Na jaren van stilstand en frustratie lijkt er eindelijk goed nieuws te zijn voor miljoenen Nederlanders met een pensioen. Waar de koopkracht van gepensioneerden jarenlang onder druk stond, gloort nu hoop aan de horizon. In 2026 gaan veel pensioenuitkeringen flink omhoog.
De overgang naar het nieuwe pensioenstelsel begint zichtbaar zijn vruchten af te werpen – en dat betekent voor veel huishoudens eindelijk weer wat financiële ademruimte.
Pensioenen stijgen fors in 2026
De eerste signalen zijn positief. In verschillende sectoren wordt gesproken over stevige verhogingen. Vooral in de zorg- en bouwsector kunnen gepensioneerden een flinke meevaller verwachten. Het Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) heeft aangekondigd dat de pensioenen volgend jaar naar verwachting met zo’n tien procent stijgen. Deelnemers ontvangen binnenkort een brief met hun nieuwe maandbedrag.
In de bouw ligt het percentage zelfs nog hoger. Het fonds bpfBOUW voorziet een stijging tot wel twintig procent. Dat betekent dat veel gepensioneerden straks honderden euro’s per maand extra ontvangen. Voor mensen die jarenlang moeite hadden om rond te komen, kan dat het verschil betekenen tussen krapte en weer wat financiële vrijheid.
Er is echter nog een kanttekening: de verhogingen zijn afhankelijk van hoe de financiële markten zich in het laatste kwartaal van 2025 ontwikkelen. Blijven de beurzen stabiel, dan lijken de verhogingen definitief.
Waarom het nieuwe pensioenstelsel beter werkt
Het nieuwe pensioenstelsel werkt anders dan het oude systeem dat decennialang werd gebruikt. Waar vroeger grote gezamenlijke reserves werden aangehouden, zijn pensioenen nu directer gekoppeld aan de beleggingsresultaten. De ingelegde bedragen blijven persoonlijk eigendom van de deelnemers.
Dat zorgt voor meer transparantie én snellere aanpassing aan de economische realiteit. Als het economisch goed gaat, profiteren gepensioneerden sneller mee. De pensioenen kunnen dan direct worden verhoogd. Gaat het slechter, dan kan het omgekeerde gebeuren – de uitkeringen kunnen iets dalen.
Volgens pensioenexperts is dat eerlijker: het systeem beweegt mee met de economie in plaats van achter de feiten aan te lopen.
Eindelijk lucht na jaren zonder indexatie
Voor veel ouderen komt deze ontwikkeling als een opluchting. De afgelopen tien jaar bleven de meeste pensioenen bevroren, terwijl de kosten van levensonderhoud juist bleven stijgen.
Energie, boodschappen, huur en zorgpremies werden duurder, maar de pensioenuitkeringen stegen niet mee.
Een verhoging van tien tot twintig procent betekent concreet dat iemand met een pensioen van €1.800 per maand er tussen de €180 en €360 op vooruitgaat. Dat is voor velen het verschil tussen elke maand moeten besparen of eindelijk weer eens iets kunnen opzijzetten.
Kleine fondsen gaven het goede voorbeeld
De eerste resultaten van het nieuwe systeem werden al eerder zichtbaar. Enkele kleinere pensioenfondsen stapten begin 2025 over en zagen hun deelnemers profiteren van een verhoging tussen de vier en acht procent. Dat succes wekte vertrouwen bij andere fondsen, die nu volgen.
De verwachting is dat eind 2025 de meeste grote fondsen – waaronder ABP en PME – hun overstap hebben afgerond. Zodra dat gebeurt, kunnen ook zij de nieuwe percentages vaststellen.
Meer inzicht en persoonlijk eigendom
Een groot voordeel van het nieuwe pensioenstelsel is de duidelijkheid voor deelnemers. Pensioengeld blijft in principe persoonlijk eigendom.
Deelnemers kunnen zien hoeveel geld ze hebben opgebouwd, hoe het wordt belegd en welk rendement dat oplevert.
In het oude systeem was dat minder transparant. Pensioenfondsen hielden enorme buffers aan om schommelingen op te vangen, waardoor de verhogingen vaak uitbleven, zelfs in tijden van groei. Nu worden de rendementen sneller verdeeld, waardoor gepensioneerden ook sneller profiteren.
Niet zonder risico’s
Toch is het nieuwe stelsel niet zonder risico’s. Omdat het nauw verbonden is met de economische prestaties, kunnen slechte beursjaren invloed hebben op de hoogte van de pensioenuitkering. In zo’n situatie kan het bedrag tijdelijk dalen.
Economen noemen dat een “realistisch maar eerlijk systeem”: wie meedeelt in de winst, moet ook rekening houden met tegenvallers.
Voor veel mensen is dat even wennen, maar experts benadrukken dat de kans op forse dalingen klein is zolang het geld goed wordt gespreid over verschillende beleggingen.
Optimisme bij economen en pensioenexperts
De meeste economen zijn voorzichtig positief. Ze wijzen erop dat Nederland jarenlang een van de rijkste pensioenreserves ter wereld had, maar dat gepensioneerden daar weinig van merkten. Het nieuwe systeem moet daar verandering in brengen.
Volgens pensioenadviseur Marcel van der Heijden biedt de hervorming “meer rechtvaardigheid en flexibiliteit”. Hij zegt: “Het oude stelsel was stabiel, maar log. Het nieuwe systeem laat mensen eindelijk profiteren van de groei die er al die jaren wél was, maar nooit werd uitgekeerd.”
Ook vakbonden reageren positief. De FNV noemt de stap “een broodnodige modernisering” die recht doet aan de inzet van miljoenen werkenden en gepensioneerden.
Pensioenen eindelijk weer in beweging
Voor gepensioneerden voelt het nieuwe stelsel als een doorbraak. Na jaren van wachten is er eindelijk perspectief op verbetering.
Niet elk fonds zal even hard stijgen, maar de trend is duidelijk: het pensioen keert terug als een echte inkomensbron in plaats van een bron van onzekerheid.
Vooral mensen in de zorg, het onderwijs en de bouw merken het verschil het sterkst. Dat zijn sectoren waar de pensioenen jarenlang onder druk stonden, ondanks de groei van de economie.
Wat dit betekent voor toekomstige gepensioneerden
Niet alleen huidige gepensioneerden profiteren. Ook mensen die nog aan het werk zijn, bouwen in het nieuwe stelsel sneller en overzichtelijker vermogen op. Jongere werknemers kunnen online volgen hoe hun geld groeit en wat het oplevert.
Dat zorgt voor meer betrokkenheid bij het eigen pensioen – iets wat in het oude systeem vaak ontbrak. Bovendien blijft er meer ruimte om te kiezen hoe risicovol het geld wordt belegd, afhankelijk van leeftijd en persoonlijke voorkeur.
Een nieuw tijdperk voor het Nederlandse pensioen
Hoewel niet elk jaar een stijging gegarandeerd is, markeert 2026 het begin van een nieuw hoofdstuk in het Nederlandse pensioenverhaal.
De eerste verhogingen zijn een teken dat het systeem werkt zoals bedoeld: eerlijker, transparanter en toekomstbestendiger.
Voor de miljoenen Nederlanders die jarenlang geen vooruitgang zagen, is dit eindelijk goed nieuws. Als de economische rust aanhoudt, kunnen gepensioneerden volgend jaar rekenen op een extraatje dat hun leven echt merkbaar verbetert.
Na een decennium van stilstand is er eindelijk reden tot optimisme: het pensioenstelsel beweegt mee met de tijd — en met de mensen die het hebben opgebouwd.





