Jan, 73 jaar, ziet de ophef over fatbikes en moet er stiekem om lachen. Voor hem is het allemaal herkenbaar. “Mensen moeten niet klagen over fatbikes,” zegt hij met een knipoog. “Vroeger deden wij hetzelfde met onze brommers.”
Hij vertelt over de tijd dat hij met zijn vrienden door de straten scheurde, vaak met drie of vier man op één brommer, en dat ging gewoon met een gangetje van 40 kilometer per uur.
Dat was toen de norm, en niemand die daar moeilijk over deed. Wat nu als een probleem wordt gezien, was vroeger gewoon de jeugd die plezier maakte. Het hoort erbij, vindt Jan.
Als hij hoort dat mensen zich nu zorgen maken over de veiligheid en overlast van fatbikes, haalt hij zijn schouders op. “Alsof het iets nieuws is,” zegt hij. De brommer was in zijn tijd hét vervoermiddel voor jongens zoals hij. “Iedereen had een brommer, en we deden allemaal hetzelfde. Snelheid was alles.”
Jan vertelt over de zomerdagen waarop hij en zijn vrienden de hele buurt onveilig maakten met hun oude brommers. “We reden met een gang door de straat, en iedereen die ons zag, schudde zijn hoofd. Maar niemand die zei dat het niet mocht,” herinnert hij zich met een glimlach.
Volgens hem hadden de ouderen destijds dezelfde reacties, en hij vindt het grappig om te zien hoe de geschiedenis zich herhaalt.
Jan herinnert zich een bepaalde zomeravond, toen hij met drie vrienden op één brommer stapte. “Het was krap, maar we pasten net,” vertelt hij lachend. Ze scheurden door de buurt, terwijl mensen toekeken en soms een opmerking maakten. Voor Jan en zijn vrienden hoorde dat erbij, het was een vorm van vrijheid en avontuur.
Hij vindt het mooi om te zien dat de jeugd van nu hun eigen manier heeft gevonden om die vrijheid te voelen, zij het op een fatbike in plaats van een brommer. “Laat die jongens lekker racen,” zegt hij. Volgens Jan is het een fase die je als jongere moet meemaken en waar de maatschappij zich niet zo druk om hoeft te maken.
Toch snapt Jan ergens wel dat mensen zich zorgen maken over de veiligheid. Maar voor hem was dat vroeger ook niet anders. “Wij reden ook zonder helm, en we hebben het allemaal overleefd,” zegt hij met een grijns.
Jan voelt dat er nu sneller kritiek komt op dingen die jongeren doen, alsof de wereld minder tolerant is geworden voor een beetje kattenkwaad. Hij merkt dat ouderen tegenwoordig sneller klagen en commentaar hebben op dingen die eigenlijk gewoon bij de jeugd horen.
Zelf voelt hij die behoefte niet, hij heeft het allemaal meegemaakt en weet hoe het is om jong te zijn en grenzen op te zoeken.
Als Jan nu jongeren op een fatbike ziet, herkent hij zichzelf erin. Het idee om met vrienden de straat op te gaan, samen plezier te maken en een beetje de regels op te rekken, dat is van alle tijden. Voor Jan is het duidelijk dat elke generatie zijn eigen manieren heeft om zich uit te leven.
De fatbikes zijn misschien sneller en moderner, maar het gevoel is hetzelfde. Het is de vrijheid die telt, en hij vindt het mooi dat jongeren die kans nog steeds hebben, ook al wordt er nu misschien wat meer over geklaagd dan vroeger.