Er is veel gezegd en geschreven over waar baby’s en peuters het beste kunnen slapen. De meningen zijn verdeeld, maar een opmerkelijke uitspraak van een kinderarts zorgt nu voor flinke discussies.
Hij beweert namelijk dat kinderen het beste tot hun derde levensjaar bij hun moeder in bed kunnen slapen. Het is een idee dat bij sommige ouders geruststellend klinkt, maar bij anderen vraagtekens oproept.
De reden achter deze uitspraak is volgens de kinderarts simpel: de nabijheid van de moeder biedt jonge kinderen een gevoel van veiligheid en geborgenheid. Dit kan helpen bij een gezonde ontwikkeling, zowel fysiek als emotioneel.
Het ritme van de ademhaling van de moeder zou bijvoorbeeld een kalmerend effect hebben op het kind. Bovendien zou het slapen in dezelfde ruimte, of zelfs hetzelfde bed, de hechtingsband versterken en de kans op angstgevoelens verkleinen.
Saskia, moeder van twee kinderen, heeft dit zelf ervaren. “Onze jongste sliep bij ons in bed tot hij bijna drie was. Ik merkte dat hij rustiger werd en minder vaak wakker werd ’s nachts.
Het was een drukke tijd, maar het voelde goed om hem zo dichtbij te hebben,” vertelt ze. Toch geeft Saskia ook toe dat het niet altijd makkelijk was. “Je moet wel creatief zijn met je eigen ruimte en rust.”
Voorstanders van deze aanpak benadrukken dat samen slapen een eeuwenoude gewoonte is die in veel culturen nog steeds de norm is. In westerse landen is er echter vaak een focus op zelfstandigheid, ook bij jonge kinderen.
Veel ouders willen hun kinderen zo snel mogelijk in hun eigen bed en kamer hebben, wat soms kan leiden tot schuldgevoelens als dat niet meteen lukt. De kinderarts probeert dit taboe te doorbreken door aan te geven dat samen slapen juist natuurlijke voordelen heeft.
Critici wijzen op mogelijke risico’s van samen slapen. Een van de grootste zorgen is veiligheid. Het is belangrijk dat het bed zo is ingericht dat er geen verstikkingsgevaar is, bijvoorbeeld door dikke dekens of kussens.
Ook alcoholgebruik en medicatie bij ouders worden afgeraden, omdat deze de alertheid kunnen verminderen. Daarnaast zijn er ouders die aangeven dat ze moeite hebben met een goede nachtrust als het kind in hetzelfde bed slaapt.
Bij sommige gezinnen leidt deze discussie tot spanning. Karin en haar man waren het bijvoorbeeld niet eens over hoe ze dit moesten aanpakken.
“Ik vond het fijn om onze dochter in bed te houden, maar mijn man wilde graag weer een beetje privacy,” vertelt Karin. “Uiteindelijk hebben we een compromis gesloten: een co-sleeper naast ons bed. Dat werkte voor ons allebei.”
De kinderarts erkent dat samen slapen niet voor iedereen geschikt is en dat ouders vooral moeten doen wat goed voelt voor hun gezin. Hij benadrukt dat het advies niet betekent dat kinderen per se drie jaar lang in hetzelfde bed moeten liggen.
Het gaat vooral om het idee dat nabijheid belangrijk is voor de ontwikkeling van het kind, en dat ouders zich niet hoeven te haasten om hun kind zelfstandig te laten slapen.
Er zijn ook alternatieven die ouders kunnen overwegen. Een wiegje of ledikant naast het bed biedt bijvoorbeeld veel van dezelfde voordelen zonder de risico’s van samen slapen. Ook een rustige en liefdevolle overgang naar een eigen kamer kan bijdragen aan een positieve slaapervaring.
Voor veel ouders blijft de keuze afhankelijk van hun persoonlijke situatie. Factoren zoals werk, ruimte in huis en de behoeften van het kind spelen allemaal een rol.
Wat deze discussie vooral duidelijk maakt, is dat er geen one-size-fits-all-oplossing is. Elke ouder, en elk kind, is anders.
De uitspraak van de kinderarts heeft in elk geval stof doen opwaaien en biedt een andere kijk op hoe we omgaan met de slaapgewoonten van jonge kinderen. Het belangrijkste blijft dat ouders zich gesteund voelen in hun keuzes, wat die ook mogen zijn.
Uiteindelijk is een goede nachtrust voor iedereen in het gezin de sleutel tot een gelukkiger en gezonder leven.