Joep, 58 jaar, zit vaak hoofdschuddend te kijken naar het nieuws en de discussies die tegenwoordig overal lijken te ontstaan. “Waarom moet tegenwoordig alles zo woke zijn? Letterlijk alles is wel een probleem,” zegt hij met een zucht.
Voor Joep voelt het alsof elk gesprek tegenwoordig beladen is met gevoeligheden, alsof je bij elke uitspraak op je woorden moet letten om niemand te kwetsen. Waar hij vroeger gewoon zijn mening kon geven, moet hij nu vaak nadenken of zijn woorden niet verkeerd worden opgevat.
Zijn vrienden merken ook dat Joep steeds vaker zijn frustratie uit over wat hij de “woke-golf” noemt. “Je kunt niks meer zeggen zonder dat er iemand boos wordt,” vertelt hij tijdens een biertje met vrienden. Voor hem lijkt het alsof de vrijheid om eerlijk te praten verdwijnt onder een laagje van politieke correctheid.
“Als ik een grap maak, is er altijd wel iemand die er een probleem mee heeft,” zegt hij. Hij mist de tijd dat mensen niet overal iets achter zochten en een grap gewoon een grap kon zijn.
Joep geeft aan dat hij zich soms zelfs ongemakkelijk voelt in zijn eigen kring. “Mijn kinderen kijken me soms al aan alsof ik iets heel verkeerds heb gezegd, terwijl ik gewoon mijn mening geef.”
Zijn kinderen, zelf opgegroeid in een wereld waarin termen als diversiteit en inclusiviteit steeds meer aandacht krijgen, hebben vaak een andere kijk op de dingen dan Joep.
Zij vinden dat hun vader moet proberen mee te gaan met de tijd en misschien wat minder star moet denken.
Maar voor Joep voelt het alsof de wereld ineens een compleet andere plek is geworden, waar hij niet meer zomaar zichzelf kan zijn. “Ze zeggen dat ik ‘ouderwets’ ben, maar ik wil gewoon normaal kunnen praten zonder overal op afgerekend te worden.”
Het gesprek over “woke” lijkt overal te zijn. Op tv, in kranten, en zelfs tijdens verjaardagen duikt het onderwerp op. Joep vertelt hoe hij zich soms totaal niet meer thuis voelt in de wereld van vandaag.
“Vroeger kon je gewoon zeggen wat je dacht. Nu moet je eerst drie keer nadenken voordat je je mond opendoet,” zegt hij.
Zijn vrienden herkennen dit gevoel deels, maar merken op dat niet iedereen zich er druk om maakt. Toch ziet Joep dat steeds meer mensen in zijn omgeving zich soms ongemakkelijk voelen, vooral omdat ze het gevoel hebben dat ze voorzichtig moeten zijn met hun woorden.
Een buurman vertelde Joep laatst dat hij tegenwoordig zelfs op het werk moet opletten. “Er wordt bij ons op kantoor constant gepraat over gender en inclusiviteit, en dat is prima, maar soms vraag ik me af of ik nog wel iets mag zeggen zonder dat het verkeerd wordt opgevat.”
Voor Joep bevestigt dit alleen maar dat het een wijdverspreid probleem is, en niet iets wat hij zich inbeeldt. Hij voelt dat veel mensen zich terughoudender zijn gaan gedragen, omdat ze bang zijn dat hun mening straks niet meer geaccepteerd wordt.
Voor Joep is het niet zo dat hij mensen bewust wil kwetsen. “Ik respecteer iedereen, maar ik heb soms het gevoel dat respect nu betekent dat je jezelf moet inhouden,” legt hij uit. Hij wil gewoon eerlijk kunnen zijn, zonder dat elk woord meteen onder een vergrootglas ligt.
Dat verlangen naar oprechtheid, zonder restricties, is voor hem belangrijk, en hij merkt dat hij daarin vaak niet begrepen wordt door jongere generaties. Joep voelt zich soms buitengesloten in een wereld waar alles politiek correct lijkt te moeten zijn.
Toch laat Joep zich niet zomaar het zwijgen opleggen. Hij blijft zijn mening geven, ook al botst dat soms met de gevoeligheden van nu.