Johan zucht diep als hij over zijn zoon begint. “Ineens is hij vegan,” zegt hij met een mengeling van frustratie en ongeloof. “Ik snap er helemaal niks van. Wat is er mis met een goed stuk vlees op je bord? Dat is toch normaal eten?”
Voor Johan, een liefhebber van een sappige biefstuk of een gehaktbal bij de aardappels, voelt de keuze van zijn zoon bijna als een aanval op hun familiemaaltijden.
“Ik heb altijd gekookt zoals mijn moeder dat deed,” vertelt Johan. “Gewoon aardappels, vlees en groente. Dat is hoe ik ben opgegroeid, en dat is wat ik mijn kinderen heb meegegeven.
En nu zegt mijn zoon ineens dat hij dat niet meer wil. Hij wil geen vlees, geen melk, geen kaas. Hoe moet ik dat dan doen? Moet ik apart gaan staan koken voor hem? Dat is toch niet normaal?”
De verandering kwam uit het niets, zegt Johan. “Hij kwam op een dag thuis en zei: ‘Pap, ik eet geen vlees meer. Ik ben nu vegan.’ Nou, daar zat ik dan. Ik dacht eerst dat het een fase was, iets dat wel over zou waaien.
Maar hij bleef erbij. Hij wil ineens alleen nog maar dingen zoals tofu en havermelk. Ik moest het opzoeken wat dat allemaal is!”
Voor Johan is het niet alleen de praktische kant van het koken die hem dwarszit. “Het voelt gewoon raar,” legt hij uit. “We hebben altijd samen gegeten. Het was een moment van de dag waar ik naar uitkeek. En nu wil hij ineens iets anders.
Het voelt bijna alsof hij afstand neemt van de familie. Alsof hij zegt: wat jij doet, is niet goed genoeg.”
Johan heeft geprobeerd zijn zoon te begrijpen, maar het valt hem zwaar. “Hij zegt dat het beter is voor het milieu en voor de dieren. Dat kan allemaal wel zo zijn, maar moet dat dan ten koste gaan van ons gezin?
Ik ben altijd van mening geweest dat je als gezin dingen samen doet, en nu lijkt het alsof hij zich daarbuiten plaatst.”
De discussies aan tafel zijn niet mals. “Hij zegt dat ik geen respect heb voor zijn keuze,” vertelt Johan. “Maar ik vind juist dat hij geen respect heeft voor hoe wij hier thuis leven.
Ik kook al jaren voor ons allemaal, en nu moet ik ineens aparte dingen gaan maken? Dat gaat me te ver. Als hij iets anders wil eten, dan maakt hij het zelf maar.”
Johan merkt ook dat hij het lastig vindt om de nieuwe generatie te begrijpen. “Ik hoor van meer mensen dat hun kinderen ineens vegan worden, of dat ze allemaal rare diëten volgen.
Het lijkt wel een trend. Alsof het ineens stoer is om niet meer normaal te eten. Ik snap dat niet. Eten is eten, toch?”
Toch voelt hij zich soms ook schuldig. “Ik wil hem niet afwijzen, maar ik weet gewoon niet hoe ik hiermee om moet gaan. Het is alsof we niet meer op dezelfde golflengte zitten.
Hij kijkt naar me alsof ik iets fout doe omdat ik vlees eet. Maar ik ben zo opgegroeid, en dat verandert niet zomaar.”
Johan besluit het voorlopig simpel te houden. “Ik blijf koken zoals ik altijd heb gedaan. Als hij dat niet wil eten, dan moet hij iets anders maken. Maar ik ga mijn manier van leven niet helemaal omgooien. Dat moet hij ook begrijpen. Het is geven en nemen in een gezin, toch?”
Het blijft een ingewikkeld onderwerp aan tafel bij Johan thuis. De generatiekloof is voelbaar, en de meningen zijn sterk verdeeld. Maar één ding is zeker: aan tafel wordt er flink over gediscussieerd.
“Misschien is het uiteindelijk goed dat we hierover praten,” zegt Johan. “Maar voorlopig blijft die gehaktbal gewoon op mijn bord liggen.”