Jarenlang leek het erop dat Nederland langzaam afscheid nam van contant geld. Steeds meer winkels, horeca-ondernemers en sportverenigingen stapten over op pin-only.

Koffiezaken hingen bordjes op dat cash “niet meer kon”, bioscopen verwijderden hun kassalades en ook grote ketens gingen vol voor digitaal betalen. Maar die trend wordt nu teruggedraaid.
De overheid komt met een stevige maatregel: vanaf 2027 moeten vrijwel alle fysieke verkooppunten weer contant geld aannemen.
Het besluit komt niet uit de lucht vallen. Het aantal Nederlanders dat problemen ervaart met digitale betaalmethoden groeit en het verdwijnen van cash leidt tot sociale uitsluiting, stress en onzekerheid aan de kassa. De nieuwe wet moet ervoor zorgen dat iedereen kan blijven meedoen.
Voor veel ondernemers betekent dit dat het pin-onlytijdperk bijna voorbij is.
Waarom contant geld opnieuw verplicht wordt
De overheid ziet dat digitaal betalen weliswaar populair is, maar lang niet voor iedereen toegankelijk. Meer dan een miljoen Nederlanders worstelt met digitale systemen. Denk aan ouderen, mensen met een beperking, laaggeletterden of consumenten zonder smartphonebankieren. Voor hen voelt een simpele betaling soms als een hindernis.
Het kabinet wil voorkomen dat deze groep buitenspel wordt gezet. Daarom komt er een duidelijke regel:
elk fysiek verkooppunt moet vanaf 2027 contant geld accepteren, tenzij één van de uitzonderingscategorieën van toepassing is.
Volgens het ministerie van Financiën gaat het niet alleen om gemak, maar vooral om zelfstandigheid. Niemand mag afhankelijk worden van anderen om te kunnen betalen.
Contant geld blijft bovendien het ultieme vangnet als digitale systemen uitvallen, zoals gebeurde tijdens eerdere landelijke storingen waarbij pinverkeer urenlang platlag.
De boodschap van de overheid is helder: toegankelijkheid weegt zwaarder dan snelheid, gemak of kostenbesparing.
Pin-only was jarenlang de norm – maar dat verandert
In grote steden werd pin-only zo normaal dat het bijna vreemd voelde om contant te willen betalen. Sportkantines, zelfscankassa’s, cafetaria’s en festivalbars hingen massaal bordjes op met “alleen pinnen”.
Voor ondernemers was dat vaak goedkoper, sneller en veiliger. Geen gedoe met wisselgeld, minder risico op diefstal en kortere rijen.
Maar dat gemak had ook een keerzijde. Steeds meer mensen liepen vast op de digitale drempels. Wie niet kon pinnen, werd simpelweg geweigerd.
Dat gold ook voor mensen die bewust kiezen voor contant betalen uit privacy- of budgetoverwegingen. Cash werd namelijk niet alleen gebruikt door ouderen, maar ook door mensen die grip willen houden op hun uitgaven.
Door het verdwijnen van contant geld ontstond een groeiende kloof tussen ervaren digitale gebruikers en groepen die niet mee konden in de snelheid van technologische vernieuwing.
Hoeveel Nederlanders betalen nog met contant geld?
Uit onderzoek van de Europese Centrale Bank blijkt dat contant geld in Nederland nog altijd goed is voor ongeveer 20 procent van alle betalingen.
In de rest van de eurozone ligt dat percentage zelfs boven de 50. Het idee dat cash “verdwenen” is, blijkt daarmee vooral een stadsbeeld – niet de landelijke realiteit.
Op kleine dorpen, markten, braderieën en lokale winkels speelt contant geld nog steeds een grote rol. Het verdwijnen van cash aan de kassa zorgde er dus voor dat vooral kwetsbare groepen geraakt werden.
De nieuwe wet geeft het signaal dat contant geld niet alleen een nostalgisch middel is, maar een essentieel onderdeel van een gezond, stabiel en inclusief betalingsverkeer.
Ondernemers moeten opnieuw investeren in contant geld
De terugkeer van cash betekent dat veel ondernemers terug moeten schakelen. Kassalades, beveiligingssystemen en cash handling komen weer terug in winkels waar deze volledig waren verdwenen. Dat levert extra kosten op – iets waar veel ondernemers niet direct om zaten te springen.
Toch benadrukt de overheid dat het financiële belang van ondernemers niet mag prevaleren boven de toegankelijkheid van het systeem.
Als winkels, horeca of verenigingen mensen buitensluiten, raakt dat uiteindelijk het vertrouwen van consumenten en de stabiliteit van het betalingsverkeer.
Daarnaast bleek ook uit eerdere storingen dat pin-only bedrijven volledig stil kunnen vallen als er problemen zijn met wifi, elektriciteit of banknetwerken. Contant geld blijft dan het enige betrouwbare alternatief.
Wanneer mogen winkels contant geld wél weigeren?
De verplichting betekent niet dat cash overal verplicht blijft. De wet bevat een aantal logische uitzonderingen:
Tussen 22.00 uur en 06.00 uur mogen ondernemers contant geld weigeren
Abonnementen, OV-kaartjes en online diensten blijven volledig digitaal
Maaltijdbezorging hoeft geen cash te accepteren
Onbemande locaties zoals automaten mogen pin-only blijven
Bij hoge veiligheidsrisico’s mag tijdelijk een vrijstelling worden aangevraagd
Hoewel pin-only dus niet helemaal verdwijnt, wordt contant geld in verreweg de meeste situaties weer verplicht geaccepteerd.
Waarom deze maatregel politiek zoveel steun krijgt
De herintroductie van contant geld is opvallend, omdat veel partijen jarenlang juist inzetten op digitalisering. Toch krijgt deze maatregel brede steun, onder andere omdat:
Cash een basisrecht wordt gezien
Het bevordert zelfredzaamheid
Het beschermt consumenten bij storingen
Het voorkomt uitsluiting van kwetsbare groepen
Het maakt het betalingsverkeer robuuster
Bovendien plaatsen sommige partijen vraagtekens bij een volledig digitale maatschappij waarin privacy, controle en afhankelijkheid steeds groter worden.
Het gebruik van contant geld biedt een tegenwicht tegen volledig traceerbare transacties.
Wat betekent dit voor consumenten?
Voor veel Nederlanders is dit besluit goed nieuws. Consumenten die afhankelijk zijn van contant geld kunnen vanaf 2027 zonder stress boodschappen doen, kaartjes kopen of een drankje bestellen zonder zich af te vragen of pinnen de enige optie is.
Ook mensen die contant willen gebruiken om overzicht te houden op hun financiën behouden daarmee de mogelijkheid om hun budget fysiek te beheren. Cash dwingt immers tot bewust uitgeven: wat op is, is op.
Daarnaast is contant geld een belangrijk alternatief voor mensen die debt traps willen voorkomen. Het helpt impulsaankopen te verminderen en maakt consumenten minder afhankelijk van banken en digitale middelen.
Wat betekent dit voor de toekomst van betalen in Nederland?
De maatregel markeert een nieuwe fase in het Nederlandse betalingsverkeer. Waar jarenlang werd ingezet op digitalisering en efficiency, wordt nu een stap terug gedaan om ruimte te houden voor menselijkheid en toegankelijkheid.
Digitale betalingen blijven populair, maar de overheid geeft duidelijk aan dat de samenleving niet mag worden gedwongen één richting op te bewegen.
In de komende jaren wordt contant geld niet alleen verplicht geaccepteerd, maar ook actief bewaakt als essentieel onderdeel van het systeem.
Dat betekent dat banken verplicht blijven om geldautomaten beschikbaar te houden en dat gemeenten moeten zorgen dat bewoners toegang hebben tot contant geld.
Een noodzakelijke beweging naar balans
Hoewel de terugkeer van contant geld voor sommige ondernemers voelt als een stap terug, past het voor veel Nederlanders juist bij een gevoel van veiligheid, zelfstandigheid en toegankelijkheid.
De maatregel laat zien dat een moderne samenleving niet automatisch betekent dat alles digitaal moet. Toegankelijkheid is belangrijker dan snelheid.
Inclusiviteit gaat boven gemak. En een robuust betalingsverkeer moet meerdere pilaren hebben – niet één.





