Cindy (52) zit met een dilemma waar ze maar moeilijk een antwoord op vindt. “Mijn man en ik slapen apart omdat hij snurkt, is dit een reden om het uit te maken?”
Het is een vraag die haar steeds vaker bezighoudt. Niet omdat ze hem niet meer liefheeft, maar omdat ze zich afvraagt wat dit betekent voor hun relatie.
“Ik kon het niet meer volhouden”
Het begon allemaal met onschuldige grapjes. “In het begin lachte ik erom,” vertelt Cindy. “Dan lag ik in bed en hoorde ik dat gesnurk en dacht: ach, het hoort erbij.
Maar na verloop van tijd werd het erger. Ik werd ’s nachts wakker, draaide hem om, gaf hem een duwtje, maar niets hielp. Soms sliep ik nauwelijks een paar uur.
Overdag was ik uitgeput, prikkelbaar, en merkte ik dat ik steeds vaker op de bank in slaap viel.”
Op een gegeven moment werd het onhoudbaar. “Ik had echt een muur van kussens gebouwd tussen ons in, alsof dat iets zou veranderen.
Maar nee, het geluid ging overal doorheen. Op een nacht stond ik gewoon op en ging naar de logeerkamer. Dat voelde in eerste instantie als een tijdelijke oplossing, maar naarmate de weken voorbijgingen, werd het een gewoonte.”
“Zijn reactie brak mijn hart”
Cindy had gehoopt dat haar man begripvol zou reageren, maar dat viel tegen. “Hij was echt gekwetst. Hij voelde zich afgewezen, alsof ik hem niet meer aantrekkelijk vond.
Dat was helemaal niet zo, maar hoe leg je uit dat je echt slaaptekort hebt zonder dat het klinkt als een aanval? Hij zei dingen als: ‘Dus we worden zo’n stel dat apart slaapt? Wat zegt dat over ons?’ En ik had daar geen antwoord op.”
De afstand tussen hen werd groter. “Ik miste de kleine dingen. Even tegen elkaar aan kruipen, wakker worden en meteen een kus krijgen. Maar tegelijk voelde ik me overdag veel beter nu ik wél goed sliep. Die tweestrijd vrat aan me.”
“Is dit het begin van het einde?”
Ze begon zich af te vragen wat dit betekende voor hun huwelijk. “Ik las ergens dat apart slapen vaak een teken is van een relatie die uit elkaar groeit. Dat maakte me bang. We hadden nooit ruzie gehad over serieuze dingen, maar dit sluimerde. Het voelde alsof we langzaam een kamer verder uit elkaar dreven.”
Cindy besprak haar zorgen met haar vriendin Monique (54), die een heel andere kijk had. “Zij zei: ‘En waarom zou apart slapen erg zijn?
Mijn man en ik doen het al jaren en we zijn gelukkiger dan ooit. We hebben allebei onze nachtrust en overdag zijn we juist leuker voor elkaar.’ Dat zette me aan het denken. Misschien moest ik stoppen met het als een probleem te zien.”
“Wat zegt een relatietherapeut?”
Toch wilde Cindy het niet zomaar accepteren. Ze besloot een relatietherapeut te raadplegen. “Die zei iets interessants: ‘Slaap is een basisbehoefte.
Als je slecht slaapt, wordt alles in je relatie moeilijker. Maar slaap apart betekent niet dat je emotioneel afstand neemt. Het gaat erom hoe je de verbinding op andere manieren behoudt.’”
Dat zette haar aan het denken. “Ik besefte dat ik bang was dat we uit elkaar zouden groeien, maar misschien kon ik dat voorkomen door op andere momenten juist extra moeite te doen.
Een knuffel in de ochtend, samen ontbijten, een wekelijkse date night. Het hoeft niet allemaal in bed te gebeuren.”
“Wat nu?”
Cindy heeft haar beslissing genomen. “Ik blijf in de logeerkamer slapen, maar ik ga meer mijn best doen om de intimiteit te behouden. Mijn man snapt nu beter waarom ik dit doe en we zoeken naar manieren om alsnog tijd samen door te brengen.
Misschien voelt het nog steeds een beetje gek, maar als het betekent dat we gelukkiger zijn, dan is dat belangrijker dan de norm die anderen opleggen.”
Want uiteindelijk draait een relatie niet om in hetzelfde bed slapen, maar om liefde, respect en samen een manier vinden die voor beide werkt.
Het belangrijkste inzicht voor Cindy was dat liefde niet afhangt van hoe dicht je fysiek bij elkaar slaapt, maar van hoe je met elkaar omgaat.
“In het begin voelde het als een nederlaag, maar nu zie ik het anders. We zijn nog steeds elkaars steun en toeverlaat, we lachen, we praten, en we zijn intiem op onze eigen manier.
Misschien wijkt onze relatie af van het traditionele plaatje, maar als het voor ons werkt, wie zegt dan dat het fout is?”