Jasmijn, 33 jaar, droomt al jaren van een rustig leven op het platteland. Weg uit de drukte van de stad, naar een plek waar de dagen trager lijken te gaan en de lucht altijd fris ruikt. Maar telkens als ze haar plannen deelt, krijgt ze dezelfde reactie: “Waarom zou je naar een dorp verhuizen? Dat is toch saai?”
Ze zucht diep terwijl ze vertelt over de gesprekken die ze voert met vrienden en familie. “Iedereen lijkt er een mening over te hebben,” zegt ze. “Ze begrijpen niet waarom ik weg wil. ‘Je hebt hier toch alles wat je nodig hebt?
Leuke restaurants, winkels om de hoek, altijd iets te doen.’ Maar voor mij voelt het hier gewoon niet meer als thuis.”
Jasmijn woont al bijna haar hele leven in de stad, maar de laatste jaren knaagt er iets. “Ik merk dat ik steeds vaker behoefte heb aan rust.
Die constante stroom van auto’s, mensen die gehaast langs je heen lopen, het lawaai… het is me gewoon te veel geworden. Ik wil ergens wonen waar ik ’s ochtends alleen vogels hoor, geen sirenes.”
Ze vertelt hoe ze haar hart verloor aan het platteland tijdens een weekendje weg. “Ik was met een vriendin mee naar haar ouderlijk huis in een klein dorpje.
Alles voelde meteen anders. De mensen waren vriendelijk, de straten waren schoon, en het was zo stil. Ik wist meteen: dit is wat ik wil.”
Maar terug in de stad begon het commentaar. “Mijn collega’s lachen me gewoon uit. Ze zeggen dingen als: ‘Maar wat ga je daar dan doen? Koeien melken?’ En mijn familie doet er ook een schepje bovenop.
‘Wat moet jij in een dorp? Het is daar doods, Jasmijn.’ Het voelt soms alsof ik de enige ben die dit begrijpt.”
Toch blijft ze vasthouden aan haar droom. “Ik ben niet naïef. Ik weet dat het leven in een dorp anders is. Maar ik geloof niet dat het saai hoeft te zijn.
Ik hou juist van de gedachte dat ik meer tijd heb voor mezelf, dat ik niet constant het gevoel heb dat ik ergens moet zijn of iets moet doen. Dat is toch ook waardevol?”
Jasmijn vertelt dat ze al een paar dorpen op het oog heeft. “Ik ben een paar keer gaan kijken, gewoon om de sfeer te proeven. En eerlijk? Het voelde goed. Natuurlijk zijn er minder winkels en geen hippe koffietentjes op elke hoek, maar ik zag dingen die ik hier mis.
Kinderen die buiten spelen, mensen die elkaar groeten op straat. Dat is voor mij meer waard dan een overvolle kroeg.”
Wat haar vooral verbaast, is hoe weinig mensen lijken te begrijpen waarom ze de stad wil verlaten. “Ze doen alsof ik een stap terugzet. Maar voor mij voelt het juist als een stap vooruit. Ik wil een plek waar ik me echt thuis voel, waar ik tot rust kan komen. Is dat zo gek?”
Toch is de keuze niet makkelijk. “Ik ben bang dat ik het mis ga hebben,” geeft ze toe. “Wat als ik straks echt geen aansluiting vind? Wat als het stil blijkt te zijn op een manier die ik niet fijn vind?
Maar aan de andere kant… ik kan toch niet blijven waar ik niet gelukkig ben, alleen omdat anderen denken dat het beter is?”
Jasmijn merkt dat de twijfel soms aan haar knaagt. “Als iedereen tegen je zegt dat het saai is, ga je toch denken: hebben ze gelijk? Maar dan denk ik weer aan die momenten op het platteland, hoe ontspannen ik me daar voelde. Dat gevoel wil ik vasthouden.”
Haar vrienden en familie mogen dan wel sceptisch zijn, Jasmijn weet zeker dat ze de sprong gaat wagen. “Ik laat me niet tegenhouden door wat anderen vinden. Het is mijn leven, niet dat van hen.
En als het niet bevalt, dan kan ik altijd weer terug. Maar ik moet het proberen. Ik moet weten of het echt zo mooi is als ik denk.”
Voor Jasmijn is het geen kwestie van saai of spannend. Het gaat om geluk, om leven op een manier die bij haar past. En daar hoort, wat haar betreft, een huisje in een dorp bij.
“Wie weet word ik wel de gelukkigste versie van mezelf,” zegt ze met een glimlach. “En als dat saai is, dan is dat prima.”