Vanaf deze week verandert er iets ingrijpends in de Nederlandse zorg: een aantal dure kankermedicijnen wordt niet langer standaard vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering.
Het gaat om zogenoemde PARP-remmers, medicijnen die vooral worden ingezet bij borstkanker en eierstokkanker. De reden? Nieuwe onderzoeksgegevens tonen aan dat deze middelen niet bij iedereen effectief genoeg zijn om de vergoeding te rechtvaardigen.
Voor het eerst in de geschiedenis worden kankermedicijnen, die al eerder waren goedgekeurd voor vergoeding, deels uit het basispakket geschrapt. Dit besluit heeft directe gevolgen voor honderden patiënten.
Wat zijn PARP-remmers precies?
PARP-remmers zijn medicijnen die ingrijpen op het DNA-herstelmechanisme van kankercellen. Door dit herstel te blokkeren, gaan de cellen sneller dood. Deze middelen worden vooral ingezet bij patiënten met borstkanker of eierstokkanker, soms in een laat stadium van de ziekte.
Maar nu blijkt uit recente studies dat het effect sterk verschilt per patiëntengroep. Bij sommige mensen is het effect duidelijk aantoonbaar, zoals bij vrouwen met een BRCA-genmutatie. Maar voor anderen, zoals patiënten met uitgezaaide borstkanker zonder die mutatie, is het onduidelijk of de medicijnen echt levensverlengend werken.
Alleen nog vergoeding voor specifieke patiënten
De nieuwe regeling betekent dat alleen een beperkte groep patiënten nog recht heeft op vergoeding. Het gaat dan om mensen met:
Een BRCA1- of BRCA2-genmutatie
Bepaalde vormen van eierstokkanker
Aantoonbaar voordeel van behandeling met PARP-remmers
Voor alle andere patiënten geldt dat de vergoeding per direct stopt voor nieuwe behandelingen. Wie al gestart is met een PARP-remmer, mag de kuur afmaken onder een overgangsregeling. Maar voor nieuwe patiënten zonder genetische aanwijzing vervalt de vergoeding meteen.
Waarom dit besluit van het Zorginstituut?
Het Zorginstituut, dat adviseert welke behandelingen worden opgenomen in het basispakket, stelt dat niet alle dure medicijnen automatisch vergoed kunnen worden. De kosten voor geneesmiddelen blijven stijgen, en dat legt druk op de betaalbaarheid van de zorg.
Zorginstituut-voorzitter Mark Janssen zegt daarover: “We kunnen elke euro maar één keer uitgeven.” Dat betekent dat keuzes nodig zijn: als een medicijn geen aantoonbare meerwaarde biedt, dan moet de vergoeding kritisch worden bekeken. En dat is wat hier gebeurd is.
Cijfers: hoeveel mensen raken getroffen?
In 2023 kregen nog 944 patiënten een behandeling met een PARP-remmer. Naar verwachting zal dit aantal halveren. Dat betekent dus dat ruim 400 patiënten per jaar mogelijk geen toegang meer krijgen tot deze behandeling, tenzij zij de kosten zelf kunnen dragen – en die kunnen oplopen tot duizenden euro’s per maand.
Deze cijfers onderstrepen de impact van het besluit: het raakt honderden mensen direct, en nog veel meer indirect, doordat behandelteams andere keuzes moeten maken.
Wat als je al in behandeling bent?
Voor mensen die nu al een behandeling volgen met een PARP-remmer, verandert er op korte termijn niets. Zij mogen hun therapie gewoon afronden. Maar voor nieuwe patiënten zonder BRCA-mutatie betekent het het einde van vergoeding, en dus een moeilijke beslissing: stoppen, overstappen of zelf betalen.
Artsen worden nu extra op hun hoede: ze moeten strikter beoordelen welke patiënten echt baat hebben bij de behandeling, én overleg voeren over alternatieven.
Onrust bij patiënten en zorgverleners
Het besluit leidt tot veel vragen en zorgen, vooral bij mensen die aan het begin staan van hun behandeltraject. Want hoe bepaal je of een medicijn ‘voldoende’ werkt als je leven ervan afhangt? Patiëntenorganisaties en sommige oncologen zijn kritisch: ze vrezen dat deze beslissing de deur opent naar verdere bezuinigingen op levensreddende zorg.
Tegelijkertijd erkent men ook dat keuzes nodig zijn. De zorg staat onder druk, en met een steeds ouder wordende bevolking en duurdere behandelingen, moet er ruimte blijven voor echte innovaties. En dat lukt alleen als de middelen die geen meerwaarde bieden worden heroverwogen.
Wat betekent dit voor de toekomst van medicijnvergoeding?
De beslissing over PARP-remmers is waarschijnlijk niet de laatste in zijn soort. In het Integraal Zorgakkoord is vastgelegd dat medicijnen en behandelingen regelmatig opnieuw beoordeeld worden op effectiviteit en kosten. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar medische winst, maar ook naar kwaliteit van leven, bijwerkingen en prijs.
Dat betekent dat meer dure medicijnen mogelijk in de toekomst opnieuw onder de loep worden genomen. Voor patiënten én zorgverleners is het dus extra belangrijk om goed op de hoogte te blijven van deze ontwikkelingen.
Wat kun je zelf doen als patiënt?
Overleg met je arts
Bespreek wat het besluit betekent voor jouw persoonlijke situatie. Misschien kom je nog wél in aanmerking, of is er een goed alternatief beschikbaar.Vraag om een second opinion
Twijfel je over het advies? Dan is het altijd mogelijk om een tweede mening aan te vragen bij een ander ziekenhuis.Kijk naar hulpprogramma’s
Sommige farmaceuten bieden tijdelijke overbruggingsprogramma’s of kortingen aan. Vraag ernaar via je arts of zorgverzekeraar.Informeer je goed
Websites van het Zorginstituut Nederland, patiëntenorganisaties en kanker.nl bieden actuele informatie en hulp.
Slotgedachte: moeilijke keuzes in dure zorg
Het besluit om PARP-remmers niet langer volledig te vergoeden uit het basispakket is een belangrijk kantelpunt in de Nederlandse gezondheidszorg. Het is een signaal dat de tijd van ‘alles vergoeden voor iedereen’ onder druk staat. In plaats daarvan komt er meer focus op doelmatige zorg: alleen wat werkt, wordt vergoed.
Dat klinkt logisch, maar is in de praktijk vaak pijnlijk. Want hoe leg je uit dat een medicijn dat vandaag nog werd toegediend, morgen ineens niet meer vergoed wordt?
De komende jaren zal dit debat alleen maar intensiever worden. En daarin is transparante communicatie, goede onderbouwing en vooral oog voor de patiënt van levensbelang.