Lisa is er klaar mee. Elke keer als ze in haar sportoutfit naar de sportschool wil gaan, begint de discussie opnieuw. Haar vriend vindt het maar niets dat ze in een legging traint. “Dat is veel te sexy,” zegt hij telkens weer. Volgens hem zouden andere mannen haar bekijken en heeft ze het puur daarom aan.
Maar Lisa ziet het anders. Voor haar is een legging gewoon praktisch en comfortabel, en ze snapt niet waarom dat een probleem zou moeten zijn.
“Het is geen modeshow,” zegt hij, terwijl hij zijn hoofd schudt bij het zien van haar favoriete zwarte sportlegging. “Je gaat toch naar de sportschool om te sporten, niet om bekeken te worden?” Lisa zucht.
Ze probeert hem uit te leggen dat ze zich prettig voelt in haar legging. “Je kunt er vrij in bewegen, het zit lekker strak zonder te knellen, en bovendien draagt bijna iedereen dit.” Maar hij lijkt niet te willen luisteren.
Het voelt voor Lisa alsof ze zich moet verantwoorden voor iets wat helemaal normaal is. “Ik zie vrouwen in alle leeftijden in leggings,” vertelt ze. “Van jonge meiden tot dames van vijftig of zestig. Niemand kijkt daar gek van op. Het is de standaard in de sportschool.”
Toch blijft haar vriend erbij dat het iets is wat niet hoort. “Trek een joggingbroek aan, dat is normaal,” zegt hij stellig.
Lisa weet niet goed wat ze moet doen. Ze houdt van sporten en gaat met plezier een paar keer per week naar de sportschool. Het is haar moment om even alles los te laten en zich goed te voelen in haar eigen lichaam.
Maar nu voelt het alsof ze telkens moet kiezen tussen wat zij prettig vindt en wat haar vriend wil. “Ik voel me zo ongemakkelijk hierdoor,” zegt ze. “Alsof ik iets verkeerd doe, terwijl ik alleen maar wil sporten.”
Haar vriend heeft het vooral moeilijk met de gedachte dat andere mannen haar zouden bekijken. “Ze staren je toch na,” zegt hij boos, terwijl hij haar aankijkt alsof zij iets verkeerd doet. Lisa probeert rustig te blijven.
“Ik sport voor mezelf, niet voor iemand anders,” legt ze uit. Maar dat lijkt hem niet gerust te stellen. Voor hem voelt het alsof ze zijn mening negeert, terwijl Lisa gewoon zichzelf wil kunnen zijn.
“Ik heb er met mijn vriendinnen over gepraat,” zegt Lisa. “Zij snappen er helemaal niets van. Volgens hen is dit echt niet normaal, en ik begin dat zelf ook steeds meer te denken.”
Haar vriendinnen proberen haar moed in te praten. “Je moet doen waar jij je goed bij voelt,” zeggen ze. Maar Lisa merkt dat ze het lastig vindt om voor zichzelf op te komen, zeker omdat ze haar vriend niet wil kwetsen.
Een van haar vriendinnen gaf haar een idee dat misschien kan helpen. “Neem hem een keer mee naar de sportschool,” stelde ze voor. “Laat hem zien hoe het daar echt aan toe gaat. Misschien ziet hij dan dat niemand je zo aanstaart als hij denkt.”
Lisa twijfelt of het werkt, maar het lijkt haar wel een poging waard. “Misschien begrijpt hij dan eindelijk dat dit probleem vooral in zijn hoofd zit.”
De discussie raakt aan iets diepers in hun relatie. Lisa vraagt zich af waar deze jaloezie vandaan komt. “Het voelt alsof hij me niet vertrouwt, alsof ik iets verkeerd doe door gewoon mezelf te zijn,” zegt ze met een mengeling van frustratie en verdriet. Ze wil het graag met hem oplossen, maar weet niet goed hoe.
Voor Lisa is de sportschool een plek waar ze zich goed wil voelen, zonder zich zorgen te maken over wat anderen denken. Ze hoopt dat haar vriend dat op een dag ook zal begrijpen.
“Ik ben geen bezit,” zegt ze. “Ik wil gewoon mezelf kunnen zijn, in wat ik draag en wat ik doe.”
Misschien is het tijd voor een goed gesprek, denkt ze. Niet alleen over de legging, maar over vertrouwen, vrijheid en respect. Want wat haar betreft is sporten in een legging niet meer dan normaal.