Mijn oma woont al tien jaar in een verzorgingstehuis. Ze is in de negentig en heeft alzheimer. Soms herkent ze me, maar meestal niet. Ik bezoek haar wekelijks sinds mijn moeder is overleden.
Ik voel me schuldig omdat ik geld van haar heb gestolen. Het was niet uit schuldgevoel dat ik haar zo vaak bezoek. Ik ben altijd dol op haar geweest. Het is verdrietig om haar zo verward te zien, maar ze is ook echt al oud. Bij mij is ze nooit boos, al schijnt ze dat bij de verpleging wel te doen.
Meestal weet ze niet wie ik ben. Soms noemt ze me Angela, de naam van mijn moeder. Andere keren noemt ze me ‘mevrouw’. Als ik vertrek en haar een kus geef, zegt ze vaak: “U bent een aardige dame, dank u.” Dat breekt mijn hart.
Des te erger dat ik iets heb gedaan waar ik veel spijt van heb. Mijn oma heeft me ooit verteld waar ze haar sieraden en geld verbergt. Ze zei: “Dan weet jij het ook als ik in de war raak.”
Ze was toen al een beetje verward, maar had een helder moment. Het is niet verstandig veel geld in huis te hebben, zeker niet in een verzorgingstehuis. Maar mijn oma vertrouwt de bank niet en verstopt haar geld liever thuis. Ze heeft ooit een flink bedrag opgenomen voor haar uitvaart, want ze heeft geen verzekering.
In een voorraadbus achter in een kast zit een paar duizend euro. Die beslissing heeft ze in volle gezondheid genomen, samen met mijn moeder, die zeven jaar geleden overleed.
Ik ben waarschijnlijk de enige die weet dat dat geld daar ligt en waarvoor het bedoeld is. Mijn oma heeft het me zelf verteld. Haar sieraden bewaart ze op een andere plek. Ze zei dat die uiteindelijk voor mij zijn. Maar die sieraden interesseren me niet. Dat geld hield me wel bezig.
Twee jaar geleden ging mijn wasmachine kapot. Een nieuwe wasmachine kon ik niet betalen. Ik heb toen vijfhonderd euro uit de envelop in de voorraadbus van mijn oma gepakt. Daarvan kocht ik een wasmachine. Niemand weet dat, ook oma niet. Er is niemand die het te weten kan komen.
Ik moest een wasmachine hebben, had geen cent te makken, en dacht dat oma er ook van zou profiteren. Ik doe geregeld een wasje voor haar omdat het in het tehuis zo lang duurt voordat ze haar was terugkrijgt.
Ik weet dat ik het voor mezelf goed wil praten, maar ik denk er elke dag aan. Als ik het geld had, zou ik het terugleggen. Ik kom rond van een minimumloon en dat is krap. Je denkt misschien: waarom heb je haar niet om geld gevraagd? Dat kan niet, want ze weet meestal niet wie ik ben.
Ik denk dat ze zich niet eens meer bewust is dat dat geld er ligt. Oma gaat dit dus nooit merken. Soms heeft ze een goede dag en denk ik: zal ik het vertellen? Dan zou ik van mijn schuldgevoel af zijn. Maar ik durf het echt niet.
(Bron: Flair)