeren die uitvallen tijdens een studie of werkloos raken na een tijdelijk contract, is de bijstand soms het enige vangnet.
Bijstand onder 27- tot 45-jarigen ook in de lift
Niet alleen jongeren, maar ook volwassenen tussen de 27 en 45 jaar belanden vaker in de bijstand. In deze leeftijdscategorie steeg het aantal bijstandsgerechtigden met 2 procent naar ongeveer 139.000.
Deze groep zit vaak in een andere fase van het leven: ze hebben een gezin, vaste lasten en meer financiële verantwoordelijkheden. Een baan verliezen heeft hier vaak grotere gevolgen. Toch blijft ook voor deze groep de doorstroom naar de arbeidsmarkt moeizaam, zeker als er sprake is van omscholing of langdurige werkloosheid.
Stabiliteit bij 45-plussers, lichte daling zichtbaar
Bij de oudere leeftijdsgroep – mensen tussen de 45 en 67 jaar – is het beeld wat stabieler. Hier daalde het aantal mensen in de bijstand licht met 0,5 procent. Dat komt neer op zo’n 228.000 mensen. Hoewel dit een kleine afname is, blijft het aantal hoog.
Oudere werkzoekenden hebben vaak te maken met leeftijdsdiscriminatie, gezondheidsproblemen of gebrek aan passende vacatures. Desondanks zijn er ook regelingen die deze groep ondersteunen bij re-integratie, wat de lichte daling deels kan verklaren.
Vrouwen nog steeds vaker in de bijstand dan mannen
Als gekeken wordt naar geslacht, blijkt dat het aantal vrouwen in de bijstand nog steeds hoger ligt dan het aantal mannen. In totaal ontvingen 228.000 vrouwen een bijstandsuitkering in het eerste kwartaal van 2025. Dat aantal bleef vrijwel gelijk ten opzichte van vorig jaar.
Bij mannen was wel sprake van een toename: met 2 procent groeide deze groep naar 180.000 bijstandsgerechtigden.
De oorzaak ligt deels in verschillen op de arbeidsmarkt. Vrouwen werken vaker in deeltijd, in sectoren met minder zekerheid en zijn oververtegenwoordigd in mantelzorg of onbetaald werk. Toch groeit het aantal mannen in de bijstand nu sneller, wat mogelijk wijst op een breder arbeidsmarktvraagstuk.
Discutabele maatregelen zorgen voor ophef
Naast de stijgende cijfers is er ook maatschappelijke discussie over hoe met bijstandsgerechtigden wordt omgegaan. In Amsterdam Zuidoost kwam onlangs een praktijk aan het licht waarbij mensen die gebruikmaken van de voedselbank, gekort kunnen worden op hun uitkering.
Deze maatregel leidde tot veel ophef. Critici vinden het onmenselijk dat mensen worden gestraft voor het zoeken naar hulp. De ChristenUnie pleit ervoor dat deze praktijk stopt, omdat het averechts werkt op mensen die al in een kwetsbare positie verkeren.
Wat zeggen deze cijfers over de samenleving?
De stijging van het aantal mensen in de bijstand – en vooral het groeiend aandeel jongeren – zegt veel over de huidige staat van de arbeidsmarkt, het onderwijs en de sociale zekerheid.
Jongeren hebben het moeilijk, en ondanks een krappe arbeidsmarkt weten ze de juiste banen niet te vinden of vast te houden. Het is een signaal dat er meer ondersteuning nodig is bij het vinden van werk, het opbouwen van werkervaring en het omgaan met psychische druk.
Ook voor beleidsmakers ligt hier een taak: hoe zorgen we ervoor dat jongeren niet langdurig in de bijstand belanden? Hoe kan omscholing, begeleiding en werkzekerheid beter worden geregeld? En hoe voorkomen we dat financiële hulp als een boete voelt, zoals in het geval van de voedselbank?
Conclusie: werk aan de winkel voor politiek en samenleving
De nieuwe cijfers van het CBS laten zien dat de bijstand geen ver-van-je-bed-show is. Duizenden mensen, waaronder steeds meer jongeren, zijn afhankelijk van deze uitkering om rond te komen.
Hoewel het vangnet belangrijk blijft, moet de focus liggen op doorstroom naar werk, passende hulp en een menswaardige behandeling.
De groeiende groep jongeren in de bijstand is een wake-up call. Zonder gericht beleid en betere ondersteuning dreigt een generatie vast te lopen in afhankelijkheid, terwijl hun potentieel onbenut blijft. Tijd voor actie, want iedereen verdient een eerlijke kans op werk, zekerheid en toekomstperspectief.
Bron: Hart van Nederland