Tijdens de jaarlijkse 4 mei-voordracht in de Nieuwe Kerk in Amsterdam, voorafgaand aan de Nationale Dodenherdenking op de Dam, heeft presentator en schrijver Philip Freriks een indrukwekkende en persoonlijke toespraak gehouden.
Hij vertelde openhartig over het verlies van zijn broer Jan, die in april 1945 op slechts 9-jarige leeftijd om het leven kwam. Niet door vijandelijk vuur, maar door zogeheten “friendly fire” van een Canadese bevrijder.
Die tragische gebeurtenis in de laatste fase van de Tweede Wereldoorlog zette de toon voor een betoog dat niet alleen terugblikte, maar ook stevig waarschuwde voor de risico’s van een verslapte democratie.
Een verlies dat een hele wereld veranderde
Freriks haalde in zijn toespraak een bekende Talmoedische spreuk aan: “Wie één mens redt, redt de hele wereld.” Hij draaide het om: als één mens wordt gedood, vergaat die wereld ook. En zo voelde het volgens hem ook toen zijn ouders na de bevrijding hoorden dat hun zoontje Jan al weken eerder was omgekomen bij de strijd om Groningen.
Zijn moeder sprak van “gesneuveld” om het verlies betekenis te geven, alsof hij voor een groter doel was gestorven. Maar voor het gezin Freriks voelde het vooral als een persoonlijk drama dat voortkwam uit een grotere, falende wereldorde.
De schaduw van een falende democratie
Wat deze familie meemaakte, werd door Freriks niet losgekoppeld van de bredere politieke context. Volgens hem werden zijn ouders keihard geconfronteerd met de gevolgen van een instortende democratie.
Ze begrepen dat oorlog en chaos het resultaat waren van het uit elkaar vallen van een systeem waarin mensen niet meer voor elkaar zorgden of verantwoordelijkheid namen.
Juist daarom leefden ze na de oorlog bewust en actief. Op hun eigen, bescheiden manier droegen ze bij aan een betere samenleving. Ze waren geen politici of activisten, maar wel betrokken burgers die geloofden in menselijke waardigheid, wederzijds respect en democratische waarden.
Elke burger heeft een taak
Freriks benadrukte in zijn voordracht dat zijn ouders hem leerden dat elke burger – hoe ‘gewoon’ ook – verantwoordelijkheid draagt. Niet alles overlaten aan ‘de politiek’, maar zelf bijdragen. Meepraten, meedoen, en vooral: verder kijken dan de eigen bubbel.
Dat betekent volgens Freriks ook dat we niet moeten zwichten voor makkelijke meningen of populistische verleidingen.
Onderbuikgevoelens? Die horen thuis in gesprekken, maar mogen geen beleid maken. De samenleving is complex, en juist in die complexiteit ligt haar kracht. Dat vraagt nuance en verantwoordelijkheid – van iedereen.
Verlies van waakzaamheid
In het tweede deel van zijn lezing wees Freriks op de ontwikkeling van de afgelopen decennia. Democratie werd na de oorlog door vrijwel iedereen omarmd. Vrede en welvaart leken lange tijd vanzelfsprekend. Maar volgens hem zijn we vooral bezig geweest met het ‘innen van het dividend van de vrede’.
Met andere woorden: genieten van de voordelen zonder nog echt te investeren in de fundering ervan. Waarschuwingen werden weggewuifd. De gevaren uit het verleden werden als achterhaald beschouwd, en discussies over democratie als elitair geneuzel. Freriks noemde het idee dat democratie “een speeltje van de elite” zou zijn een gevaarlijke misvatting.
De prijs van gemakzucht
Freriks liet doorschemeren dat gemakzucht en desinteresse de democratie onder druk zetten. Door alleen maar resultaat te willen en snelheid belangrijker te maken dan zorgvuldigheid, komt het systeem onder spanning te staan. Democratie is nu eenmaal traag, lastig, vol meningsverschillen. Maar dat is juist de bedoeling. Het is geen show, maar een werkvorm.
Volgens Freriks mogen we niet klagen over de “bruine spoken” van vroeger als we de lessen uit het verleden blijven negeren. De geschiedenis leert dat democratie niet vanzelfsprekend is – ze is kwetsbaar, en zonder inzet glijdt ze langzaam weg.
Herdenken is meer dan stilstaan
Freriks eindigde zijn toespraak met een nadrukkelijke oproep. Herdenken is geen ritueel om af te vinken, maar een uitnodiging om na te denken. Diep na te denken. Niet alleen over wat is gebeurd, maar vooral over wat dat vandaag betekent.
Hij verwees naar de levenslessen van zijn ouders: stilstaan bij het verleden, om richting te geven aan de toekomst. “Men zegt nog wel eens: kennis van het verleden is als lessen voor de toekomst. Ik hoop het van harte.”
Een breder perspectief: de verhalen van anderen
Naast de toespraak van Freriks kreeg ook het verhaal van Betty Goudsmit-Oudkerk opnieuw aandacht. Zij redde als jonge vrouw honderden Joodse kinderen van deportatie tijdens de Tweede Wereldoorlog. Haar verhaal staat in schril contrast met het verlies van Freriks’ broer, maar toont wel hetzelfde: de impact van individuele daden.
Betty’s verdriet bleef haar hele leven, vooral om de kinderen die ze níet kon redden. Zoals de vondeling Remi. Ze overleed in 2020, maar haar daden en herinneringen leven voort. Net als het verdriet van de familie Freriks, dat werd omgevormd tot een oproep: wees waakzaam, wees verantwoordelijk, en blijf herinneren.
Bron: Libelle